Binnenland18 oktober 2000

„Dit was de eerste prikactie”

Door R. Pasterkamp
VAASSEN – Hij was gisteren niet in Den Haag, maar gewoon aan het werk in de praktijk in Vaassen. Al is huisarts G. O. van Nieuwenhuyzen (58) het absoluut eens met zijn demonstrerende collega's. „Dit is een eerste prikactie.”

Bij veel huisartsen, met name in Nijmegen en vrijwel heel Limburg, stond gisteren het antwoordapparaat aan. De dokter was naar Den Haag. Om te pleiten voor een betere beloning voor zijn diensten en extra geld om de werkdruk te verminderen.

Het Haagse Malieveld en het plein voor het gebouw van de Tweede Kamer zagen zwart van de witte jassen. „Want ons geduld is op / De zorg gaat naar de knoppen / Wij gaan er nu op af / Die politieke koppen”, zo schalde het in koor door de hofstad.

Het was een keurig en welbespraakt gezelschap dat zich demonstrerend door Den Haag begaf. De woede was er niet minder om. Wat begon als een initiatief van de regionale huisartsenverenigingen uit Nijmegen en Limburg, breidde zich de afgelopen week als een olievlek uit over het hele land. De actie had de steun van de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV).

Omdat minister Borst gisteren niet op de eisen wilde ingaan, komt er mogelijk een landelijke actie van huisartsen. De leden van de LHV praten daar op 9 november over.

Aan de bak
De LHV heeft berekend dat er een investering van 1,3 miljard gulden nodig is in de kwaliteit van de huisartsenzorg. Een normpraktijk komt nu 150.000 gulden aan kosten tekort. Het gaat om de gestegen kosten voor bijvoorbeeld automatisering en onroerend goed die niet in een vergoeding zijn meegenomen.

Huisarts Van Nieuwenhuyzen beheert sinds 1972 een van de zes praktijken in Vaassen-Emst. In totaal wonen er ongeveer 15.000 mensen. Een weekenddienst is zwaar, zegt Van Nieuwenhuyzen. „Het is nauwelijks verantwoord dat je na een zware zondag op maandagmorgen weer aan de bak moet. Je moet dan wel alert zijn.”

Van compensatie is geen sprake, stelt de Vaassense huisarts. „Onze verdere week is volledig gevuld.” Per dag zijn er veertig tot vijftig contacten met cliënten. „Vroeger had je een patiënt gezien als je 'm de hand had geschud, tegenwoordig zijn telefonische contacten net zo zwaar.”

De patiënten worden mondiger, is de ervaring van Van Nieuwenhuyzen. „Je hebt meer tijd nodig per patiënt. De voorganger van mijn voorganger kon nog de hand op de schouder van een vrouwtje leggen en zeggen dat het toch voldoende was als er één in de kamer was die wist wat zij mankeerde. Nu raadplegen mensen allerlei blaadjes en nemen kritiekloos over wat daar staat. Je moet dat als arts allemaal ontzenuwen.”

Wasmachine
Het vak aantrekkelijk maken, dat is de opdracht voor de politiek, vindt Van Nieuwenhuyzen. Geld speelt daarbij nauwelijks een rol. „Geen huisarts zal mopperen over het feit dat hij te weinig verdient, al is het bedrag qua werkbelasting en verantwoordelijkheden absoluut aan de lage kant. Het verschil met bijvoorbeeld de IT'er die mijn computersysteem bekijkt is groot. En de technicus die de wasmachine komt repareren, rekent een voorrijtarief van 60 gulden. Ik moet voor dat bedrag een complete visite doen.”

Een kleinere praktijk en dus meer tijd voor de mensen, zijn ideale werkomstandigheden in de ogen van de Vaassense huisarts. „Er is geld genoeg in Nederland. We moeten alleen zorgen dat het onze kant op komt.” Aan een volgende actie doet Van Nieuwenhuyzen zeker mee. „Er staat al een streep in mijn afsprakenboek.” Van een werkonderbreking of staking zal het niet komen. „Huisartsen zullen de patiënten niet in de steek laten. De mensen zullen alleen wat langer in de wachtkamer zitten.”