Binnenland | 1 mei 2001 |
Zondag overleden staatsman had na twee kabinetten het nakijkenBiesheuvel werd geen nieuwe ColijnDoor A. de Jong
Mooie Barend had dan ook veel mee: een rijzige gestalte, een wilskrachtige kaak en een dwingende blik. Daarbij was hij snel van begrip, handig en pragmatisch. Na een rechtenstudie maakte hij carrière in de christelijke boerenorganisatie CBTB, om vervolgens in de politiek terecht te komen. Daar maakte hij de verwachtingen aanvankelijk geheel waar. In 1963 werd de ARP'er minister van Landbouw en vice-premier in het centrum-rechtse kabinet-Marijnen. Dezelfde functies vervulde hij in het rooms-rode kabinet-Cals, en na de beruchte nacht van Schmelzer in het interim-kabinet van zijn partijgenoot Zijlstra. Na de verkiezingen van 1967 werd Biesheuvel formateur en beoogd premier. Maar toen ontstonden de eerste barstjes in het beeld van de nieuwe Colijn. De populaire ARP-voorman haakte af omdat hij als kandidaat-premier geen genoegen wenste te nemen met de kandidaat-ministers die door de coalitiepartners KVP, CHU en VVD naar voren werden geschoven. De KVP'er De Jong bleek minder kieskeurig en had er geen moeite mee dezelfde ploeg wel te gaan leiden. Schoten In 1971 werd Biesheuvel alsnog premier in een kabinet dat behalve de christelijke partijen en de VVD noodgedwongen ook DS'70 in zich had opgenomen. Dat deze regeringsploeg in 1972 al strandde, had veel te maken met het recalcitrante gedrag van DS'70. Tegelijk is vaak gesteld dat de kortaangebonden Biesheuvel de val van zijn kabinet aan zichzelf te wijten had: hij was onvoldoende bovenpartijdig, probeerde DS'70 een lesje te leren en legde onredelijk hoge bezuinigingen op het bord van juist de DS'70-ministers. Daarna was het voor de veelbelovende Biesheuvel eigenlijk bekeken. Na een tussenkabinetje in dezelfde samenstelling zonder DS'70, zou hij zelf graag opnieuw premier zijn geworden. Maar de ARP-Tweede-Kamerfractie voelde daar niets voor. Terwijl Biesheuvel de ene dag nog in het openbaar beweerde dat formateur Burger er nooit in zou slagen de ARP bij zijn formatie te betrekken, bleek de andere dag dat de anti-revolutionairen Boersma en De Gaay Fortman zich wel degelijk hadden laten losweken en instapten in het kabinet-Den Uyl. Biesheuvel was ziedend, maar had het nakijken. In 1973 nam hij als kamerlid afscheid van de landspolitiek. Verdienstelijk Van een afstand bleef Biesheuvel zich wel degelijk met de politiek bemoeien, in gevraagde en ongevraagde adviezen. Zo pakte hij in mei 1999 uit met stevige kritiek op CDA-leider De Hoop Scheffer, die na de ''nacht van Wiegel meteen opriep tot nieuwe verkiezingen. De oud-premier vermoedde achter dit advies een overmaat aan politieke gretigheid, een onderwaardering van het landsbelang en een gebrek aan strategisch inzicht. Geloof |
![]() |