Onderzoeker wil duidelijk beleidWeinig aandacht voor zedendelict minderjarigeVan onze binnenlandredactie AMSTERDAM Justitie heeft te weinig aandacht voor minderjarige zedendelinquenten. Rechters, officieren van justitie en politiefunctionarissen nemen in dit soort zaken ad-hocbeslissingen. Zolang er geen duidelijk landelijk beleid is voor dergelijke zaken, is de kans groter dat die jongeren in de toekomst ernstiger seksuele delicten plegen. Mr. drs. M. Boelrijk schrijft dat in het proefschrift Minderjarige zedendelinquenten en het strafrecht. De strafrechtelijke aanpak van minderjarige plegers van seksuele delicten, waarop hij aanstaande donderdag hoopt te promoveren aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Boelrijk bestudeerde 182 dossiers van 1991 tot 1996 uit de Amsterdamse politieregio, voornamelijk over jongens van rond de 14 jaar die werden verdacht van ongewenst seksueel contact met vrouwelijke leeftijdsgenoten, die geen familie zijn van de verdachte. Zij maakten zich schuldig aan het betasten van de geslachtsdelen, echter in krap 70 procent van de gevallen zonder penetratie. In tweederde van de gevallen gebruikt de jongen daarbij geen geweld. Uit het onderzoek blijkt dat de politie 55 plegers (36 procent) en het openbaar ministerie (OM) 48 jongens (26 procent) weer naar huis stuurden. Over 25 verdachten nam het OM nog geen beslissing of is die beslissing niet bekend. Verscheidene keren Uiteindelijk kwam slechts een kwart van de verdachten (47) voor de rechter. Deze schreef in maar twee gevallen behandeling van de delinquent voor. Des te opmerkelijker omdat 40 procent van de jonge verdachten in relatief korte tijd verscheidene personen had misbruikt. Boelrijk vindt dat teveel zaken worden geseponeerd en zou het een goede zaak vinden als rechters daders vaker tot behandeling veroordelen. Verder pleit hij voor de terugkeer van het verdwenen specialisme van zedenrechercheurs bij de politie. Jaarlijks hoort de politie in Nederland zo'n 400 tot 500 minderjarige verdachten van seksuele delicten. Volgens Boelrijk wordt de kans op herhaling kleiner als gedragswetenschappelijke inzichten bij justitiële beslissingen worden meegewogen. De Raad voor de Kinderbescherming zal nauwkeurig moeten nagaan of er kans op herhaling bestaat. Instemmen Een behandeling moet worden afgedwongen. Het meest effectief lijkt Boelrijk de plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, te vergelijken met de tbs-maatregel voor volwassenen. Een verbeterde aanpak kan soms minder wenselijke vervolging van minderjarige verdachten voorkomen, bijvoorbeeld als een minderjarige uitsluitend experimenteerde met een leeftijdsgenoot die daar volledig mee instemde. Sommige gedragsdeskundigen zien dat als een wenselijke ontwikkeling, terwijl de wetgever seksuele handelingen met kinderen onder de 16 jaar ontucht noemt. Over de groep minderjarige zedendelinquenten in Nederland was tot nu toe niet veel bekend. Jarenlang onderzoek in de VS en Canada toont aan dat tijdig signaleren van en reageren op seksueel afwijkend gedrag de beste methode is om herhaling in ergere vormen te voorkomen. |