„Explosie bedrijf
Culemborg door
zwart buskruit”

HILVERSUM – Bij het onderzoek naar de explosie die in februari 1991 de fabriek MS Vuurwerk in Culemborg wegvaagde zijn restanten van zwart buskruit aangetroffen.

Dat heeft een oud-medewerker van de Explosieven Opsporingsdienst van de Koninklijke Landmacht (EOD-KL) verklaard tegenover het rechercheteam dat de vuurwerkramp in Enschede onderzoekt.

De vondst van het buskruit, dat van Oost-Europese of Russische makelij zou zijn geweest, is nooit gemeld in het onderzoeksrapport dat TNO over de explosie heeft opgesteld. De oorzaak van de explosie in Culemborg, waardoor twee mensen omkwamen, is altijd een raadsel gebleven.

In een reactie zei TNO gisteravond dat in de aangeleverde gegevens over de explosie in Culemborg geen melding is gemaakt van zwart buskruit. „Op grond van deze informatie en de door TNO zelf aan de bebouwing in de omgeving geconstateerde schade, is de kracht van de explosie vastgesteld”, aldus een TNO-woordvoerder.

De betrokken medewerker G. Doreleijers spreekt in zijn verklaring, die op de website van de NOS is te lezen, zijn verbazing uit over het feit dat TNO de vondst van het buskruit niet in zijn rapport heeft vermeld. Hij voelde zich genoodzaakt zijn verklaring af te leggen, omdat TNO ook onderzoek heeft gedaan naar de oorzaak van de ramp in Enschede op 13 mei 2000.

De aanwezigheid van zwart buskruit zou volgens Doreleijers een verklaring kunnen zijn voor de enorme explosie die zich in Culemborg heeft voorgedaan.