Binnenland

Onderzoekers hebben andere zorgen dan lading El Al-Boeing

Nieuw voedsel voor complottheorie

Door J. van Klinken
AMSTERDAM – Opnieuw is voedsel gegeven aan het vermoeden dat het onderzoek naar de dramatische vliegramp van 1992 in de Amsterdamse Bijlmer als gevolg van sinistere complotten ondeugdelijk is. Het tv-programma Zembla haalde deze week de El Al-Boeing weer van stal en probeerde nieuwe twijfels te zaaien. Het bleef vooral bij speculaties.

Daar was hij weer, Wilting, de bekende woordvoerder van de Amsterdamse politie. Vanuit zijn tuin achter zijn woning in Almere wees hij de reporters van Zembla waar hij die beruchte avond van 4 oktober 1992 het ramptoestel had zien overkomen. De Boeing was bijkans over zijn woning gevlogen. En dat klopte van geen kanten met de route die het vliegtuig volgens de Raad voor de Luchtvaart zou hebben gevolgd. Volgens Wilting zat daar zeker 10 kilometer verschil tussen.

Hij werd al eerder over deze kwestie geïnterviewd. Hetzelfde geldt voor de rechercheur die vanuit zijn bootje op het IJmeer de El Al-Boeing had zien overvliegen. Hij beklaagde zich erover dat hij nooit was gehoord. Dat vond hij raar, want de Raad voor de Luchtvaart moest toch weten hoe belangrijk ooggetuigen voor het onderzoek waren?

Onbetrouwbaar
Het deed wat merkwaardig aan zulke forse uitspraken te horen van politiemensen. Als één beroepsgroep weet hoe onbetrouwbaar ooggetuigen zijn, is het wel de politie. Zij leert dat als twee getuigen ongeveer hetzelfde zeggen, er een luchtje aan moet zitten. Het menselijk waarnemingsvermogen blijkt keer op keer bedrieglijk te zijn. De een zag een rode auto, de ander een zwarte en een derde houdt vol dat er helemaal geen auto was.

Veelzeggend is ook de discussie die zich in de wandelgangen afspeelde tussen twee getuigen tijdens de hoorzitting over de Bijlmerramp van de Raad voor de Luchtvaart in 1993. In aanwezigheid van Trouw-journalist Vincent Dekker, die een zeer kritisch boek over het onderzoek naar de ramp heeft geschreven, kregen de getuigen slaande ruzie over de route die het vliegtuig volgens hun waarneming boven Amsterdam zou hebben gevlogen.

De route die de Raad voor de Luchtvaart in haar onderzoeksrapport heeft aangegeven, is gebaseerd op radargegevens en een computersimulatie. Onafhankelijk van elkaar leverden beide systemen dezelfde route aan. Getuigen bevestigden de informatie. Andere getuigenissen waren afwijkend maar die legde de raad uiteindelijk terzijde. Wat moest men anders? Wie dan toch suggereert, zoals Zembla, dat de route van de raad niet klopt, moet geloven in een sinister complot.

Geheim
Dubieus was ook de mededeling in het programma dat een deel van het rapport van de Raad voor de Luchtvaart nog steeds geheim is. Het werd er net nog niet bijgezegd maar was dat niet een bewijs temeer dat de programmamakers een grote samenzwering op het spoor waren gekomen?

De werkelijkheid is dat ieder onderzoeksrapport van de Raad voor de Luchtvaart een geheim onderdeel kent. Daarin zijn de verklaringen opgenomen van mensen die eventueel repercussies te wachten staan. Zij kunnen hun verklaring afleggen in de wetenschap dat die niet openbaar gemaakt zal worden. De desbetreffende wetgeving voorziet daarin.

Uiteraard doken ook de maanmannetjes op in Zembla. Vaststaat dat na de ramp een aantal mannen in witte jassen op de plaats van de ramp zoekacties heeft uitgevoerd. Naar hun status doet de rijksrecherche momenteel onderzoek. Zeer waarschijnlijk zijn het medewerkers van de Israëlische geheime dienst geweest.

Op zich is dat niet zo bijzonder. Het ministerie van verkeer en waterstaat heeft in 1994 bekendgemaakt dat het toestel militaire goederen aan boord had. De Israëlische geheime dienst heeft een vestiging in Parijs en het ligt voor de hand dat van daaruit mensen zo snel mogelijk naar de Bijlmer zijn afgereisd. Dat zij niet de gewoonte hebben om visitekaartjes achter te laten, zal duidelijk zijn.

Iets anders is of zij activiteiten hebben uitgevoerd die het daglicht niet konden verdragen. Sommigen hebben gesuggereerd dat zij de “cockpit voice recorder” hebben meegenomen. Maar voor die bewering ontbreekt tot nu toe iedere grond. Zo'n verhaal sluit natuurlijk wel mooi aan bij de complottheorie.

In Zembla kwam ook een man aan het woord die meent dat hij door zijn werkzaamheden bij de ramp als ambulanceman ziek is geworden. Hij is niet de enige. Bij de speciale telefoonlijn die het ministerie deze week openstelde, zijn al honderden klachten binnengekomen.

De verhalen over ziekmakende gassen en stoffen die bij de ramp zijn vrijgekomen, zijn in eerste instantie vooral door de arts Makdoembaks in de wereld gebracht. Hij stelde dat hij na oktober '92 in zijn praktijk in de Bijlmer opvallend veel onverklaarbare afwijkingen was tegengekomen onder zijn patiënten. Maar een onderzoek van de GGD leverde geen enkel bewijs voor deze bewering op. Naderhand is gebleken dat Makdoembaks als arts een slechte reputatie heeft. Dat verhoogt zijn geloofwaardigheid niet. Grote voorzichtigheid over dit onderwerp lijkt op dit moment dan ook zeer raadzaam.

Lading
Waar Zembla wel mee scoorde, was de onthulling dat zich aan boord van de El Al-Boeing munitie had bevonden. Dat was eerder door Verkeer en Waterstaat ontkend. Bovendien heeft dit ministerie nooit duidelijk kunnen maken wat er dan wel in het toestel zat. El Al weigert tot nu toe hierover uitsluitsel te geven. De raadsels rond de lading waren voor de Tweede Kamer aanleiding om een nader onderzoek in te stellen. In welke vorm dat zal gebeuren, wordt binnenkort bekendgemaakt.

Dat El Al geheimzinnig doet over de lading, is voor de Kamer onbevredigend. Dat is te begrijpen, maar zo heel bijzonder is de houding van El Al nu ook weer niet. In luchtvaartkringen is algemeen bekend dat militaire goederen zelden bij de naam worden genoemd. “Machineonderdelen” is de gangbare omschrijving. Dat gebeurt onder andere om problemen bij onvoorziene tussenlandingen in bepaalde landen te voorkomen.

Luchtvaartonderzoekers vinden het huidige onderzoek naar de aard van de lading om die en andere redenen niet erg interessant. Men heeft wel wat anders aan het hoofd. In vijf jaar tijd zijn in ons land vier ernstige ongelukken gebeurd waarbij minder professioneel is gehandeld: de El Al-Boeing, de Dakota in de Waddenzee, de Cityhopper bij Schiphol en de Hercules bij Eindhoven.

In alle vier de gevallen verloor de bemanning in een noodsituatie de controle over het toestel door eigen toedoen (”gas geven”). Dat is in strijd met alle instructies die er juist op gericht zijn desnoods gecontroleerd te crashen. Kennelijk lukt het zelfs de meest ervaren vliegers in die omstandigheden niet het hoofd koel te houden. De El Al-Boeing zou wellicht nog een weiland hebben gehaald, de Hercules zou hooguit met enige schade zijn geland, de Cityhopper zou mogelijk Schiphol hebben gehaald en de Dakota zou een geslaagde landing op het water hebben kunnen maken. Het is allemaal achteraf praten, maar met een belangrijk doel: Lering trekken van wat fout ging. Niet op grond van speculaties maar van harde feiten.