Binnenland 8 december 2000

Verdachte heeft ander signalement

„Moord op Nienke
drie keer bekend”

Van onze binnenlandredactie
ROTTERDAM – Het verspreide signalement klopt van geen kanten maar toch houdt justitie de 31-jarige Vlaardinger K. B. verantwoordelijk voor de moord op de 10-jarige Nienke Kleiss. Tot drie keer toe legde hij een bekentenis af, maar trok die later weer in.

B. moest gisteren voor de rechtbank in Rotterdam verschijnen. Het ging om een zogenaamde pro-formazitting, die nodig was omdat een verdachte binnen een bepaalde tijd moet voorkomen. B. zit inmiddels drie maanden vast.

Volgens officier van justitie B. den Hartigh heeft de verdachte Nienke op 22 juni seksueel misbruikt en vermoord in het Beatrixpark in Schiedam. Ook verwondde hij haar 11-jarige vriendje Maikel en probeerde hem te vermoorden. Door zich voor dood te houden, redde Maikel zijn leven en kon ontkomen.

Den Hartigh zei dat B. in het weekeinde van 10 september achtereenvolgens tegenover de politie, hemzelf en de rechter-commissaris de moord op het meisje bekende. De verdachte heeft een historie van seksuele voorkeur voor kinderen. Hij wil worden behandeld.

B. heeft zijn bekentenis later herroepen. Hij hield ook gisteren voor de rechtbank vol onschuldig te zijn. Advocaat J. Taekema stelt dat zijn cliënt de bekentenissen destijds onder grote druk heeft afgelegd. Hij wil de politiemensen die het verhoor afnamen aan de tand voelen.

Summier
B. werd aanvankelijk als getuige in de zaak-Nienke gehoord. Hij belde op de dag van de moord vanuit het Beatrixpark het alarmnummer van de politie.

Advocaat Taekema vroeg gisteren de rechtbank zijn cliënt vrij te laten. „Het bewijsmateriaal in de zaak is zeer summier.” Die wees dat af en verwees de zaak terug naar de rechter-commissaris. Beide partijen hebben drie maanden om verdere bewijzen of verweren te zoeken. B. zal ondertussen in het Pieter Baan Centrum psychisch worden onderzocht.

Verder zal worden bekeken of er manieren zijn om Maikel als getuige te horen zonder dat die daardoor verder getraumatiseerd raakt. Volgens Taekema is de verklaring van het jongetje cruciaal. Hij gaf destijds een beschrijving van de belager die niet overeenkomt met het uiterlijk van de verdachte.

Het jongetje verklaarde tegenover de politie dat zijn belager een bleek, pokdalig gezicht met veel puisten had. Ook zou hij een gaatje in zijn oor hebben gehad. Justitie verspreidde dit signalement. B. lijkt er niet op. Officier Den Hartigh kon het verschil niet ontkennen, maar hecht er weinig waarde aan. „Het gaat om informatie van een getraumatiseerd jongetje.”

Mes
De inzet van het OM in de geruchtmakende zaak is de hoogst mogelijke: moord. Volgens de officier van justitie sprak B. beide kinderen in het park aan, bedreigde ze met een mes en leidde ze naar de bosjes. Daar beval hij hen zich uit te kleden. Hij dreigde de kinderen te doden als ze zich niet stil zouden houden. B. wurgde vervolgens het meisje, met zijn handen of met een koord dat om haar nek geknoopt zat. Het slachtoffer is seksueel misbruikt. Op het lichaam van het meisje zijn twee haren gevonden „die passen in het haarpalet van de verdachte.”

Voor de aanslag op Maikel legt het OM poging tot moord ten laste. De dader heeft het jongetje een mes tegen de keel gedrukt en geprobeerd hem te wurgen. Aan langdurig zuurstofgebrek heeft Maikel zenuwletsel overgehouden, met een vernauwing van een pupil en een hangend ooglid en mondhoek tot gevolg.