Binnenland17 januari 2001

Beslissing bestuur vooral ingegeven door interne partijpolitiek

ChristenUnie kiest voor veilig

Door B. J. Spruyt
DEN HAAG – Met de keuze voor GPV'er K. Veling als de nieuwe politieke leider van de ChristenUnie kiest de partij voor rust en zekerheid. De overwegingen die tot de beslissing hebben geleid, lijken meer door partijpolitieke dan door electorale overwegingen te zijn ingegeven. De les van GroenLinks heeft de ChristenUnie nog niet geleerd.

Veling is in menig opzicht de tegenpool van zijn belangrijkste concurrent voor het lijsttrekkerschap, de RPF'er Van Dijke. Lange tijd is gedacht dat de strijd om de eerste plaats tussen Van Dijke en GPV'er Van Middelkoop zou gaan. Maar Van Middelkoop is al in een vroeg stadium afgevallen. Van Middelkoop is een uiterst bekwaam kamerlid met een reputatie binnen de Kamer die staat als een huis. Maar het bestuur heeft in hem niet de teambouwer gezien die de leider van een fractie moet zijn. Bovendien heeft hij zich vorig jaar enkele keren negatief uitgelaten over het unieproces van RPF en GPV. Dat zou zijn leiderschap ongeloofwaardig hebben gemaakt.

Van Dijkes kracht is ook zijn achilleshiel. Enthousiast en met flair heeft hij de afgelopen jaren achter de eenwording van RPF en GPV aangejaagd. Binnen en buiten het parlement heeft hij belangrijke onderwerpen op de politieke agenda weten te krijgen. Maar een deel van de GPV-achterban schijnt zijn 'losse' stijl niet helemaal te vertrouwen.

En juist het GPV-smaldeel is het afgelopen jaar een oorzaak van zorg geweest. Bij het laatste Uniecongres werd bijvoorbeeld duidelijk dat het aantal aanwezige RPF'ers vele malen groter was dan het aantal GPV'ers. Velen van hen zagen toch met lede ogen aan hoe hun oude partij met herkenbare boegbeelden als Jongeling en Schutte, langzaam maar zeker in de RPF oploste. De belangrijkste functies binnen de ChristenUnie -zoals het voorzitterschap (Van Daalen) en het directeurschap van het wetenschappelijk bureau (Kuiper)- waren in handen van de RPF gekomen. De betrokkenheid van de GPV'ers bij de Unie was dus gering.

Om de GPV-achterban te reactiveren was de keuze van een herkenbare GPV'er dus het aangewezen middel. Omdat Van Middelkoop afviel, is het bestuur op zoek gegaan naar een andere kandidaat uit het vrijgemaakt-gereformeerde bolwerk. De keuze viel vervolgens op Veling.

Degelijkheid
Veling is al tien jaar lid van de Senaat, maar heeft in die periode nauwelijks van zich doen spreken. Hij heeft een afstandelijk-beschouwende aard, zoekt de publiciteit niet en is niet de man om zich te profileren op vluchtige en modieuze onderwerpen. Veling staat voor degelijkheid en integriteit. Het is dan ook begrijpelijk dat binnen de SGP opgelucht is gereageerd op zijn verkiezing. Veling zelf zegt ook de samenwerking met de staatkundig-gereformeerden liefst zo ver mogelijk te willen uitbreiden.

Kenmerkend voor Velings wijze van optreden is zijn bijdrage aan het debat over het homohuwelijk. Die bijdrage was scherp en intelligent, maar ging niet over het wetsvoorstel zelf maar over de wijze waarop het debat werd gevoerd. Hij zei daarbij behartigenswaardige zaken. Hij voerde onder meer aan dat niet-christenen niet het recht hebben om de argumenten van christenen bij voorbaat als niet-rationeel ter zijde te schuiven. Hij wenste niet uit het debat „weg gerespecteerd” te worden.

Opmerkelijk was echter wat er gebeurde toen de D66'er Kohnstamm Veling aansprak op het verwijt dat paars „normloos” zou zijn. Veling gaf hem antwoord, maar toen Kohnstamm hem met zijn kritiek verder uitdaagde, haalde Veling zijn schouders op en liep hij terug naar zijn bankje. Hij had natuurlijk moeten zeggen dat een norm absoluut is of anders helemaal geen norm is.

Optelsom
Veling, met andere woorden, is gekozen tot politiek leider om de boel bij elkaar te houden. Dat is een legitieme reden, zeker in de huidige situatie. Maar naar het zich laat aanzien is hij niet de debater noch het politieke dier dat de ChristenUnie in nieuwe electorale groepen kan doen inbreken. Daar was de stijl en het optreden van Van Dijke juist wel op gericht.

De parallel met GroenLinks is in dit verband leerzaam. Deze partij ontstond in 1989 als fusie van de PPR, de PSP, de CPN en de EVP. Lange tijd waren partijpolitieke redenen doorslaggevend bij de aanwijzing van de lijsttrekker(s). De verschillende bloedgroepen moesten zich in de kandidaten kunnen herkennen en dat leidde zelfs tot ongelukkige duo-lijsttrekkerschappen. Zolang deze geest heerste, was GroenLinks niet meer dan een optelsom van haar componenten.

Het werd pas anders toen Paul Rosenmöller in 1994 lijsttrekker werd. Hij bleek een gewiekst debater die onderwerpen wist te agenderen en het het paarse kabinet knap lastig kon maken. Vanaf dat moment steeg GroenLinks gestaag in de opniepeilingen, wat in 1998 werd verzilverd met zes zetels winst. Veling is een man met grote kwaliteiten, maar als de christelijke Rosenmöller heeft hij zich vooralsnog niet geprofileerd.

Vertrek
Minstens zo opmerkelijk als de aanwijzing van Veling tot politiek leider is het spoedige vertrek van Schutte. Dat heeft bijna iets tragisch. Een mooie baan, en daarmee een eervol afscheid, ligt niet in het verschiet. Jarenlang was hij het staatsrechtelijk geweten van de Kamer en een van de meest kundige en betrouwbare parlementariërs. Hij was bezig zijn reputatie op dat punt een beetje te overleven en dat kwam misschien vooral door de moeite die Schutte heeft gehad met alle partijpolitieke verwikkelingen. Hij wekte nooit de indruk dat hij de unie van RPF en GPV van harte steunde. Maar een man als Schutte is loyaal tot in het extreme. Alle eenmaal genomen besluiten heeft hij steeds gesteund. Met Schutte vertrekt een van de groten uit de parlementaire geschiedenis van het Binnenhof. En dat had best wat eervoller gemogen.

Opmerkelijk is ook de gok die Schutte's opvolger Slob heeft genomen. Hij zal weliswaar op korte termijn zijn opwachting maken in de Tweede Kamer, maar bij de komende verkiezingen staat hij zesde op de lijst. Het is allerminst denkbeeldig dat de eerste vrouw op de lijst, die op nummer zeven staat, via voorkeurstemmen in de Kamer wordt gekozen. Als de Unie op zes zetels blijft steken, zou Slob uit de boot tuimelen. Als de Unie haar huidige zetelaantal slechts handhaaft en dus op vijf blijft, zou de verkiezing van mevrouw Huizinga zelfs tot het vertrek van routinier Stellingwerf leiden.

In tal van opzichten gaat de ChristenUnie een spannend jaar tegemoet.