Binnenland 13 mei 2000

„Rijk zat betrokkene veertig jaar dwars”

Journalist Oltmans
krijgt 8 miljoen

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – De Nederlandse staat moet de journalist Willem Oltmans een schadevergoeding van 8 miljoen gulden uitkeren. Dat heeft een commissie die tussen de twee partijen bemiddelde, gisteren bepaald. Het Rijk kan niet in beroep.

Minister-president Kok wilde gisteren na afloop van zijn wekelijkse persconferentie niet reageren, omdat hij de stukken niet kende, maar minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken heeft laten weten dat de overheid zich bij de beslissing neerlegt en tot betaling zal overgaan.

De commissie oordeelde dat de staat Oltmans ten onrechte „heeft gehinderd en verdacht gemaakt. Dat heeft diens reputatie geschaad, nationaal en internationaal.” De commissie, die onder meer bestond uit oud-Elsevier topman Vinken en oud-kamervoorzitter Dolman (nu lid van de Raad van State), zegt dat het ministerie sinds 1957 Oltmans heeft „gehinderd bij zijn ontplooing als journalist buitenland.”

De staat kan zich volgens de commissie niet beroepen op verjaring van zijn daden, omdat dat in strijd zou zijn met de redelijkheid. De hoogte van de schadevergoeding is gebaseerd op inkomens- en reputatieschade, over een periode van ruim veertig jaar.

Oltmans, die onder meer voor het dagblad De Telegraaf werkte, raakte in de jaren vijftig bevriend met de toenmalige Indonesische president, Sukarno. De Nederlandse regering zag Sukarno als degene die de voormalige kolonie had afgepakt en was niet gediend van de vriendschap. De toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, Luns, schreef in 1962 een brief aan alle ambassades waarin stond dat ze Oltmans niet mochten helpen.

De journalist heeft altijd beweerd dat het ministerie van Buitenlandse Zaken hem het werken onmogelijk heeft gemaakt. Hij moest daardoor uitwijken naar het buitenland. Het bestaan van de brief kwam Oltmans overigens pas in 1991 te weten.

Netto
Het bedrag van 8 miljoen gulden moet een nettobedrag zijn. Als zou blijken dat Oltmans belasting zou moeten betalen over de schadevergoeding, moet het Rijk zo'n aanvulling verstrekken dat hij netto 8 miljoen overhoudt. Van het bedrag is 1 miljoen gulden bestemd voor de advocaten van de journalist en voor de journalistenvakbond NVJ, die hem bijstond.

De commissie wees een aantal andere eisen van Oltmans af. Zo wilde de betrokkene bijvoorbeeld een garantiesubsidie van de staat voor de uitgave van zijn dagboeken. Ook wilde hij aanspraak op een AOW-uitkering, maar de commissie acht zich niet bevoegd daarover uitspraken te doen. Oltmans, nu ouder dan 70 jaar, heeft geen recht op AOW omdat hij lang in het buitenland heeft gewoond. Hij had zich gevestigd in Florida, maar toen zijn geld op was, keerde hij terug naar Nederland.

In een eerste reactie zei Oltmans opgelucht te zijn: „Ik beschouw de zaak als afgedaan, maar ik moet het geld wel eerst zien.” Op de vraag of hij blij was met de 8 miljoen, antwoordde hij: „Mijn grootvader was multimiljonair omdat hij het pilletje tegen malaria heeft uitgevonden. Hij zei van geld: De varkens willen het nog niet vreten.”

Nooit ongelijk
„Ik heb nooit ongelijk gehad”, aldus Oltmans. Premier Lubbers bood hem ooit een schadevergoeding van 100.000 gulden aan. „Een ander lichtend voorbeeld”, aldus Oltmans –hij doelt daarmee op oud-minister Van Mierlo van Buitenlandse Zaken– verhoogde het bod tot 1,1 miljoen. De journalist verwierp beide voorstellen omdat hij ze te laag vond.

De secretaris van de journalistenvakbond NVJ, Verploeg, is blij dat de zaak-Oltmans tot tevredenheid van de betrokkene is opgelost: „Ik hoop dat daarmee de veel te lange affaire voor eens en altijd uit de wereld is.”