Proefschrift leidt tot
opschudding op VU

AMSTERDAM – Een proefschrift over trauma's bij Palestijnse kinderen heeft op de Vrije Universiteit tot opschudding geleid. Volgens buitengewoon hoogleraar prof. dr. N. Aaronson zijn bepaalde passages uit de dissertatie van S. Qouta onwetenschappelijk. Ook een lid van de leescommissie, die proefschriften beoordeelt, heeft negatief over het werk geadviseerd.

Samir Qouta promoveerde op 1 november. Aaronson ergert zich vooral aan de omslagtekst waarin melding wordt gemaakt van Palestijnse kinderen die stenen gooien naar Israëlische soldaten. Qouta schreef: „Deze kinderen hebben het lef de Palestijnse vlag te hijsen en het antwoord van Israël was agressief: schieten, doden, detentie en nachtelijke invallen.”

Aaronson, bijzonder hoogleraar aan de faculteit geneeskunde, meent dat deze passage absoluut niet door de beugel kan. Volgens hem moeten de criteria waaraan proefschriften bij de VU moeten voldoen, opnieuw worden bekeken. Hij vindt dat de mening van Qouta niet in het proefschrift thuishoort.

De promotor van Qouta, prof. dr. J. de Jong, meent dat het proefschrift wel degelijk aan de voorwaarden voldoet. In Ad Valvas, het weekblad van de VU, laat hij weten de tekst op de achterflap niet te kennen. „Het proefschrift was pas vlak voor de promotiedatum klaar. Het was erg moeilijk het gedrukt te krijgen, met al die onrust in de Gazastrook.”

Mening
Volgens De Jong valt de omslagtekst van een proefschrift buiten de verantwoordelijkheid van de promotor. „Die tekst is door meneer Qouta geschreven en het staat iedereen vrij om er een mening over te hebben.”

De opvatting van De Jong verbaast Aaronson. „Het lijkt me dat de omslag van een proefschrift ook tot dat proefschrift behoort. Dus ook tot de verantwoordelijkheid van de promotor. Ik vindt het onbegrijpelijk dat de rector magnificus deze gang van zaken steunt.”