Binnenland8 maart 2001

Bezoek aan de VS zal nog vaak worden aangehaald

Prins slaat zich erdoorheen

Door Bea Versteeg
BOSTON – Een kwinkslag hier, een terzake doende vraag daar. Uiterlijk onbewogen rondde prins Willem-Alexander gisteren in Boston zijn bezoek aan de Verenigde Staten af. Zijn gastheren en -vrouwen hebben aan hun gast niet gemerkt dat hij het middelpunt van discussie in zijn vaderland is. De prins doet alsof er niets aan de hand is.

Om kwart over tien 's morgens verlaat prins Willem-Alexander zijn hotel. De camera's registreren een duidelijk gespannen troonopvolger. De uren die zijn verstreken sinds zijn verwijzing naar de brief van Videla tegenover Nederlandse journalisten dinsdag, behoren tot de minder prettige van zijn leven.

Op het moment dat het nieuws in Nederland is doorgedrongen, zijn de signalen bij de politiek verantwoordelijken in Den Haag op rood gesprongen. De lijn tussen de hofstad en de prins was veelvuldig bezet. Premier Kok heeft zich ongetwijfeld bij hem gemeld voordat de minister-president zich publiekelijk over de uitlatingen van de prins uitliet.

Onaangenaam verrast
Zo'n gesprek is allereerst een kwestie van beleefdheid. Het is niet netjes iemand publiekelijk de les te lezen zonder hem daarvan van tevoren op de hoogte te stellen.

Gezellig kan het gesprek niet zijn geweest. De premier was onaangenaam verrast door de uitspraak van de prins. Hij dacht met het Koninklijk Huis een radiostilte over de zaak-Zorreguieta te hebben afgesproken. Na zijn uitspraak over de kwestie, begin februari, deed de premier er het zwijgen toe. En nu verbreekt nota bene een van de andere hoofdrolspelers de afspraak.

Het oordeel van de politiek voor de prins verantwoordelijke premier, dat hij Willem-Alexanders uitlatingen onverstandig vind, is niet meer en niet minder dan een publieke terechtwijzing. Zoiets komt hard aan, ook bij de troonopvolger. Niemand vindt het leuk om voor het oog van bijna de hele natie een standje te krijgen. Als de prins zijn Bostonse hotel verlaat, heeft Kok al gesproken.

Knikje
Wat er in de prins omgaat, laat zich alleen maar raden. Verwijt hij zichzelf dom te hebben gehandeld? Vraagt hij zich af hoe hij zich tot stomme verbazing van iedereen zo heeft kunnen laten gaan? Heeft hij begrip voor de reactie van de premier? De hem vergezellende journalisten horen niets uit zijn mond over zijn beweegreden. Ze krijgen een knikje. Ze zien hem tussen twee programmapunten door op straat via de gsm bellen. Beveiligers schermen hem af. Heel alleen staat hij daar in een hoekje.

Nog geen tien minuten later is prins Willem-Alexander weer de koninklijke professional. Iets sneller dan normaal spreekt hij op een receptie in Boston wonende Nederlanders toe. Hij vind het „grappig” om dat in het Engels te doen. Zijn gehoor lacht erom. Ze zijn al verguld met de uitnodiging voor de bijeenkomst. Voor hen het bewijs dat ze ertoe doen in de Nederlandse gemeenschap ter plaatse. Hoewel een flink pak sneeuw van de tocht naar de receptie geen pretje maakte, had een wat ouder echtpaar de ontmoeting met de prins „voor geen goud willen missen.”

Met veel flair slaat de prins zich ook door de laatste twee programmapunten heen: een bezoek aan het biotechbedrijf Genzyme en het Big Dig-project. Bij Genzyme krijgt hij uitgelegd hoe met behulp van DNA-technieken van eierstokcellen van Chinese hamsters een medicijn wordt gemaakt voor mensen met een zeldzame erfelijke ziekte. Welwillend poseert hij aan het eind van het bezoek voor de huisfotograaf.

Geïnteresseerd
De Nederlandse en Amerikaanse betrokkenen bij het infrastructuurproject Big Dig vinden in de prins een geïnteresseerd bezoeker. Het Big Dig-project houdt onder meer de aanleg van een 10 kilometer lange tunnel in, waardoor de binnenstad van Boston beter bereikbaar wordt voor het wegverkeer. Interbeton, een dochter van het Nederlandse bouwconcern HBG, neemt de aanleg voor haar rekening.

Zoals vaak tijdens dit vierdaagse bezoek stelt de prins tijdens de uitleg een vraag over de financiering van het project. Ook wil hij weten of de tunnel is geboord. Onderwijl vecht hij tegen de vermoeidheid. Om kwart over vijf gaan hij en zijn gevolg naar het vliegveld voor de terugreis naar Nederland. Daarmee komt een eind aan een bezoek dat ongetwijfeld nog vaak zal worden aangehaald. Niet zozeer vanwege het bijzondere karakter, maar wel door die ene opmerking.