Binnenland

Van der Staaij (SGP) kan via reststemmen in Kamer komen

De zeven zetels van klein christelijk

Door A. de Jong
DEN HAAG – Nog ruim één dag en we weten wie de kamerverkiezingen van 1998 heeft gewonnen... en wie verloren. Kok wordt ongetwijfeld triomfator, maar hoever precies blijft hij Bolkestein voor? Een klein deel van Nederland is tevens geïnteresseerd in een andere vraag: Hoe doen de kleine christelijke partijen het? Gaat de RPF opnieuw vooruit? Wint de SGP haar derde zetel terug?

Wie de afgelopen maanden regelmatig uit nieuwsgierigheid op de politieke barometer keek, zag de wijzer van de kleine christelijke partijen meestal op “onveranderlijk” staan. Gewoonlijk scoorden RPF, SGP en GPV in de peilingen van Inter/View en NIPO gezamenlijk zeven zetels, waarbij de laatste zetel nu eens de partij van Van Dijke, dan weer de partij van Van der Vlies toeviel. Wie op deze peilingen afgaat, vindt voor de hoge verwachtingen die leven bij de RPF –de partijleiding hoopt op vier, misschien wel vijf zetels– in elk geval geen bevestiging.

Peilingen blijven echter peilingen met weliswaar een grote voorspellende waarde, maar tevens een ruime foutenmarge. Die marge is in zekere zin het grootst bij kleine partijen. Immers, of de PvdA nu 41 of 42 zetels haalt, maakt voor het uiteindelijke beeld van die partij weinig verschil. Wanneer daarentegen de CD twee zetels haalt in plaats van de voorspelde één, zit de peiling er voor 50 procent naast.

Jongste loot
Deze relativering neemt niet weg dat een opvallende, grote groei van de kleine christelijke partijen niet in de lijn der verwachting ligt. Het GPV is al jaren min of meer stabiel en lijkt de grenzen van haar electorale mogelijkheden bereikt te hebben. Voorzover de orthodox-protestantse partijen winst mogen verwachten, zal die door de RPF gerealiseerd moeten worden. Van de drie partijen heeft de jongste loot aan de klein christelijke stam de beste mogelijkheden tot groei.

Het is niet aannemelijk dat de frisse, groene twijg, die in 1994 een groeistuip had, in 1998 plotseling geheel zou zijn uitgegroeid. De gemeenteraadsverkiezingen zijn voor de RPF gunstig, zij het niet spectaculair, verlopen; de 'verloving' met het GPV heeft vooral op de RPF, vanouds de meest verliefde partner, een positieve uitstraling; ten slotte zullen er wellicht ook dit jaar een aantal evangelischen, die voorheen niet naar de stembus gingen, hun vertrouwen in Van Dijke uitspreken.

Maar wint de partij daarmee ook een vierde zetel? Dat is nog niet zeker. Er is een scenario denkbaar waarbij van het christelijke drietal de RPF weliswaar groeit, maar waarbij de zetelwinst desondanks naar de SGP gaat. Als gevolg van de lijstcombinatie van RPF, SGP en GPV is het zelfs mogelijk dat de SGP er in vergelijking met 1994 geen stem bijwint, maar wel een extra man in de kamerfractie mag verwelkomen.

Aardverschuiving
Om het systeem van de restzetelverdeling enigszins te begrijpen, is een blik op de uitslag van vier jaar geleden nuttig. De verkiezingen van 1994 brachten in het politieke landschap een aardverschuiving teweeg. Het CDA verloor twintig zetels, D66 won er twaalf. Maar ook de krachtsverhouding tussen de kleine christelijke partijen verschoof. Verloor de SGP bijna 11.721 stemmen, de RPF won er 73.471 bij.

In totaal kregen de partijen het volgende aantal stemmen: RPF 158.702, SGP 155.177, GPV 118.990. De kiesdeler binnen de combinatie was 61.838 stemmen. Dit betekende dat het GPV op eigen kracht goed was voor bijna twee zetels. RPF en SGP kwamen allebei royaal aan twee zetels. Het overschot van de RPF was echter het grootst, zodat zij binnen de lijstcombinatie de restzetel in de wacht sleepte.

Vierde zetel
Wie bovenstaande cijfers even op zich laat inwerken, ziet dat het mogelijk is dat de stemmenwinst die de RPF waarschijnlijk gaat halen, aan de SGP ten goede komt. Redenerend vanuit de situatie van 1994 haalt de RPF een vierde zetel als zij zo'n 60.000 stemmen extra weet te bemachtigen en SGP en GPV in stemmental nagenoeg gelijk blijven. In dat geval immers behaalt de partij van Van Dijke nogmaals de kiesdeler, terwijl zij opnieuw het grootste aantal reststemmen heeft.

Wint de RPF er –in dit rekenvoorbeeld– echter 'slechts' 45.000, dan krijgt de klein christelijke combinatie naar alle waarschijnlijkheid acht zetels toebedeeld. De extra zetel gaat dan echter naar de SGP en kan Van der Staaij het duo Van der Vlies/Van den Berg komen versterken. De RPF behaalt in dat geval wel op eigen kracht royaal drie zetels, maar haar overschot is kleiner dan het overschot van de SGP.

Spanning
Om hun kansen op een restzetel te vergroten, zijn RPF, SGP en GPV, net als bij de vorige verkiezingen, een horizontale lijstverbinding (lijstcombinatie) aangegaan. Daardoor gaan de reststemmen van deze partijen in eerste instantie naar een van de zusterpartijen. Het effect van die lijstcombinatie maakt de uiteindelijke zetelverdeling echter nog moeilijker te voorspellen dan anders al het geval zou zijn.

Zo blijft de spanning erin. De zeven zetels van klein christelijk zouden er best eens acht kunnen worden. Maar wie krijgt die achtste?