Binnenland28 augustus 2001

„Minister blijft toch de
hoofdverantwoordelijke”

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – Dat PvdA-fractieleider Melkert de hoofdschuldige is aan de ellende rond de ESF-subsidies hoor je CDA-kamerlid Verburg niet zeggen. „Zijn opvolger op Sociale Zaken, De Vries, treft net zo goed blaam.” Maar als Melkert het parlement de zwarte piet toeschuift, speelt Verburg 'm behendig terug. „Ho, ho. De minister draagt altijd de hoofdverantwoording, ook in dit soort kwesties.”

Toen CDA-kamerlid Gerda Verburg nog bij het CNV werkte, had ze met ESF-gelden nooit te maken. „Ik wist amper dat er zoiets bestond.” Maar nauwelijks zat ze in 1998 in de Kamer, of ze vernam uit 'het veld' dat het met de aanwending van de Europese werkgelegenheidssubsidies niet ging zoals het hoorde. „De eerste mondelinge vragen die ik in de Kamer stelde, gingen erover.”

Verburg beet zich in het thema vast en liet het de volgende drie jaar niet meer los. „Bij elke begrotingsbehandeling, maar ook wel tussendoor, stelde ik er vragen over. Dat deden trouwens ook andere fracties. Maar het antwoord van de regering was vaak zo globaal. Daar kon je heel weinig mee. Ja, er werd gewerkt aan verbetering. Dat was wat je elke keer hoorde.”

Melkert zegt: „Ik heb, toen ik van 1994-1998 minister van Sociale Zaken was, mijn uiterste best gedaan om Arbeidsvoorziening te controleren. Maar dat ging niet: het parlement wilde dit orgaan op te grote afstand van het ministerie plaatsen. Ik kon er, in bestuurlijke zin, niet meer bij.”

„Het lijkt me dat de heer Melkert hier twee dingen door elkaar haalt. Het parlement wilde in 1996 inderdaad dat Arbeidsvoorziening op afstand kwam te staan. Minister Melkert wilde zich sterk met het beleid van Arbeidsvoorziening blijven bemoeien. Daar heeft de Kamer een stokje voor gestoken.

Maar voor de controle op de besteding van ESF-gelden had hij voldoende mogelijkheden. Dat bleef geheel zijn verantwoordelijkheid. Zo moest het ministerie in verband met die besteding aan Brussel een juistheidsverklaring afgeven. Daarvoor was controle nodig. Mijn kritiek, en ook die van de commissie-Koning, is dat die controle te weinig heeft plaatsgevonden.”

Melkert zegt: „Ik kon niet goed controleren. De regels waren ontoereikend, de procedures bij Arbeidsvoorziening onhelder. Ik heb ze regelmatig aangeschreven en vermaand, en dan beloofden ze weer dat het beter zou worden.”

„Melkert had Arbeidsvoorziening moeten dwingen inzichtelijker te werken. Je hoeft niet bij de eerste de beste moeilijkheid met een aanwijzing te komen, maar op een gegeven moment moet je toch met de vuist op tafel slaan. Het is net wat de commissie-Koning zegt: Het heeft ontbroken aan proactief beleid. Als minister of als departement mag je je toch niet alleen door de top van Arbeidsvoorziening laten informeren, maar moet je ook zeggen: Ik wil nu eens zo'n werkgelegenheidsproject van begin tot eind volgen, ik wil het proces zelf snappen.”

Heel helder
Verburg wil niet ontkennen dat het parlement in het hele proces een verantwoordelijkheid had. „Maar wij hadden wel informatie nodig om te kunnen zeggen wat fout ging en wat beter moest. En daar ontbrak het ons aan. Ik zeg niet dat we moedwillig verkeerd of onvoldoende zijn voorgelicht: ook het departement wist op een gegeven moment niet meer hoe het zat.

Maar dat neemt niet weg dat je vast moet houden dat een minister de hoofdverantwoordelijke is. Al was het alleen maar in de richting van Europa. Brussel is daar heel helder in, hoor. Europa ziet maar één verantwoordingslijn en die loopt via de nationale ministers van Sociale Zaken.”

U lijkt Melkert als hoofdschuldige aan te wijzen.

„Nee, Melkerts opvolger op Sociale Zaken, De Vries, draagt evenveel verantwoordelijkheid. Ook hij had alerter moeten zijn. Toen ik weer eens vragen stelde over de kwestie, zei hij: Mevrouw Verburg moet oppassen voor stemmingmakerij. Dat bewijst dat er bij hem totaal geen klankbodem was voor terechte zorgen.

Alleen van Vermeend kan gezegd worden dat hij de zaak meteen bij zijn aantreden als minister voortvarend heeft aangepakt.”

Beetje wrang: Vermeend is de enige van de drie die geen blaam treft, maar hij is tevens de enige van de drie die momenteel op zijn ministeriële verantwoordelijkheid aanspreekbaar is.

„Ja, zo zit onze parlementaire democratie in elkaar. Maar laten we niet te veel vooruitlopen op mogelijke politieke consequenties. Volgende week komt de Kamer weer bijeen. Dan moeten we eerst vaststellen of Konings onderzoek voldoende gegevens heeft opgeleverd of dat er nog aanvullend onderzoek door het parlement nodig is. Eventuele politieke gevolgen komen later.”