Binnenland 8 december 2000

Vermeende Rotterdamse drugbaron Cock S. leefde op grote voet

Revolvers tussen kratjes knoflook

Door J. Visscher
ROTTERDAM – Cock S. zit sinds deze week weer vast. Justitie moest de vermeende drugsbaas uit Rotterdam midden jaren negentig laten lopen. De gehanteerde opsporingstechnieken konden niet door de beugel. Het IRT-spook laat z'n schaduw weer zien.

De Rotterdamse politie denkt een vette vis aan de haak te hebben geslagen. Met de aanhouding van veertien mensen zou een omvangrijke drugsbende zijn opgerold. De bende exporteerde onder meer xtc-pillen en cocaïne naar onder meer Engeland en Australië.

Meest bekende verdachte is de Rotterdammer Cock S. Tijdens het zogeheten Bever-onderzoek midden jaren negentig maakte de Rotterdamse politie al jacht op de man. De zaak liep echter stuk.

Dat heeft alles te maken met de inzet van infiltrant Paul de Coureur. Deze transportondernemer ging jarenlang voor de politie undercover in diverse grote criminele organisaties. Doel was om grote drugsbazen als Johan V. (de Hakkelaar) te pakken te krijgen.

Versteld
De Coureur infiltreerde ook in de bende van Cock S. Vaak deed de Coureur zaken in opdracht van het omstreden 'koningskoppel' Klaas Langendoen en Joost van Vondel, jonge rechercheurs van de Criminele Inlichtingendienst (CID) Haarlem. De opsporingstechnieken van dit omstreden duo deden velen tijdens de parlementaire enquête (commissie-Van Traa) midden jaren negentig versteld staan. Met medeweten van justitie bleken tonnen (soft)drugs op de markt te zijn gebracht.

De Coureur zorgde –met hulp van de politie– voor loodsen voor criminelen. Ook regelde hij douanepapieren en ritselde hij chauffeurs – op kosten van de politie. Intussen hield hij de politie op de hoogte van de gangen van de drugshandelaren.

De bende van Cock S. bracht, onder toeziend oog van justitie, minstens 20.000 kilo hasj op de markt, betoogt de Coureur in het recent verschenen boek ”Deals met Justitie” van Vrij Nederland-journalist Marian Husken. Met het doel de politie informatie te verschaffen, regelde de Coureur de papieren voor de criminelen.

Tijdens de achtervolging van het transport verloor de politie de vrachtwagen met drugs tijdens de drukke avondspits echter uit het oog. Onmogelijk haast, stelt de Coureur, want de criminele organisatie had zo'n oude vrachtwagen geleverd dat je de zwarte rook tot ver in de omtrek kon zien.

In ”Deals met justitie” verhaalt de Coureur hoe Cock S. wilde testen of zijn helper (in werkelijkheid een 'geheim agent') daadwerkelijk containers drugs Rotterdam wist binnen te smokkelen. Er zou een proefzending komen met knoflook. Het lukte de Coureur de zending knoflook binnen te krijgen, zogenaamd met medewerking van een corrupte douaneman, in werkelijkheid onder toeziend oog van de politie. Tussen de kratjes knoflook had Cock S. revolvers mee laten smokkelen. De Coureur heeft er nog eentje van hem gekocht.

Mercedessen
Mooie wagens bleken een doeltreffend middel om het vertrouwen van iemand als Cock S. te winnen. De Coureur schafte zich Mercedessen, een Bentley en een Ferrari aan. Vandaar zijn bijnaam.

De Coureur voelde zich gedwongen om –net als de drugscriminelen– op grote voet te leven, zo meldt hij in ”Deals met Justitie”. Van Cock S. en consorten moest hij een keer een maand verkassen naar Aruba, ook daar werden drugszaken gedaan. „Alles bij elkaar was ik voor mij en mijn familieleden 45.000 gulden aan business class-tickets en hotel kwijt. Cock S. zei nog: Moet ik het soms voor je betalen, krent. Zo noemden ze mij.”

In 1996 kwamen drugscriminelen erachter dat de Coureur hen jarenlang voor het lapje heeft gehouden. De overheid verklaarde de opsporingstactieken met infiltranten besmet. Er is een crisis in de opsporing, was de boodschap van Van Traa.

De ex-infiltrant voelt zich al jaren als opgejaagd wild. Hij is meermalen bedreigd en vreest te worden geliquideerd. Bovendien vindt de ex-informant dat hij door de politiemensen die hem begeleidden (runners) als oud vuil aan de kant is gezet. De Coureur heeft al eens gedreigd de Haarlemse korpschef te vermoorden.

Kogelwerend glas
De woning van de ex-infiltrant is veranderd in een fort. Hekken staan onder stroom. De ramen zijn van dik kogelwerend glas. Binnen staan beveiligingscamera's. In een van de kamers, zonder ramen, zit een deur die zelfs met een mitrailleur niet kapot is te schieten. De man zit psychisch volledig aan de grond. Ooit overgoot hij zichzelf met spiritus en dreigde hij zichzelf in de brand te steken. „Ik heb zoveel verschillende rollen gespeeld. Dag in dag uit. Tegenover herencriminelen, zo iemand als Cock S., gedraag je je anders dan tegenover de jongens van de gestampte pot. Tegelijkertijd moest je ook denken als een politieman.”