Plan in het kort

* Leerlingen kunnen kiezen uit vier sectoren: techniek, zorg en welzijn, economie of landbouw. Deze sectoren sluiten aan bij de aanwezige richtingen in het middelbaar beroepsonderwijs.

* Binnen elke sector moeten de leerlingen kiezen uit vier leerwegen. Er is een theoretische, een gemengde, een beroepsgerichte leerweg “lang” en een beroepsgerichte leerweg “kort”. Degenen die kiezen voor een theoretische leerweg, gaan na het behalen van hun diploma door naar de havo. Met de gemengde en de lange beroepsgerichte leerweg kunnen de leerlingen naar het middelbaar beroepsonderwijs. De korte beroepsgerichte leerweg is gericht op de praktijk. De leerlingen die deze weg kiezen gaan na het behalen van hun diploma naar het kort middelbaar beroepsonderwijs of het leerlingwezen.

* Als de leerlingen deze keuze hebben bepaald, moeten ze zes examenvakken kiezen. Dat moet volgens een bepaald stramien. Nederlands en Engels zijn verplichte vakken. Daarnaast moeten ze twee vakken kiezen die voortvloeien uit de gekozen beroepsrichting. De vakken die de leerlingen daarin kiezen, zijn mede afhankelijk van de leerweg. Iemand die de theoretische leerweg kiest (en dus naar de havo wil) moet twee algemene vakken aan zijn pakket toevoegen. Degenen die kiezen voor de gemengde leerweg moeten één algemeen en één beroepsgericht vak kiezen.

* Er komt een andere structuur voor leerlingen die niet mee kunnen komen. De afdelingen voor individueel beroepsonderwijs (ivbo) heten in het vervolg leerwegondersteunend onderwijs. Er moet een zeer intensieve samenwerking komen tussen vso-lom, vso-mlk en vso-zmok enerzijds en het voortgezet onderwijs anderzijds.

* Er komt een herschikking van het bestaande aanbod voor voorbereidend beroepsonderwijs. Sommige scholen zullen bepaalde afdelingen moeten afstoten of moeten samenwerken met andere scholen. De bedoeling is dat leerlingen per regio uit een breed onderwijsaanbod kunnen kiezen.