Hell's Angels op de dodenakker

Politiewagens rijden dinsdagochtend af en aan rond het hoofdkwartier van de Hell's Angels, waar Klepper ligt opgebaard. De club wordt vaak in verband gebracht met de misdaad.

Twee Hell's Angels –herkenbaar aan het logo op de jas– houden de wacht. De één een ringbaard, de ander kaal. Donkere brillen. Ze zijn zwijgzaam. Dure wagens met Hell's Angels van heinde en ver snellen naar het hoofdkwartier. Een vrouw ergert zich eraan dat er tientallen politiemensen op de been zijn om de uitvaart van Klepper in goede banen te leiden. „Is die vent soms van koninklijken bloede?”

Wapenbezit
Om half een zet de ongewone begrafenisstoet zich in beweging. Knetterende motoren, ruig ogend volk. De motorrijders komen van over de grens, zo valt op de Hell's Angels-kledij te lezen: België, Denemarken, Duitsland, Zweden, Groot-Brittannië. Er is zelfs bezoek uit Zuid-Afrika. Volgens de politie was er nooit eerder zoveel belangstelling voor de begrafenis van een crimineel. Tientallen nieuwsgierige Amsterdammers zien de rij motoren voorbijtrekken. „Die Klepper kleppert niet meer.” Een man grijpt z'n mobiele telefoon. „Dit wil je niet weten, wat hier voorbijkomt.”

Op de rooms-katholieke begraafplaats St. Barbara in Amsterdam-West wordt Klepper rond twee uur ter aarde besteld. Shag draaiende Hell's Angels verspreiden zich over de dodenakker. „Sam hield van het leven”, zo klinkt het in een toespraak. Groepjes agenten houden een oogje in het zeil. Er staan een commandowagen en een arrestantenbus in de omgeving van de begraafplaats. Schotenwisselingen zijn niet uitgesloten. De onderwereld is op de been. Wapenbezit wordt niet getolereerd, meldt politievoorlichter K. Wilting ter plaatse. Dat is toch niet te controleren? „Nooit helemaal, maar onze rechercheurs hebben er wel oog voor.”

Sam Klepper stond te boek als één van Amsterdams grootste misdadigers. Keihard, meedogenloos, levensgevaarlijk, zo luiden weinig liefelijke omschrijvingen. Klepper zou contacten hebben gehad met de Italiaanse maffia. Hij zou de wapens geleverd hebben voor de liquidatie van een Italiaanse officier van justitie.

Samen met Johnny M. vormde Klepper het duo ”Spic en Span”. Klepper deinsde er niet voor terug om tegenstanders uit de weg te ruimen. Tijdens een huiszoeking in 1991 trof de politie een veelzeggend boekwerk in zijn boekenkast aan: 21 manieren van geruisloos doden.

Sinds een aantal jaren maakte justitie jacht op de gevreesde crimineel. Onderzoek wees uit dat de man er in diverse landen een oerwoud aan firma's op na hield, meestal als dekmantel voor illegale activiteiten, zoals drugshandel. Klepper schrok er niet voor terug justitiële onderzoeken te dwarsbomen. Hij zou zelfs auto's van een onderzoeksteam hebben aangereden.

Wiebelend bakje
Klepper begon zijn criminele carrière begin jaren tachtig. Bij zorgvuldig voorbereide en spectaculaire bankovervallen maakten Klepper en consorten miljoenen buit. Tegen een Telegraaf-journalist vertelde de gangster dit jaar dat hij destijds overwoog om een bankoverval per hoogwerker te plegen. Op een bovenverdieping van een bank lagen namelijk miljoenen „voor het oprapen.” De roof ging niet door. Te veel risico. „Voordat je in zo'n wiebelend bakje boven en weer terug beneden bent, staat het halve politiekorps je op te wachten.”

Voorheen maakte Klepper deel uit van de misdaadbende van hasjbaron Klaas Bruinsma, die in 1991 in Amsterdam werd geliquideerd. Nadien ontpopte Klepper zich als een van de opvolgers van Bruinsma, net als wapenhandelaar Mink K., die een celstraf uitzit. Mink K. zelf schijnt ook te vrezen voor zijn leven. Geld hebben ze zat, die zware jongens. Rust niet.