Van Mierlo verdedigt
export van wapens

Van Mierlo voerde gisteren aan dat de betrokkenheid van het Algerijnse leger bij de gewelddadigheden in het land niet onomstotelijk vaststaat. Met goede communicatieapparatuur zou het Algerijnse leger wellicht beter in staat zijn een eind te maken aan de geweldplegingen.

Bovendien zijn er al eerder leveringen van deze apparatuur geweest in '91, '92, '94 en '95. Van Mierlo stelde dat de Kamer toen ook had kunnen protesteren.

Over de Nederlandse wapenexporten is tot nog toe alleen in vertrouwelijk overleg tussen Van Mierlo en de Kamer gesproken. Die vertrouwelijkheid is gisteren voor het eerst verbroken. Van Mierlo kondigde aan dat hij –na herhaalde verzoeken van de Kamer– minister Wijers van economische zaken zal vragen of het mogelijk is het wapenexportbeleid meer in het openbaar te bespreken. Hij wees er echter wel op dat vooral het Nederlandse bedrijfsleven tegen openbaarheid bezwaar maakt.

Suriname
De gebeurtenissen in Suriname baren Van Mierlo steeds grotere zorgen. Zo voldoet de instelling van een waarheidscommissie niet aan alle verwachtingen en zitten hem de bevordering van een Bouterse-getrouwe tot politiecommissaris en de mishandeling van een journalist niet lekker.

Van Mierlo zei dat hij geen al te grote woorden tot Suriname wil richten. Dat zou al snel tot een verdere verslechtering van de broze betrekkingen kunnen leiden. Hij voelde zich wel gedwongen een oordeel te geven over de onderzoekscommissie die de decembermoorden uit 1982 moet gaan onderzoeken. Bij die moorden kwam ook de Nederlander Wijngaarde om het leven.

De bewindsman liet weten de installatie van de commissie in eerste instantie een positieve ontwikkeling te vinden. De twijfel stak echter de kop op toen bleek dat de onderzoeksopdracht „buitengewoon vaag” was. Ook de samenstelling van de commissie, waaraan een juridisch adviseur van Bouterse, Waaldijk, leidinggeeft, roept vragen op.