Binnenland10 mei 2001

Ruim honderd mensen bij herdenkingsbijeenkomst in Zaltbommel

Stilte valt na bekladding graven

Door D. Brugmans
ZALTBOMMEL – De gemeente Zaltbommel treedt niet meer met nieuws naar buiten over de grafschennis in Zaltbommel. Dat maakte burgemeester M. Peereboom gisteren bekend na een bezinningsbijeenkomst. Zij deed een beroep op de pers om hiervoor begrip te hebben. Ruim honderd mensen waren gisteravond aanwezig tijdens de bezinningsbijeenkomst die de gemeente Zaltbommel georganiseerd had. De afgelopen week werden bekladdingen en vernielingen aangericht op twee begraafplaatsen en een herdenkingsmonument.

Op de algemene begraafplaats aan de Boschstraat in Zaltbommel werden dinsdag weer vijf grafstenen ontdekt die met racistische tekens waren besmeurd. Eerder werden zerken beklad op de Joodse begraafplaats. De politie heeft vier rechercheurs op de zaak gezet, maar er zijn nog geen aanhoudingen verricht.

Het was stil op het plein toen de burgemeester van Zaltbommel, M. Peereboom, het woord voerde. Mobiele telefoons werden op aandrang van de burgemeester uitgezet. De aanwezigen luisterden met gebogen hoofden naar verschillende sprekers. „Wij hebben geaarzeld of wij als gemeente deze bijeenkomst moesten houden”, aldus Peereboom. „Aan de ene kant het gevoel dat degenen die dit gedaan hebben aandacht willen en die zo van ons krijgen. Maar aan de andere kant hebben we de behoefte om nadrukkelijk stelling te nemen tegen de walgelijke bekladdingen.”

In zijn toespraak greep Peereboom terug op de Tweede Wereldoorlog. „Wat wij ervaren is dat voor de Joodse mensen binnen onze gemeente de oorlog nooit verleden tijd is geworden. Dat mensen zich weer onveilig voelen en hun oude nachtmerries weer letterlijk terugkrijgen, grijpt mij bij de keel. Die mensen voelen zich, zelfs binnen de gemeenschap van Zaltbommel, niet meer veilig. Wij moeten niet accepteren dat er antisemitisme, racisme en discriminatie bij ons plaatsvindt.”

Drs. R. M. Naftaniel, directeur van het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI), ging in zijn toespraak even terug in het verleden. „Van het Joodse leven in Zaltbommel is weinig over. Slechts vijftien Zaltbommelse Joden overleefden de oorlog. Gevoelens van walging krijg je als je ziet dat op de Joodse begraafplaats graven zijn geschonden. ”Juden raus”, stond er op een van de grafstenen. Welke Joden eruit?” vroeg zich Naftaniel zich af. „Wie zijn er hier in de omgeving nog over om te vertrekken?”

De CIDI-directeur is ongerust over de toename van het aantal antisemitistische uitlatingen de laatste tijd. „De incidenten worden inhoudelijk ernstiger. Het lijkt erop dat in een aantal gevallen politie en justitie slechts toekijken. Afgelopen weekend nog, toen in Niftrik een bijeenkomst werd gehouden van de racistische Nederlandse Volks Unie. De zaaleigenaren waarschuwden toen de politie, maar deze greep niet in. Dat moet veranderen.” Naftaniel toonde zich blij met de steun van veel Nederlanders voor de Joden. „Wij moeten hand in hand staan in een samenleving die zegt: We hebben geleerd van het verleden.”

Behalve Naftaniel spraken ook P. Renssen, bestuurslid van het 4 en 5 mei comité Zaltbommel, en D. de Cloe, ondervoorzitter van de vaste kamercommissie voor binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties. De Cloe noemde de gebeurtenissen in Zaltbommel „triest. Er zijn nog steeds mensen in Nederland die het gemunt hebben op de Joden. Maar de vrijheid die wij ook de afgelopen tijd hebben gevierd houdt ons op de been. Ondanks de verbijstering en het verdriet hier in Zaltbommel.”

Ondoenlijk
„Woorden uitspreken om zo veel zinloos geweld te beschrijven is haast ondoenlijk”, aldus mevrouw C. W. Jacobs, plaatsvervangend commissaris van de Koningin in de provincie Gelderland. „Zijn hier jeugdige vandalen bezig geweest? Wisten zij wellicht niet waar zij mee bezig waren? Wij mogen het hopen. Ik wil hier namens het bestuur van de provincie Gelderland krachtig stelling nemen tegen wat in Zaltbommel is gebeurd.”

Na de bijeenkomst bleven veel mensen op de Waalkade nog lang napraten. Maar de mobieltjes gingen weer aan. Het normale leven in Zaltbommel nam weer een aanvang.