Binnenland10 juli 2000

Tekst trouwpreek

Hieronder volgt de letterlijke tekst van ds. Anne van der Meiden, uitgesproken tijdens het kerkelijk huwelijk van prins Bernhard jr. en prinses Annette, zaterdag in de Utrechtse Domkerk.

Teksten:
1. Pred. 4:12. Een drievoudig snoer krijg je niet gauw stuk

2. Psalm 16:6. De meetsnoeren zijn mij in bekoorlijke plaatsen gevallen, ja, het erfdeel staat mij zeer aan.

Deze overdenking gaat over een drievoudig snoer, een 'dreedroadse strenge” zeggen we in Twente, over het effect van meetsnoeren voor een erfdeel en over het rendement van het geloof voor een gelukkig huwelijk. En dat alles gedrenkt in de communicatie. Alles draait vanmiddag om deze twee mensen: een bruidegom die een Internet business leidt. Dat is een bedrijf waar men over het algemeen denkt dat je de communicatie tussen mensen verbeteren kunt door het uitwisselen van boodschappen via een scherm. Een soort nieuwe, ingenieuze communicatie–religie, waarin je trouwens ook al orthodoxe en vrijzinnige gelovigen hebt. En een bruid die in het Intranet werkt, dat is in die moeizame wereld van de psychologie van arbeidsverhoudingen, de communicatie tussen mensen in een organisatie, zelfs in een belastingdienst. Die twee vullen elkaar dus naadloos aan. Dat kan implicaties geven, wanneer zij „I love you” op het scherm zet, maar we hopen dat het virus er helemaal uit is.

Zoals gebruikelijk bij huwelijken, vraag je de twee echtelieden welke thema's zij centraal achten in hun leven. Daarop antwoordden onze bruidegom en bruid snel: Vriendschap en Familie. Daar hadden ze dus al over nagedacht. Naast hun betrokkenheid op wat wij samen God noemen, Dat wat zijn eigen naam draagt, het hoogste en diepste dat wij aanbidden, de dragende grond van ons bestaan, zijn dat de belangrijkste dragers van hun relatie.

Vriendschap is zo'n woord waar bedenkers van scherpzinnige citaten zich op kunnen uitleven. Vriendschap is veel bezongen door dichters, diep gepeild door filosofen. De meeste omschrijvingen in het Citatenboek zijn open deuren. Een ervan vond ik wel geestig: een goede vriend is zeldzaam, maar er is ook weinig vraag naar. Een grote waarheid. Vriendschap is een soort containerbegrip. Er kan veel in. Als een jong meisje het over haar vriendje heeft, dan is dat iets anders dan wanneer u het hebt over een goede oude vriend.... Voor de Europeaan is het begrip vriendschap net iets anders dan voor een Amerikaan. Een kameleontisch begrip is het ook: het verandert van gewicht en gezicht naar de omstandigheden en de verhoudingen, waarbinnen mensen tegen elkaar zeggen dat ze vrienden zijn. De inhoud van vriendschap is voor mensen communicatief verschillend. Wie met een vriend spreekt, zendt een boodschap in code uit. De vriend luistert met een uniek decoderingsapparaat. „In de nood leer je je vrienden kennen” betekent dat de nood zo'n situatie is waarin de codering van vriendschap nauw luistert. Net als in het huwelijk. Directe communicatie op het echte internet, dat is de wezenlijke ontmoeting van mens tot mens, het onzegbare, dat mensen zo bijzonder aan elkaar bindt en het leven in vriendschap zo waardevol maakt.

En binnen dat feilloos aanvoelen van elkaar, kunnen die prachtige planten groeien, als hulp, liefdevolle bejegening en onvoorwaardelijke trouw, opkomen voor elkaar, bescherming bieden, bemoediging en vertroosting. Zeker, dat zit er allemaal in en nog meer.

De communicatie met vrienden is scherp getekend in Johannes 15. Je kunt je vrienden niet meer liefhebben, dan wanneer je je leven voor hen geeft, zegt Jezus. De Cantorij zal er straks een lied over zingen. Jezus noemt zijn leerlingen vrienden, geen knechten. Een knecht doet wat hem opgedragen wordt. Een vriend opereert op gelijk communicatieniveau. Ik ben een vriend van jullie, zegt Jezus, maar jullie zijn ook vrienden van elkaar. Een solide communicatienetwerk, uitgedrukt in dat prachtige beeld van een wijnstok: vrienden zijn als een stel loten aan een wijnstok, met de intentie dezelfde vruchten te dragen en aangewezen op dezelfde voedingsbodem. Ze worden niet door anderen gesnoeid, ze snoeien elkaar.

Een vriend is iemand met wie je alles bespreekt en bij wie je alles checkt. Kan God ook je vriend zijn? Zeker: Abraham had God als vriend. God overlegde met hem. Henoch sprak met hem, David onderhandelde met hem. Zulke mensen zijn er. Mensen kijken daar vreemd bij op, maar als we zeggen en geloven dat God ook in ons woont, zijn intrek bij ons genomen heeft, woning in ons gezocht en gevonden heeft, dan woont er een vriend bij je in. Daar sta je mee in een dialogische communicatie, zoals die in dat oude woord communio bedoeld is: gemeenschap. De dialogische communicatie in een huwelijk is van een ander kaliber dan de monologische. Het is de heilige wederkerigheid van de ogen, de ontmoeting van de harten, het voor anderen onaantastbare rijke verkeer van de geesten met elkaar. Spreken met God als met je vriend, dat is toch het beste wat een mens beleven kan. Communiceren met je geliefde, iets rijkers is er niet.

En familie? Vrienden ontmoet je, kies je, familie niet. Familie is meer dan een stel mensen die uit dezelfde ouders of grootouders komen. Dat is een gegeven van de burgerlijke stand en een genentros–aangelegenheid. Sommige mensen zitten naar hun smaak ten onrechte aan die tros gebonden en vermijden contacten met de familie. Anderen dragen het lidmaatschap van een familie met gedeelde gevoelens maar lopen niet weg en weer anderen zijn gewoon familie–dieren. De familie is de werkplaats van hun sociale leven, het referentiekader. Valt familie met vriendschap samen? Soms. Je kunt vrienden hebben in je familie, maar het hoeft niet. Van sommige vrienden ben je blij dat ze niet bij de familie horen, van andere zou je best willen dat er bij hoorden. Dekkend zijn die twee begrippen dus niet. Een familie is een clan, met eigen codes, riten en symbolen uitgerust. Een verdedigingslinie. Als je er van buiten instapt denk je wel eens: waar ben ik aangeland? Toen u voor het eerst bij uw aanstaande partner over de vloer kwam: een vreemde wereld, weet u nog? Een familie is een warmtebron, een bak vruchtwater, een vangnet, een groot scherm waaronder je schuilen kunt, een cocon die zich sluit tegen gevaar. Ik ben daarom zo blij dat de familie zo'n grote rol wil spelen in deze dienst, op vele manieren.

Dat zijn de twee begrippen, een beetje grof aangezet. Twee draden van het drievoudige snoer. Toch is dat dus niet genoeg om de maximale sterkte van het snoer te krijgen. De twee begrippen vragen om een derde begrip, een derde draad. Iets waardoor ze nog nauwer met elkaar verbonden worden. Anders komen we niet aan het drievoudige snoer van de Prediker, dat niet zo gemakkelijk te verbreken is. Een zeer beroemd snoer, veel gebruikt bij trouwdiensten, al is het daar niet voor bedacht. Wel verleidelijk, want je had die drie zo bij elkaar: man, vrouw en God. Er zijn andere varianten: God, volk en vaderland, Geloof, Hoop en Liefde, Handel, Kunst en Nijverheid, allemaal drie–eenheidsvervlechtingen die je niet gemakkelijk verbreekt. De eerste tekst is eigenlijk een soort spreuk. Misschien heeft de auteur bedoeld: met z'n tweeën sta je sterk, maar met z'n drie–een nog veel sterker.

Je kunt veel met z'n tweeën, zegt de Prediker, meer dan wanneer je alleen bent. Daarmee is uiteraard niets gezegd over de kracht van de mensen die in het leven alleen staan, alsof die maar half–krachtig zijn. De Prediker is een wijs man en geeft praktische levenslessen: ben je met z'n beiden, dan kun je meer aan. Als er een valt, zet de ander hem weer overeind. Er is sprake van synergie. Een en een is drie. Maar een plus een, plus een is veel meer dan drie, wel vijf of nog meer.

Als u die twee draden van het snoer al kent: vriendschap en familie, welke draad moet er dan bij om het allemaal nog sterker te maken? Nu komt de verbeelding aan de macht. Denkt u allemaal, ook thuis eens mee: wat wensen we die twee jonge mensen nu als derde draad voor het snoer toe? Je kunt aan liefde denken, maar dat is eigenlijk een soort kroonbegrip, dat staat boven alles, dat zit overal doorheen. Liefde is een scharnier voor een deur en de adem voor de longen. Liefde zit ook in vriendschap: het onvoltooid deelwoord van vrijen: vrijende, werd en wordt in Nederlandse dialecten nog uitgesproken als „vriejend”–vriend en het latijnse amator is zowel een vriend als een geliefde. Zijn er nog andere opties voor de derde draad? Geld, geluk? Kinderen? Gezondheid? U mag het allemaal invullen. Ik hoor de bruidegom al zeggen: wat is uw eigen optie. Hij heeft, waarschijnlijk net als de bruid een cursus gevolgd, waar je aan je personeel leert vragen: wat stelt u zelf voor. Zo geef je je eigen verlegenheid een democratisch gezicht.

Voor ik die optie geef, wil ik graag even duidelijk zeggen, dat het best mogelijk is dat je verschillende derde draden hebt, die je in verschillende perioden van het huwelijk gebruikt. Een huwelijk heeft niet voortdurend dezelfde identiteit. Elke identiteit gaat een tijdje mee, ook in het huwelijk. Soms heb je andere versterkingen nodig dan de beproefde en gebruikte.

Mijn keuze is gevallen op dankbaarheid. Misschien een wat braaf woord, maar denk even mee, dan zult u merken dat zo'n oude psalmdichter een wijs man was ... En dan gaan we meteen kijken naar die andere snoeren of meetlinten die ik aangekondigd hebt: de meetsnoeren van het kadaster van Psalm 16. Ik lees u enkele verzen uit die psalm:

O Heer, U bent mijn erfdeel en mijn beker,U legt vast wat het leven mij toewees.De meetsnoeren zijn mij in bekoorlijke plaatsen gevallen,Ja, mijn erfdeel staat mij zeer aan.

Eigenlijk is een psalm voor het geestelijk kadaster. Bij toedeling van land werden in die oude tijd de meetsnoeren boven de te verdelen grond gespannen door twee mensen en dan losgelaten. Zoals ze lagen, zo werd de grens. Een dankbaarheidspsalm van een opgetogen dichter. Hij roept: ik ben goed af, kijk eens, hoe mooi die snoeren gevallen zijn: ik heb een prachtig stuk grond geërfd. Ik heb het getroffen. Het staat mij geweldig aan. „'t Stiet my tiege oan”, zegt de Friese vertaling.

Er zit een diepe wijsheid in de psalm: wat is dat erfdeel dan eigenlijk? Dat is de Eeuwige zelf: U bent mijn erfdeel, zegt de dichter: mijn beker, dat is niet de beker met dobbelstenen, maar de lotsbeker. In het oude oosten konden sommige mensen aan de manier waarop de wijn aan de binnenkant van een beker bleef hangen, voorspellingen doen. Zie het verhaal van de beker van Jozef! God zelf is mij toegewezen. En door de bril van die toewijzing kijk ik naar alles wat ik in mijn leven ontvangen heb. De een meer dan de andere, maar toch. Hoe merk je dat de snoeren fraai gevallen zijn? Soms, als je zo vredig bij elkaar kunt zitten op de boot, niet om geld te tellen, maar om zegeningen te tellen. Wat een voorrechten, wat een geluk is je toegevallen. Met elkaar natuurlijk, maar ook door je werk, door je vrienden en je familie. Een prachtig erfdeel, ja, maar in het bijzondere geval wel met erfdienstbaarheden en verplichtingen. Geen wolkenloos sprookje, want ook in uw jonge levens ging niet alles over rozen. Dit is ook geen sprookjeshuwelijk, want daar houden jullie niet van. Jullie hebben geleerd zelfstandig, nuchter en volwassen te zijn. Je wilt er zelf voor staan, zelfreddend zijn. Houdt dat vooral vast.

U bent samen rijk gezegend. Er zijn zorgende handen om u heen geweest. Nu sluiten uw handen om elkaar heen. Daarmee kun je heilzame kracht uitzenden. Je kunt elkaar zegenen, dat is elkaar blijvende geschenken geven.

Als een mens kan zeggen: ik ben goed af, dan ben je bevoorrecht door Gods kadaster.

Wat levert tenslotte zo'n erfdeel eigenlijk op? Je moet wel even zakelijk blijven. Rendement, als het goed is. Erg veel jonge mensen werken in een wereld van snelle ontwikkelingen. Alles in het leven lijkt op en neer te gaan met de beursstanden. Helaas lijkt het er wel eens op dat het huwelijk ook zo'n mobiel product aan het worden is, maar dat mag en kan het nooit zijn, het is totaal iets anders. Het is een IT–fonds op de levensbeurs: Intense Toewijding. En een ongelimiteerd vertrouwen, een sterk geloof in de Macht die je leidt, in de mensen om je heen, in je eigen kracht en liefde voor elkaar. Wie gelovig vertrouwt, zegt Paulus, in de eerste brief aan Timotheus, krijgt een hoog rendement. Onder een voorwaarde: als je tevreden bent met wat je hebt, zegt de vertaling. Er staat: als je autark bent, zelfreddend, je thuis voelt in wat je deel geworden is. Lieve mensen, ga gerust en in vrede, moedig en optimistisch je mooie huwelijk in. Sta voor wat je waard bent, koester je vriendschap en je familiebanden en blijf dankbaar. Dat is de wens van ons allemaal en daar kan de Aanwezige God goed mee leven.

Amen.

Dr. A. van der Meiden