Binnenland22 november 2000

SGP-leider verdedigt zich tegen verwijt van onbarmhartigheid

„Argumenten doen er
in debat niet meer toe”

Door B. J. Spruyt
DEN HAAG – Vele, vele uren zijn al gewijd aan het nieuwe euthanasievoorstel van het kabinet. De eerste ronde van de plenaire afhandeling begon gistermiddag en duurde tot diep in de nacht. Een echt debat wil die behandeling echter niet worden, tot teleurstelling van de kleine christelijke fracties, die er op grond van een belofte van premier Kok veel meer van hadden verwacht. „Argumenten doen er niet meer toe, nu het kabinet toch al weet dat een kamermeerderheid het voorstel steunt.”

De bijdrage van de SGP aan het debat is –evenals de eerdere bijdrage over het homohuwelijk– in een brochure vastgelegd die alle lezers van het partijorgaan De Banier volgende week thuisbezorgd krijgen. De brochure is zestien dichtbedrukte pagina's dik en daarmee langer dan een goede preek. Woordvoerder Van der Vlies was gistermiddag dan ook ruim een uur aan het woord, tegen de achtergrond overigens van een maar heel matig bezette publieke tribune.

Iedereen kon erop wachten: Van der Vlies had zijn fundamentele theologische bezwaren tegen het wetsvoorstel nog niet in het midden gebracht, of D66-kamerlid Dittrich sloop naar de interruptiemicrofoon, ondersteund door een bemoedigend knikje van partijgenote minister Borst. Hij volgde gisteren opnieuw de tactiek waarmee hij eerder Van der Staaij bestreed in het debat over het homohuwelijk: namens wie spreekt de SGP eigenlijk, wanneer zij zich zo massief beroept op Gods Woord?

Dittrich hield Van der Vlies gisteren voor dat de notie van de barmhartigheid vele andere christenen juist brengt tot het toepassen van euthanasie. Van der Vlies had het tegengestelde betoogd en er daarmee blijk van gegeven dat hij „slechts een interpretatie van Gods Woord naar voren had gebracht zoals die in de achterban van de SGP wordt aangehangen.”

Mompelen
Zo'n uitspraak wordt als wat vilein ervaren, maar is voor de kleine christelijke fracties vooral zo pijnlijk omdat die woorden niet helemaal onterecht zijn. Meer dan de kerkelijke verdeeldheid ervaren zij de opsplitsing van christenen in progressieven en behoudenden in toenemende mate als een situatie die zich als argument tegen hen keert. Er valt weinig op te zeggen, zo bleek gisteren opnieuw. Gewoon eens een keer zeggen dat die moderne christenen –die afscheid van het absolute gezag van de Bijbel hebben genomen en daarom het bijbelse spreken over dood en leven niet meer als normatief accepteren– helemaal geen echte christenen zijn, gaat de woordvoerders van SGP en RPF/GPV te ver. Maar misschien dat ze dat voor de duidelijkheid toch eens zouden moeten doen, mompelden sommigen na afloop.

Wreed
Tijdens een eerder overleg heeft Van der Vlies het verwijt voor zijn voeten geworpen gekregen, dat zijn standpunt „wreed en onbarmhartig” is. „Wij werpen dat verwijt verre van ons”, zei Van der Vlies gisteren in een uitvoerige passage over dit aspect. „Het is naar onze diepste overtuiging eerder onbarmhartig een mens in nood los te laten en hem niet alle warmte en beschutting te geven waarin hij zijn levenseinde kan afwachten.” „Barmhartigheid,” aldus Van der Vlies, „is geen ethisch principe om euthanasie te legitimeren. Integendeel. Bijbels gezien is barmhartigheid –evenals gerechtigheid en straf– gericht op iemands behoud.”

Van der Vlies sprak zijn teleurstelling uit over de wijze waarop het debat tot nog toe is verlopen. Premier Kok beloofde tijdens de algemene politieke beschouwingen van vorig jaar dat het kabinet „heel zorgvuldig aandacht zou geven aan de principiële bezwaren tegen dit voorstel. Wat de SGP-fractie betreft is aan deze toezegging nog niet voldaan”, aldus Van der Vlies.

RPF/GPV-woordvoerder Rouvoet maakte hetzelfde punt. Rouvoet, die in zijn bijdrage slechts één A4'tje voor Van der Vlies onderdeed, zei dat „de zorgvuldigheid van behandeling gaandeweg uit beeld is geraakt.” „Tal van vragen, waarvan sommige al voor de derde keer zijn gesteld, zijn nog steeds niet beantwoord, alle voorstellen onzerzijds voor versterkingen van waarborgen tegen ontsporingen zijn zonder veel omwegen, maar ook zonder veel argumenten van tafel geveegd en de ministers zijn niet veel verder gekomen dan het herhalen van wat in de schriftelijke stukken al is gezegd. Het heeft er sterk de schijn van dat argumenten er niet meer toe doen en dat de ministers het debat nu gewoon willen afronden in de geruststellende wetenschap dat een ruime meerderheid van de Kamer het wetsvoorstel op hoofdlijnen steunt.”

Conservatief
Rouvoet vroeg het kabinet nogmaals om nu eens aan te geven welke overwegingen aan het wetsvoorstel ten grondslag liggen. Als het principe van het recht op zelfbeschikking niet doorslaggevend is geweest, welk motief heeft het kabinet er dan toe gebracht euthanasie te legaliseren? „Ik vind het eerlijk gezegd onvoorstelbaar dat in de uitvoerige discussie tot nog toe geen duidelijk antwoord op deze cruciale vraag is gekomen.”

Rouvoet citeerde een toespraak van de Amerikaanse Republikeinse president Reagan over ”Abortus en het geweten van het volk”. „Met jaloersheid hebben velen ook in ons land toen gehoord hoe de hoogste politieke ambtsdrager in dat land principieel verzet aantekende tegen een ontwikkeling in de richting van een cultuur waarin het doden van menselijk leven een geaccepteerd verschijnsel is. Bij euthanasie ligt dat niet wezenlijk anders.”

Dit debat zal daarom geen punt achter de discussie zetten, aldus Rouvoet. Hij zei te vrezen dat de „erkenning van de menselijk autonomie onontkoombaar zal eindigen in een individueel keuzerecht met betrekking tot leven en dood, waarbij alle waarborgen en begrenzingen die nu worden opgenomen vroeg of laat zullen verdampen.”

Dat is een weg die „letterlijk doodloopt”, aldus Rouvoet. De RPF'er –die tijdens de behandeling van de begroting van Justitie al uitvoerig citeerde uit het werk van Edmund Burke, de grondlegger van het conservatisme– hanteerde opnieuw conservatieve argumenten. Zowel het homohuwelijk als de legalisering van euthanasie tast „de gezonde grondslagen van onze samenleving aan. Hier is meer aan de hand dan een verschil van mening over politieke keuzes. Het gaat hier immers om instituties en waarden die in een lange geschiedenis gegroeid zijn en in onze cultuur geworteld. Wie deze instituties en waarden welbewust terzijde schuift en zo de grondslagen van een gezonde samenleving fundamenteel en welbewust aantast, laadt een zware verantwoordelijkheid op zich.”