Binnenland16 mei 2001

Advocaat noemt bewijzen flinterdun

Eis: 18 jaar en TBS
voor moord op Nienke

ROTTERDAM – Het openbaar ministerie (OM) heeft gisteren voor de rechtbank in Rotterdam achttien jaar celstraf plus TBS met dwangverpleging geëist tegen de 31-jarige K. B. Hij wordt ervan verdacht de 10-jarige Nienke te hebben gedood.

Volgens officier van justitie Edelhauser staat het vast dat B. op 22 juni vorig jaar het meisje in het Schiedamse Beatrixpark heeft misbruikt en gewurgd. Het OM heeft B. doodslag, poging tot doodslag en verkrachting ten laste gelegd. Ook de zware mishandeling van een vriendje van Nienke is volgens het OM aan B. toe te schrijven. B. zegt dat hij onschuldig is.

Nienke werd op de bewuste dag levenloos gevonden in het Beatrixpark. Het meisje was gewurgd met de veters van haar schoenen. Nienke had die middag met haar vriendje Maikel in het park gespeeld. B. werd kort na het drama gehoord als getuige.

Pas later, rond eind augustus, werd B. als verdachte beschouwd. Hij bekende voor de rechter geregeld door het park te fietsen op zoek naar kinderen die hem tegen betaling seksueel wilden bevredigen. B. heeft toegegeven vlak na het drama in het Beatrixpark te zijn geweest. Hij alarmeerde zelfs de politie met zijn mobiele telefoon.

Signalement
Volgens B.'s advocaat J. Taekema zijn de bekentenissen van zijn cliënt onder zware druk verkregen. Ook vindt de raadsman de bewijzen tegen B. flinterdun. Zo heeft het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) op de plaats van het misdrijf geen DNA-spoor van B. kunnen ontdekken. Het signalement dat het tweede slachtoffertje, Maikel, van de dader gaf, lijkt niet op dat van zijn cliënt, zo benadrukt Taekema. De advocaat vindt dat zijn cliënt moet worden vrijgesproken.

Psychisch onderzoek naar de man wijst uit dat B. bij vlagen agressief kan zijn en verder kampt met een gedempt gevoelsleven. Bovendien, schrijft de psycholoog, heeft B. weinig controle over zijn emoties en is hij gebrekkig ontwikkeld.

B. staat tegelijkertijd terecht voor seksuele contacten met een minderjarige jongen, wat hij bekende en zei te betreuren.

Dat er nooit anderen dan B. door de politie als verdachte zijn aangemerkt, is volgens Taekema een grove fout. Volgens hem zijn er veel personen die minstens zo verdacht zijn als zijn cliënt.

Op 29 mei doet de rechtbank uitspraak.