Binnenland

Advocaten vooral tegen kroongetuigen

Forse kritiek op OM
in Hakkelaar-proces

AMSTERDAM – De officieren van justitie Teeven en Witteveen „hebben alle verhoudingen uit het oog verloren” bij de vervolging van Johan „de Hakkelaar” V. Het openbaar ministerie heeft zich in deze zaak schuldig gemaakt aan „wangedrag”, de rechter „buitenspel gezet” en „de integriteit en de geloofwaardigheid van de strafrechtspleging zonder moeite opzijgezet”.

Dat betoogden gisteren de advocaten M. en A. Moszkowicz voor het gerechtshof in Amsterdam in hun pleidooi ten faveure van V. Tegen hem eiste procureur-generaal mr. A. Korvinus maandag zeven jaar cel en een boete van een miljoen gulden. In navolging van de twee officieren en de rechtbank meent ook Korvinus dat V. „de leider bij uitstek” is van een criminele organisatie die jarenlang vele tienduizenden kilo's Pakistaanse hasj over de wereldzeeën verscheepte.

De beide advocaten –vader en zoon– trokken in een uren durend betoog ten strijde tegen de inzet van twee kroongetuigen (Abbas en Karman), die Johan V. en zijn „rechterhand” Koos R. met een reeks belastende verklaringen erbij hebben gelapt en aldus zelf vrijuit gingen. De deals kunnen in de ogen van de advocaten absoluut niet door de beugel en moeten consequenties hebben: het OM moet niet-ontvankelijk worden verklaard, of de belastende verklaringen moeten buiten het bewijs worden gehouden, hetgeen vrijspraak voor V. en R. tot gevolg zou hebben.

Teeven en Witteveen waren niet de enigen die er van langs kregen. Ook voor de rechtbank, die V. en R. begin dit jaar veroordeelden tot respectievelijk zes en vijf jaar cel, hadden de raadslieden geen goed woord over. De rechtbank had de deals met de „kroongetuigen” immers gesanctioneerd – volgens de beide strafpleiters door zaken om te draaien, door het hanteren van drogredeneringen en door verweren van de verdediging domweg buiten beschouwing te laten. Johan V. is het slachtoffer van het ontbreken van een (in de maak zijnde) wettelijke regeling omtrent deals met criminelen, vinden de beide advocaten.

Ergernis
De arrestatie van V., bijna twee jaar geleden, vormde de kroon op het werk van het Kolibrie-team van de FIOD. V. werd opgesloten in de Extra Beveiligde Inrichting in Vught en verblijft daar nog steeds, tot ergernis van zijn advocaten. Beide raadslieden hebben goede hoop dat een onlangs gedaan, hernieuwd verzoek tot overplaatsing naar een milder regime door het ministerie van justitie zal worden gehonoreerd.

Vrijdag 2 januari (en mogelijk zaterdag 3 januari) pleiten de advocaten Spong en Mols voor hun cliënt Koos R., tegen wie maandag vijf jaar cel en een miljoen gulden boete is geëist. De uitspraak van het hof wordt verwacht op 30 januari.