De Milliano ziet
af van kamerzetel
Van onze redactie politiek
DEN HAAG – Het voormalige CDA-kamerlid Jacques de Milliano ziet er bij nader inzien toch van af een zetel in de Tweede Kamer in te nemen. De vele negatieve reacties op zijn voornemen om aan het Binnenhof terug te keren, hebben hem tot dit besluit gebracht.
|
De Milliano toont zich teleurgesteld dat zijn ideaal om als onafhankelijk kamerlid een aanzet te geven tot een nieuwe, open cultuur in het parlement niet is herkend. Dat zijn ongebruikelijk stap kritiek uit zou lokken, had hij voorzien, maar de mate waarin verraste hem. „Ik had windkracht 8 verwacht; het werd windkracht 12.”
Nog maar ruim een week geleden maakte De Milliano op een persconferentie in Rotterdam zijn terugkeer in de politiek bekend. Een bepaling in de Kieswet maakte het hem mogelijk om de kamerzetel op te eisen die hij in november 1998 vrijwillig had opgegeven. De Milliano zat toen nog maar een halfjaar voor het CDA in de Tweede Kamer. Omdat hij zich niet kon vinden in het standpunt van de christen-democraten over Bosnische asielzoekers, verliet hij zowel de Kamer als het CDA. Met de ruimte die hij van de CDA-fractie kreeg om een minderheidsstandpunt in te nemen, nam hij destijds geen genoegen.
Stroom
Zijn besluit om, na meer dan twee jaar afwezigheid, als onafhankelijk kamerlid terug te keren –nu er door het vertrek van CDA-kamerlid Bijleveld een zetel vrijkwam– bracht een stroom van reacties op gang. Het CDA sprak verontwaardigd van zetelroof en wees er nadrukkelijk op dat De Milliano in 1998 'slechts' zo'n 12.000 stemmen had behaald, terwijl er voor één kamerzetel ongeveer 60.000 nodig zijn.
Het zou in de parlementaire geschiedenis uniek geweest zijn als een kamerlid, na vrijwillig vertrek en na verloop van enkele jaren, weer was teruggekeerd in het parlement zonder zich bij de fractie aan te sluiten waartoe hij behoorde. De vrijgekomen zetel in de Kamer zal binnenkort worden ingenomen door de christen-democrate mevrouw De Pater-Van der Meer.
