Binnenland

„Benader terminale zorg niet economisch”

Verpleeghuizen: Meer
vraag naar pijnbestrijding

Van een onzer verslaggevers
EDE – De Nederlandse Vereniging van Verpleeghuiszorg (NVVz) verwacht dat in toenemende mate een beroep zal worden gedaan op verpleeghuizen voor het leveren van kortdurende palliatieve zorg (pijnbestrijding) bij het levenseinde.

Dat blijkt uit een onderzoek van Delta T Consult en het Nederlands Zorginstituut (NZi) dat vanmorgen werd gepresenteerd tijdens een congres van de NVVz over palliatieve zorg. De cijfers tonen aan dat het absolute aantal sterfgevallen als gevolg van de vergrijzing toeneemt. Ook het aantal mensen dat in een stervensfase intensieve zorg nodig heeft, zoals uitbehandelde kankerpatiënten en dementerenden, stijgt. Relatief meer mensen zullen in een verpleeghuis overlijden.

Tot nog toe had alleen het verpleeghuis Antonius in Rotterdam-IJsselmonde een aparte afdeling voor kortdurende terminale zorg. Binnenkort openen ook het verpleeghuis Antonius aan de Binnenweg in Rotterdam en Camillus in Roermond een dergelijke afdeling.

Uit het onderzoek komt naar voren dat er momenteel bijna geen aparte afdelingen in verpleeghuizen zijn waar aandacht kan worden geschonken aan palliatieve zorg voor kortdurend terminale patiënten. De NVVz vindt dat daarvoor geld en ruimte beschikbaar moeten komen. Gebrek hieraan vormt de grootste belemmering om een kwalitatief goede pijnbestrijding te kunnen bieden.

NVVz-voorzitter prof. dr. A. de Roo stelde dat zorginhoudelijke en bedrijfseconomische waarden niet samengaan bij palliatieve terminale zorg. „Bij het einde van het leven moet alles ondergeschikt worden gemaakt aan aandacht en inspanning voor degene van wie afscheid wordt genomen. Doelmatigheid en kosteneffectiviteit zijn hierbij uit den boze. Wie het debat over palliatieve terminale zorg wil voeren vanuit een louter economisch denkkader, plaatst zichzelf niet alleen buiten het debat, maar ook buiten de samenleving als geheel”, aldus De Roo.

Regionaal netwerk
De NVVz vindt dat er een regionaal netwerk moet komen waarin alle palliatieve voorzieningen met elkaar samenwerken. De betrokken zorgaanbieders moeten hun krachten bundelen en de aanwezige kennis, ervaring en mogelijkheden inzetten om een samenhangende „zorgketen” tot stand te brengen.

In 1995 overleden in Nederland 137.000 mensen, van wie ruim 49.000 in een ziekenhuis (36 procent) en ruim 23.000 in een verpleeghuis (17 procent). Het aantal mensen dat per jaar overlijdt, is sinds 1987 gestegen met ruim 15.000. Het aantal patiënten dat in verpleeghuizen overleed, steeg met 40 procent. Het aantal van hen die in een ziekenhuis stierven, bleef gelijk.

Logeermogelijkheid
Tweederde van de verpleeghuizen geeft in het onderzoek aan dat het gebrek aan eenpersoonskamers een belemmering vormt voor hoogwaardige pallatieve zorg. Daarnaast vindt de helft van de verpleeghuizen dat het gebrek aan logeermogelijkheden voor de familie, gebrek aan financiën voor het opzetten van een aparte palliatieve afdeling, en de druk om de bedden bezet te houden, hoogwaardige terminale zorg hindert.

Uit het onderzoek blijkt verder dat ruim 60 procent van de verpleeghuizen interesse heeft voor lidmaatschap van het Netwerk Palliatieve Zorg voor Terminale Patiënten Nederland (NPTN). Het grootste deel wil dat doen voor de uitwisseling en ontwikkeling van kennis, een deel ook voor de opzet van wetenschappelijk onderzoek. Slechts eenvijfde van de verpleeghuizen heeft geen interesse voor NPTN-lidmaatschap.