Binnenland

Nieuwe leerlingen blijven weg

„Eén etniciteit op school
is de dood in de pot”

DEN HAAG – Scholen kunnen het best leerlingen van verschillende etnische afkomst hebben. Want als vooral één etniciteit op school is vertegenwoordigd, dan betekent dat de dood in de pot. Er komen dan te weinig nieuwe leerlingen bij. Dat geldt niet als van de grootste bevolkingsgroep op school ook de meeste kinderen in de wijk wonen.

Dat zegt J. Gispen van de Vereniging van Schoolleiders. Hij reageert op uitlatingen van rector M. Sjamaar van het Utrechtse Niels Stensen-college in het Onderwijsblad, het magazine van de Algemene Onderwijsbond, van deze week.

Rector Sjamaar waarschuwt in het blad dat door de opkomst van met name Marokkaanse leerlingen op zijn school, die in de Utrechtse wijk Kanaleneiland staat, de „verzwarting” toeslaat. Andere jongeren blijven weg zodat het totale aantal kinderen afneemt, aldus Sjamaar. De rector voorspelt dat zijn school, een rooms-katholiek college voor mavo, havo en vwo, straks gesloten moet worden omdat hij bij minder dan vijfhonderd leerlingen niet het onderwijs kan bieden dat is vereist.

Volgens Gispen van de schoolleidersorganisatie gaat het hier om een opmerkelijk signaal. „Het is bekend dat er scholen zijn met veel allochtonen, maar wij worden voor het eerst geconfronteerd met de uitspraak: Sluit de handel maar. Ik heb ook nog niet eerder gehoord dat er zo duidelijk sprake was van één etniciteit op een school”.

Gispen noemt dit laatste fenomeen „de dood in de pot”. Tenzij de grootste bevolkingsgroep op school ook de grootste bevolkingsgroep in de wijk is, zal het aantal leerlingen afnemen, meent hij. „Je hebt dan als school geen zekerheid meer dat er nieuwe leerlingen komen. Want je spreekt kennelijk maar één doelgroep aan. En als er van die etniciteit onvoldoende jongeren in de buurt zijn, wordt het lastig”.

Logisch
Directeur B. Janssen van het Algemeen Bureau Katholiek Onderwijs (ABKO) ziet ook het probleem van het Utrechtse college. Veel traditioneel rooms-katholieke scholen hebben volgens hem hun populatie zien veranderen. „Maar op de meeste scholen zijn ze enthousiast aan de slag gegaan met de nieuwe populatie. Dat ligt ook aan de opstelling van de schoolleiding”. Volgens Janssen is het in ieder geval essentieel dat de ouders en het personeel meebeslissen over een belangrijke kwestie zoals het sluiten van de school.

Gispen noemt het logisch dat de Utrechtse rector overweegt zijn school te sluiten als het aantal leerlingen zo sterk terugloopt. Een school moet namelijk de vereiste vakken en examenprogramma's blijven aanbieden. Om sluiting in de toekomst te voorkomen, pleit Gispen voor goede marketing. Het Niels Stensen-college zou basisscholen in de directe omgeving kunnen bezoeken en ze op de voordelen van de school kunnen wijzen, aldus Gispen.