Binnenland21 augustus 2000

„Alles gedaan wat we konden”

Door R. Pasterkamp
ERMELO – Een vijvertje van dik 4 bij 2 meter en een meter diep. Is het mogelijk om het lichaam van een kind dat daarin ligt over het hoofd te zien? De politie van Ermelo presteerde het, maar maakt zichzelf geen enkel verwijt. „We hebben alles gedaan wat we konden.”

Een ooievaar staat roerloos aan de rand van het vijvertje. Het beest van plastic is de enige getuige van het drama dat zich vorige week moet hebben afgespeeld op camping Klavertje Vier in Ermelo. Terwijl tientallen mensen dagelijks zochten naar Danny lag hij letterlijk binnen handbereik.

Volgens de officiële lezing van de politie is de 2-jarige Danny Kleverwal zondagmiddag 13 augustus in de paar minuten dat hij alleen werd gelaten in de vijver terechtgekomen en verdronken. Vanaf de slagboom bij de ingang van de camping, waar hij het laatst levend is gezien, naar de plek van het vijvertje is het nog geen 10 meter lopen.

Danny was die zondag met zijn ouders en 4-jarig broertje op bezoek bij opa en oma, die op de Ermelose camping een caravan hebben. Toen het broertje tussen de middag zonder Danny terugkwam, kwam een grote zoekactie van campinggasten op gang. Later die dag en de daaropvolgende maandag volgden speurtochten van politie, brandweer en militairen uit Nunspeet. Omdat een misdrijf in het spel zou kunnen zijn, formeerde de politie een recherchebijstandsteam.

Het lichaam van Danny werd afgelopen zaterdag om 11.00 uur ontdekt door de bewoonster van de stacaravan waar de vijver bij hoort. Zij zag het lichaam drijven. Het werd door de gealarmeerde campingbeheerder uit het water gehaald. Vervolgens werd de politie gewaarschuwd.

Raadsel
De vijver meet 4,40 meter bij 1,75 meter en is een meter diep. Langs de rand staan naast de ooievaar twee tuinkabouters en een aantal sfeerlampen. Het water is bedekt met waterlelies. Op de achtergrond staat een partytent met tuinstoelen. In de stacaravan is niemand te zien.

Volgens politiewoordvoerder Bert Top is de vijver op de dag na de vermissing minstens twee keer door de politie onderzocht. Daarbij waadde een politieman voetje voor voetje door het water en prikte hij met stokken op de bodem en langs de randen. Het is een raadsel waarom het lichaam van Danny tijdens die zoektochten niet is aangetroffen. Ook campinggasten en omwonenden die de vijver eerder al met harken en stokken doorzochten, hebben Danny's lichaam opmerkelijk genoeg niet kunnen vinden.

De politie hanteert samen met de brandweer een methode om waterpartijen te doorzoeken. Bij grotere vijvers waden agenten en/of brandweermensen hand in hand door het water, met de voeten voelend of zij op iets verdachts stuiten. Kleine vijvers worden door één man doorzocht. Volgens Top wil de politie uit de zaak „lering trekken” en mogelijk de zoekmethodes voor kleine waterpartijen aanpassen.

Halt
Blijft de vraag waarom de speurhonden van de politie kort na de verdwijning van Danny niet linea recta in de richting van de vijver liepen. Intensieve acties met de honden leverden niets op. De beesten hielden halt bij de slagboom. Daar hield het spoor op.

A. L. Massop, coördinator opleiding van de afdeling speurhonden van de Dienst Levende Have Politie in Nunspeet, verklaart dit uit het feit dat sporen verdwenen zijn. „Een terrein moet redelijk maagdelijk zijn willen de honden goed kunnen zoeken.” Volgens woordvoerder Top was het gebied bij de slagboom diverse keren door verschillende mensen doorkruist. „Het was daar een komen en gaan van mensen.”

Een speurhond moet een lichaam dat in het water ligt kunnen vinden, stelt Massop. „Daar worden onze honden op getraind. Jarenlang heb ik gewerkt bij de politie in Utrecht en daar verscheidene keren kinderen uit het water gehaald. Ook als de politie er al met harken en stokken doorheen was gegaan.” Top weet niet of deze methode is gehanteerd.

Het onderzoek in de zaak-Danny vergde volgens de politiewoordvoerder honderden uren. Alleen al achttien rechercheurs waren vijf dagen meer dan acht uur in touw. De politie meldde vrijwel dagelijks geen enkel aanknopingspunt te hebben. Top maakt zichzelf en de politie geen verwijt. „We zijn er absoluut zeker van dat iedereen voor honderd procent zijn best heeft gedaan.”