Binnenland

Meisje houdt van taal, jongen van rekenen

Peiling: Jeugd helpt
weinig mee in huis

Van onze binnenlandredactie
APELDOORN – De gemiddelde basisschoolleerling in Nederland werkt na schooltijd niet mee in de huishouding. Nog geen 2 procent van de jeugd tussen de acht en twaalf jaar helpt de ouders in of rond huis.

De leerlingen van de basisschool zijn de meeste tijd kwijt aan hun huiswerk. Van de elf- en twaalfjarigen buigt zeker 15 procent zich na schooltijd over de boeken.

Dat zijn de belangrijkste resultaten van een enquête uitgevoerd door het bureau Inter/View in opdracht van de Volkskrant. De krant kreeg van zo'n 8000 leerlingen de vragenformulieren met antwoorden terug.

De meeste kinderen spelen na schooltijd het liefst op straat. Op de tweede plaats komt het spelen met vrienden of vriendinnen in huis. Daarna zijn de voorkeuren divers. Bijna 40 procent van de jongens zit graag achter de computer. Bij de meisjes is dat slechts 13 procent. Jongens kijken ook graag televisie. Meisjes lezen liever of luisteren naar muziek.

De leerlingen geven ook aan welke schoolvakken zij het leukst, het vervelendst en het belangrijkst vinden. Gymnastiek, rekenen en handvaardigheid scoren het hoogst in de belangstelling. Het laatste vak is vooral bij jongens populair. Zowel jongens als meisjes vinden taal en rekenen de belangrijkste vakken die ze krijgen.

Opvallend is dat deze vakken echter heel verschillend scoren qua populariteit. Meisjes houden vooral van taal, jongens hebben een sterke voorkeur voor rekenen, terwijl bijna eenderde van de meisje aangeeft rekenen het vervelendste vak te vinden.

Interesse
Het onderzoek inventariseert ook de interesse van de basisschoolleerlingen. Bij jongens is dat sport. Jongens en meisjes tonen allebei veel interesse voor „wat er in de rest van de wereld gebeurt”. Daarna voor wat zich in hun directe omgeving afspeelt. Voor politiek lopen de kinderen niet warm.

Het onderzoek wordt gepubliceerd op de dag dat ruim zeshonderd kinderen uit zestig landen in Parijs bijeen zij op het Kindercongres. Aan kinderen uit de meeste van die landen zijn vergelijkbare vragen gesteld. Vrede vinden kinderen in alle landen het belangrijkste.