Medicijnprijs fout berekend

DEN HAAG – Het ministerie van volksgezondheid heeft de maximumprijs voor geneesmiddelen verkeerd berekend. Het gevolg van die uitspraak van de Raad van State is volgens de farmaceutische groothandel OPG dat de prijzen nu hoger zullen uitvallen.

Sinds juli 1996 is de Wet geneesmiddelenprijzen van kracht, die bepaalt dat de prijzen van medicijnen in Nederland niet hoger mogen zijn dan in de omringende landen. Het ministerie stelt de maximumprijs vast op basis van prijzen die gelden in Frankrijk, Duitsland, België en Engeland.

OPG tekende bezwaar aan tegen de berekeningswijze. Volgens de groothandel is die gebaseerd op de laagste prijzen die in die landen gelden. Daarvan neemt het ministerie het gemiddelde.

De groothandel kreeg gelijk van de Raad van State, na eerder bij de rechter bot te hebben gevangen. De toegepaste berekeningswijze kan leiden „tot een maximumprijs met een zo geringe realiteitswaarde” dat dit zelfs in strijd met het Europees recht kan zijn, aldus de raad.

Het ministerie moet nu opnieuw aan het rekenen. Het departement is het echter niet eens met OPG dat de prijzen nu allemaal omhoog zullen gaan. „In sommige gevallen zullen zij hoger, in andere gevallen misschien lager uitvallen”, aldus een woordvoerder.

Nefarma, de overkoepelende organisatie van farmaciebedrijven, wil inhoudelijk niet op de uitspraak reageren. „Daarvoor is het nog te vroeg”, aldus voorzitter Worm, die de uitspraak bestudeert. Het valt volgens hem nog niet te zeggen of de uitspraak zal leiden tot hogere prijzen en/of schadeclaims.

Worm spreekt van „een complexe regelgeving”. „De regels zijn zo ingewikkeld dat er snel fouten worden gemaakt”. Hij verwijt het ministerie dat het geen gestructureerd overleg pleegt met de marktpartijen.