Binnenland31 januari 2001

Van Aartsen
dubt over hulp
aan Palestijnen

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – Op aandrang van de christelijke fracties in de Tweede Kamer buigt minister Van Aartsen (Buitenlandse Zaken) zich over de vraag in hoeverre hij de Nederlandse hulprelatie met de Palestijnen kan aanwenden als drukmiddel ten aanzien van het vredesproces in het Midden-Oosten.

In een algemeen overleg over het Midden-Oosten riepen CDA, RPF/GPV en SGP Van Aartsen ertoe op de hulprelatie met de Palestijnen op zijn minst nog eens te herzien. Het gaat hen daarbij niet om noodhulp, maar om de tijdelijke hulprelatie, die onder meer voorziet in de bouw van een haven bij Gaza.

Al eerder opperde het GPV-kamerlid Van Middelkoop dat het wellicht een goed signaal aan het adres van de Palestijnse Autoriteit zou zijn wanneer Nederland en de Europese Unie de hulp zouden stoppen. „Het is voor de compromisbereidheid van de heer Arafat in het vredesproces wellicht veel beter dat we een keer boe roepen dan dat we maar doorgaan met het gireren van geld”, zei Van Middelkoop gisteren.

Van Aartsen verklaarde bereid te zijn verder na te denken over het gebruik van de (tijdelijke) hulprelatie als drukmiddel om de Palestijnen te dwingen tot een positieve opstelling in het vredesproces met Israël. Hij zal een beleidslijn uitstippelen zodra minister Herfkens van Ontwikkelingssamenwerking de effectiviteit van de hulp opnieuw heeft onderzocht. Intrekking van de hulp is voor de linkse kamerfracties een „onbegaanbare weg.”