Binnenland

„Meer overleg over export naar Afrika”

Advies om wapens
selectief te leveren

DEN HAAG – De regering moet selectiever zijn in haar wapenexportbeleid. Zij zou alleen nog wapens en onderdelen daarvan moeten uitvoeren naar landen die open zijn over de import en export van wapens en deze aanmelden bij de Verenigde Naties.

Dat vergroot de geloofwaardigheid van de regering als zij in internationaal verband bepleit dat landen openhartiger moeten zijn over hun wapenexportbeleid. Nederland meldt transacties zelf aan bij het wapenregister van de Verenigde Naties en zou alleen wapens moeten exporteren naar landen die ook aangesloten zijn bij dat register.

Dat stelt de Adviesraad Internationale Vraagstukken vandaag in een advies over conventionele bewapening aan de ministers Van Mierlo (Buitenlandse Zaken), Voorhoeve (Defensie) en Pronk (Ontwikkelingssamenwerking).

De raad adviseert verder de verspreiding en het gebruik van lichte wapens –zoals pistolen, geweren en lichte machinegeweren– internationaal aan banden te leggen omdat juist deze wapens veel slachtoffers veroorzaken. Ook lichte wapens moeten besproken worden door de Ontwapeningsconferentie van de VN in Genève. De regering zou bovendien een nationale commissie moeten instellen om de illegale handel in deze wapens en de doorvoer via Nederland te voorkomen.

Nederland moet zich inzetten om het Europese wapenexportbeleid te versterken. Het voorstel van het Britse voorzitterschap om een Europese gedragscode voor de wapenexport op te stellen is een stap in de goede richting. De lidstaten van de Europese Unie zouden hun wapenexporten naar Afrikaanse landen en regio's beter op elkaar af moeten stemmen, vindt de raad.

Plafonds
Bij de aanpassing van het CSE-verdrag, over de reductie van de conventionele strijdkrachten in Europa, kunnen de plafonds voor de hoeveelheden tanks, pantservoertuigen, artillerie, gevechtsvliegtuigen en -helikopters verder omlaag, aldus de raad. Landen die lid willen worden van de NAVO zou eerst partij moet worden bij het CSE-verdrag.

Dat heeft geen gevolgen voor de landen die nu als eerste op de nominatie staan toe te treden tot de NAVO. Polen, Tsjechië en Hongarije zijn al partij bij het verdrag. De raad vindt wel dat de aanpassing van het CSE-verdrag rond moet zijn voordat de eerste kandidaat-lidstaten medio volgend jaar NAVO-lid worden.