Slaande ruzie tussen
families bij rechter

DEN BOSCH – Op de publieke tribune bij de rechtbank in Den Bosch zijn gistermiddag tientallen mensen slaags geraakt bij de behandeling van een moordzaak. Familieleden van het slachtoffer waren het niet eens met de hoogte van de eis en raakten in onmin met de familie van de verdachte.

Het rumoer begon toen verdediger mr. D. Moszkowizc net aan zijn pleidooi was begonnen. Even daarvoor had officier van justitie mr. P. Frielink acht jaar gevangenisstraf geëist tegen de 32-jarige G. van V. uit Eindhoven wegens doodslag op zijn 23-jarige vrouw.

Familieleden van het slachtoffer schreeuwden hun verontwaardiging uit over de eis, waarna een vechtpartij ontstond met de familie van de verdachte. De parketpolitie vroeg assistentie om de zaal te ontruimen. De zaak werd later buiten aanwezigheid van beide families afgehandeld.

Om te voorkomen dat de ruzie tussen de families verder escaleert, laat burgemeester Welschen van Eindhoven de woonwagencentra waar de gezinnen wonen permanent bewaken. Mobiele eenheden van de politie houden de ingangen van twee centra sinds gistermiddag in de gaten.

Aanvankelijk woonden de twee families op één centrum. Nadat de vrouw om het leven was gebracht, liepen de spanningen zo hoog op dat Welschen een van de families verplichtte te verhuizen naar een ander complex.

Liefdesbrief
Van V. leed volgens deskundigen aan verlatingsangst. Hij kon het niet aan dat de goede relatie met zijn vrouw langzaam verslechterde. In maart trof hij haar aan met een liefdesbrief die zij aan een ander had geschreven. Hij heeft bij de politie verklaard dat hij haar toen heeft geslagen, maar weet niet wat daarna is gebeurd. Hij kon zich niet voorstellen dat hij zijn vrouw had gedood. Ter zitting beriep hij zich op het zwijgrecht.

Het slachtoffer overleed aan schedel- en hersenletsel. Van V. meldde zich twee dagen later zelf bij de politie. De officier woog mee in zijn eis dat Van V. eerder is veroordeeld voor geweld en dat hij het slachtoffer al vaker zou hebben mishandeld.

Mr. Moszkowicz vroeg vrijspraak voor doodslag. Hij meende dat hooguit zware mishandeling met de dood als gevolg was bewezen. Bovendien was zijn cliënt al zwaar gestraft door de dood van de „liefde van zijn leven” op zijn geweten te hebben, zowel voor zichzelf als voor zijn drie jonge kinderen. De rechtbank doet uitspraak op 23 december.