Binnenland19 mei 2000

Tientallen studenten in Enschede zijn onderkomen kwijt

„Alleen het tuinhekje staat er nog”

Door J. Visscher
ENSCHEDE – Tientallen studenten in Enschede zijn door de vuurwerkramp hun huis kwijt. „Er staat geen steen meer op de andere.”

Met verbaasde blik tuurden Ciske Dillerop (23) en Anouk Enthoven (19) gistermiddag naar hun net ontwikkelde kleurenfoto's. Ze zijn zojuist met een busje in de binnenring van het rampgebied geweest.

„Stond ons huis nou hier of toch verderop?” vraagt Anouk. „Ik weet het niet meer.” „Kijk”, wijst Ciske naar een betonnen paal te midden van de brokstukken, „de betonnen paal van de schutting van onze buren staat nog overeind.”

Hoopje puin
Het huis van Ciske, Anouk en drie andere studenten is door de explosie met de grond gelijk gemaakt. „Ons studentenhuis is slechts een hoopje puin. Er staat geen steen meer op de andere.” Wat eens Roomweg 84 was, is nu een kale vlakte. Op de foto staat een gele dragline tussen het puin.

„Het is haast een beetje abstract wat ik allemaal zag”, gebaart Ciske. „Een paar kleine dingetjes stonden nog overeind. Een tuinhekje met kippengaas bijvoorbeeld. En voor de deur stond een Kever bedolven onder de stenen.”

Ciske werd tijdens de busrondrit ook getroffen door de ravage bij de Grolsch-fabriek. „Er stond haast alleen nog maar een stalen geraamte van de fabriek. Op de grond lag een grote, kapotte plaat met het woord Grolsch.”

Overweldigend
Ciske, zesdejaars student chemische technologie aan de Universiteit Twente, zat afgelopen zaterdag op een terrasje in het centrum van Enschede, toen hij werd opgeschrikt door de geweldige explosies. „Het was best overweldigend. Het leek net of er iets heel groots naar ons toe kwam rollen. Ik dacht aan een afgezeilde raket of een bombardement.”

„Toen er wat meer informatie kwam, pakte iemand een plattegrondje van Enschede. „Dat is bij jou om de hoek”, hoorde ik tegen me zeggen. Ik zat niet in over ons studentenhuis. Ik moest vooral denken aan een Chinese familie die bij ons in de buurt woont. Die kleine dreumesen liepen vaak over straat.”

Ciske prijst zich gelukkig dat hij ongedeerd is gebleven; door de explosie is hij wel veel van zijn persoonlijke bezittingen kwijtgeraakt. „Ik had een kast met meer dan 1000 foto's van reizen door Europa. Ik had bijvoorbeeld een hele collage foto's van mijn Eend waarmee ik tijdens een stage in Frankrijk rondreed. Ook de foto's van mijn studiejaar aan de Bredford University in Engeland zijn foetsie.”

Woedend
Ciske, die deze dagen bij zijn ouders in Boekelo bivakkeert, heeft de afgelopen week „veel gebeld en geregeld.” Probleem was dat van de zes bewoners van het studentenhuis er maar drie ingeschreven stonden bij de gemeente Enschede. Daardoor moest de student veel moeite doen om als slachtoffer te worden geregistreerd.

„Ambtenaren hielden eerst de boot af. Dan word je echt woedend. De eerste dagen na de ramp had ik het idee dat we niet serieus werden genomen. Op een gegeven moment nam m'n vader de hoorn over en begon hij te foeteren: „Dit is ongelooflijk.” Doordat ik uiteindelijk via officiële papieren zoals een verzekeringspolis en een huurcontract kon aantonen dat we daar met meer dan drie mensen woonden, kwam alles nog op z'n pootjes terecht.”

Konijnenhok
Ook Anouk Enthoven –„Ik was gelukkig niet in het rampgebied”– is door de klap in Enschede veel spullen kwijt. „M'n foto's, m'n Nintendospel, het is allemaal weg.” Lachend: „Ik had net een fiets, m'n vijfde, en een konijnenhok in elkaar gezet. En ik had net de heg geknipt en de was opgehangen. Het is allemaal foetsie.”