Binnenland17 januari 2001

Huizinga koos bewust voor opvoeding kinderen

„Politiek geen mannenzaak”

Door A. de Jong
HEERENVEEN – Grote verrassingen biedt de kandidatenlijst van de ChristenUnie niet. Althans, niet op de eerste zes plaatsen. Na de gezeten Haagse politici en na de op nummer zes geplaatste, eveneens reeds bekende A. Slob, volgt op nummer zeven het eerste echt nieuwe gezicht: mevrouw J. C. Huizinga-Heringa (40), huisvrouw, moeder van drie dochters en RPF-raadslid in Heerenveen.

Toen zij voor het eerst hoorde dat de ChristenUnie haar op de zevende plaats van de kandidatenlijst voor de kamerverkiezingen wilde plaatsen, dacht Tineke Huizinga meteen: „Oh, dan staat er blijkbaar boven mij nog minstens één vrouw.” Het streven van de partij was immers om op de kandidatenlijst ten minste één vrouw op een werkelijk verkiesbare plaats te hebben.

Maar dat viel tegen. Huizinga: „Ik maak niemand verwijten en begrijp goed dat bij het samenstellen van een lijst allerlei factoren moeten worden meegewogen. Dat er geen vrouw bij de eerste vijf of zes staat, is natuurlijk geen bewuste keuze geweest maar het resultaat van allerlei afwegingen. Blijft staan dat ik het –los van mijn eigen persoon– wel fijn gevonden had als het was gelukt een vrouw hoger op de lijst te krijgen.”

Mannenzaak
Meer in het algemeen gesproken zou mevrouw Huizinga het betreuren als politiek binnen de ChristenUnie „vooral een mannenzaak zou blijven. Ik geloof dat vrouwen in die wereld ook een rol kunnen spelen. Ook zij hebben gaven en talenten van God gekregen en mogen daar wat mee doen. Als de ChristenUnie er niet in zou slagen vrouwen te mobiliseren, laat zij een groot potentieel liggen.”

De 40-jarige Huizinga is moeder van drie kinderen, die allen in het voortgezet onderwijs zitten. Ze is sinds 1998 in de Heerenveense politiek actief als raadslid. Na het gymnasium alfa studeerde Huizinga rechten in Utrecht, een studie die zij nooit afmaakte. „Ik trad in het huwelijk en kreeg kinderen. Bewust koos ik ervoor me eerst alleen met hun opvoeding bezig te houden. Na een aantal jaren kwam er vervolgens weer ruimte om er iets bij te doen. Dat werd de politiek.”

Het combineren van het huishouden met het raadslidmaatschap geeft een druk bestaan, ervoer Huizinga. Die drukte wordt nog versterkt doordat de RPF-fractie in Heerenveen uit slechts één persoon bestaat.

Ondanks dat is het politieke werk haar tot nu toe uitstekend bevallen. „Waar je veel plezier in hebt, kost je in het algemeen minder inspanning. Daar komt bij dat mijn man er volledig achter staat. Dat is een noodzakelijke voorwaarde. Als je partner strikt denkt en zegt: Dit is jouw werk en ik heb het mijne, dan moet je als vrouw niet aan politiek beginnen.”

Opboksen
Voordat Huizinga, lid van de Nederlands Gereformeerde Kerken, met haar raadswerk begon, leefde bij haar de gedachte dat er in de raad waarschijnlijk vreemd tegen haar zou worden aangekeken. „Ik vermoedde dat ik met allerlei tegenkanting te maken zou krijgen, zou moeten opboksen tegen verkeerde beelden en tegen het imago lid te zijn van een ontzettend strenge partij.”

Maar dat viel erg mee. „Ik ontdekte dat er ook veel raakvlakken zijn met vertegenwoordigers van andere partijen, ook van niet-christelijke partijen. In Heerenveen heerst sterk de sfeer dat we met elkaar de gemeente besturen. Ik heb over het algemeen het gevoel dat ik mijn collega's goed duidelijk kan maken wat mij in de politiek beweegt.”

Dat neemt niet weg dat het soms moeilijk is elkaar te bereiken. „Onlangs hadden we een heel vervelend punt aan de orde: het prostitutiebeleid. Heerenveen heeft twee tot nu toe illegale bordelen. De discussie daarover in de raad voltrok zich aanvankelijk in een lacherige sfeer, met allerlei toespelingen. Ik heb toen laten merken dat dit onderwerp mij zeer raakt, dat ik er diep van overtuigd ben dat je vrouwen zo niet mag gebruiken. Gelukkig kon het debat daarna in een meer serieuze sfeer worden afgemaakt.”

Abstracter
In de Tweede Kamer hoopt Huizinga, die in 1999 in Heerenveen tot ”Politicus van het jaar” werd gekozen, een zelfde collegiale omgang aan te treffen als in de Heerenveense raad. Ze is zich ervan bewust dat er ook veel verschillen zullen zijn. „Het kamerlidmaatschap is een fulltimebaan. Ik zal, als ik word gekozen, dagelijks twee uur heen en twee uur terug moeten reizen. Ik zal veel stukken moeten lezen, proberen moeten een overall-beeld te krijgen. Daardoor zal ik voor mijn hobby's, tuinieren en het lezen van thrillers, niet zo veel tijd meer overhouden. Ik ga er verder van uit dat ik op een abstracter niveau bezig zal zijn, maar daar houd ik juist van.”

Dat Huizinga in de Kamer komt, is gezien haar zevende plaats op de lijst lang niet zeker. Zelf houdt de Heerenveense het wel degelijk voor mogelijk. „In de peilingen staan we op zes zetels. We hebben nog ruim een jaar om campagne te voeren. Ik hoop op een zetel of zeven, acht.”