Binnenland19 mei 2000

Vuurwerkfabrieken aan banden

Van onze binnenlandredactie
LEIDEN – Het college van B en W van de gemeente Leiden heeft gisteren de werkzaamheden van vuurwerkfabriek Kat op het industrieterrein De Hallen in Leiden-Noord aan banden gelegd. De gemeente gaat in overleg met de eigenaar het voortbestaan van het bedrijf aan de orde stellen.

Het college neemt deze beslissing naar aanleiding van de ramp in Enschede. De gemeente vindt dat de risico's van grootschalige vuurwerkopslag zwaarder moeten tellen en dat aanscherping van de regels gewenst is.

De maatregelen tot bevriezing van de bedrijfsactiviteiten houden voor Kat in dat het bedrijf zijn huidige opslag van 10 ton niet mag uitbreiden. Verder mag Kat voorlopig alleen onder toezicht van de gemeente vuurwerk uit het depot halen. Daarnaast is de productie van vuurwerk stilgelegd. Daar had het bedrijf wel de papieren voor.

De situatie bij de firma Kat is volgens de gemeente op dit moment veilig. Er ligt slechts 10 ton klein consumentenvuurwerk op de locatie opgeslagen, en bij inspectie en controle zijn geen onregelmatigheden aangetroffen. Bovendien voldoet het bedrijf aan alle vergunningsvoorwaarden.

Ammoniak
Ook in het Limburgse Landgraaf zijn maatregelen genomen naar aanleiding van de ontploffing in Enschede. De burgemeester, de brandweercommandant en eigenaar L. Rohan van de vuurwerkopslagplaats Rohan VoF hebben besloten een rampenbestrijdingsplan op te stellen. Ook gaat de brandweer extra –en onaangekondigde– controles uitvoeren op het terrein van Rohan. Tot nog toe gebeurde dat elk jaar in november in verband met de jaarwisseling.

Ook twee andere bedrijven in Landgraaf, waar grote hoeveelheden ammoniak en antivries zijn opgeslagen, krijgen binnenkort een rampenbestrijdingsplan.

Apart
Nagenoeg al het vuurwerk dat in Nederland de lucht ingaat, of het professioneel is of bestemd voor de consument, komt het land binnen via de Rotterdamse haven. Vorig jaar was dat bijna 100.000 ton. Maar een klein deel bleef in Nederland: 15.000 ton.

Voor de overslag van vuurwerk gelden in de Rotterdamse haven strenge regels. Ook containers met 'gewoon' consumentenvuurwerk worden altijd apart gezet en mogen bovendien maar een paar uur op het terrein van de stuwadoor staan, voordat ze een vrachtwagen of een ander schip ingaan. Rond containers met professioneel zogenoemd massa-explosief vuurwerk, ook al zit er maar 100 kilo in, mogen binnen een straal van 270 meter geen woningen of andere gevoelige objecten staan. Bij 10.000 kilo, oftewel 10 ton, is die straal al 480 meter.

Dat betekent dan ook dat al het zware vuurwerk alleen maar op de Maasvlakte wordt overgeslagen. En dat het daar uit de buurt van bijvoorbeeld chemicaliën staat.

De regels voor de op- en overslag van vuurwerk in de Rotterdamse haven, maar ook in de rest van het Rijnmond-gebied, heeft de DCMR Milieudienst Rijnmond en de dienst materieel van de landmacht opgesteld. In de DCMR hebben de provincie Zuid-Holland en de achttien Rijnmond-gemeenten hun taken op het gebied van de milieuwetgeving ondergebracht. De Rijnmond is het enige gebied in Nederland met een dergelijke gezamenlijke milieudienst.

De regels en eisen in de vergunning gaan verder dan die in de rest van Nederland, weet mr. M. Bakker van de milieudienst. „We hebben in het havengebied gewoon veel gevaarlijke stoffen. En daarom een heel streng beleid.”

Vestiging van een vuurwerkbedrijf, of een ander bedrijf met gevaarlijke stoffen bij woongebieden lijkt hem onmogelijk. „Bij de grondreservering wordt al gekeken naar de veiligheid. Vervolgens bij de verstrekking van de milieuvergunning opnieuw. En dat allemaal in nauw overleg met de brandweer.”

Daar zit volgens Bakker ook het verschil met Enschede. „Wij hebben een heel deskundige milieudienst. We moeten wel om in dit gebied volwaardig gesprekspartner te zijn van het bedrijfsleven. En we hebben een professionele brandweer.”

Bommen
Toch weet de DCMR niet alles. Terreinen van Defensie bijvoorbeeld zijn voor de milieuwakers taboe. In de Rijnmond is er een in de Albrandswaard. Wat er wordt opgeslagen weet de DCMR niet, al hebben medewerkers gehoord dat er ondergrondse brandstofvoorraden zijn. Bommen liggen er waarschijnlijk niet.

„Verbetering is denkbaar”, aldus de Rotterdamse milieuwethouder E. Kuijper. „Dat moet landelijk worden aangekaart. Want wellicht is daar sprake van een onwenselijke situatie.”