Binnenland2 februari 2001

Advocaat: Schieten moet vaker mogen

Agent niet vervolgd
na geweerschoten

ROTTERDAM – De politieagent die in april 1999 na de huldiging van Feyenoord op de Coolsingel in Rotterdam gericht op voetbalsupporters heeft geschoten, wordt niet strafrechtelijk vervolgd. Dat heeft het openbaar ministerie in Rotterdam besloten.

Bij het incident werden vier mensen door kogels gewond. De rijksrecherche, die direct na het gebeuren een onderzoek begon, concludeerde dat onduidelijk is gebleven of er een noodzaak was op de supporters te schieten. Het OM bekeek daarna of de agent poging tot doodslag ten laste kon worden gelegd.

Volgens officier van justitie M. Kaptein voldeed de agent niet aan de geweldsinstructie, maar waren er bijzondere omstandigheden. De agent bevond zich volgens justitie in een buitengewoon agressieve menigte die, al stenen en andere voorwerpen gooiend, optrok.

De agent verklaarde het gevoel te hebben dat hij ter plaatse zou worden gelyncht, aldus het OM. Deze als levensbedreigend ervaren situatie riep grote angst en hevige paniek op, ook al omdat de man geruchten had gehoord dat hooligans een aanval wilden doen op agenten.

Bovendien zag hij dat het trekken van het dienstpistool door hem en collega's en het lossen van waarschuwingsschoten in de lucht geen enkel effect hadden. Deze omstandigheden maken dat de agent niet verweten kan worden dat hij de geweldsinstructie heeft overtreden, aldus justitie.

Een van de gewonden, die door een kogel in zijn been werd geraakt, legt zich niet bij het besluit van justitie neer. „Mijn cliënt betwist dat er een noodzaak voor de agent was om gericht te schieten”, zegt zijn advocaat F. van Ardenne. De Feyenoord-fan begint bij het gerechtshof in Den Haag een zogenaamde artikel-12-procedure. Daarin vraagt hij het hof justitie op te dragen de agent alsnog te vervolgen.

Vaker schieten
De advocaat van de agent, raadsman B. van Eijck, is verheugd over de beslissing van justitie. Hij heeft wel kritiek op de huidige geweldsinstructie. „Geüniformeerde agenten krijgen steeds vaker te maken met geweld van groepen en komen ook vaker in levensgevaarlijke situaties. De geweldsinstructie regelt die gevallen niet”, stelt de raadsman.

Volgens hem moet de politiek de geweldsinstructie uitbreiden. „Er moeten meer gevallen worden opgenomen waarbij agenten mogen schieten. Als dat niet gebeurt, schiet de politiek tekort in het beschermen van agenten.”