Binnenland 1 mei 2000


Kritiek Lubbers op D66'er De Graaf

„Tijdstip debat over
monarchie onjuist”

Van onze redactie politiek
DEN HAAG – Oud-premier Lubbers vindt dat D66-leider De Graaf een verkeerd moment heeft gekozen om een discussie te starten over de rol van het koningshuis in het staatsbestel. Ook andere oud-bewindslieden en minister Pronk van VROM hebben kritiek op De Graaf.

Lubbers vindt dat een debat over de constitutionele monarchie moet kunnen, maar niet op dit moment. „Als ik naar koningin Beatrix kijk, dan doet ze het goed, maar ze heeft het wel zwaar, zeg. Een echtgenoot die andermaal stevige gezondheidsproblemen heeft; ouders die hoogbejaard zijn en daarom extra aandacht vragen. En een vriendin van haar zoon over wie ze openlijk niets negatiefs zegt, maar waar ze des te meer mee bezig is. Dan denk ik: Thom (De Graaf, red.), juist nu heeft het iets hards.”

Lubbers doet zijn uitspraken in het Volkskrant Magazine van afgelopen zaterdag. Hij voegt eraan toe: „Maar misschien ben ik wel te veel op het menselijk aspect betrokken, juist omdat ik zo langdurig en vruchtbaar met haar mocht werken, ten bate van het land.”

D66-leider De Graaf noemt de kritiek van Lubbers „bijna onzindelijk.” Hij vindt dat de discussie los moet staan van de persoon.

Oud-minister De Boer van VROM, nu PvdA-kamerlid, heeft in de periode dat ze bewindsvrouw was regelmatig contact gehad met koningin Beatrix. Ze is blij met de manier waarop de monarchie nu functioneert: „Ik heb geen behoefte aan een koningshuis dat er voor de sier zit. Het heeft alleen maar zin zoals het nu functioneert.”

Oud-minister Ritzen van Onderwijs, ook een PvdA'er, wil de Koningin zelfs meer ruimte geven: „Ik vind het benauwend zoals de ruimte nu is ingeperkt. Ik vind het prima als de Koningin opvattingen zou geven over het onderwijs.”

De huidige minister van VROM, Pronk, is het daarmee eens. In hetzelfde nummer van het Volkskrant Magazine zegt hij: „Ik vind dat het staatshoofd best wat meer ruimte zou mogen krijgen. Ik zou me zeer wel kunnen voorstellen dat bijvoorbeeld de noodzaak van omfloerst taalgebruik in de kersttoespraak wat minder mag zijn, dat de Koningin haar eigen opvattingen wat scherper tot uitdrukking brengt en dat dit algemeen aanvaard zal worden. Dat zal ook wel gaan gebeuren.”

Pronk, ook een PvdA'er, heeft weinig goede woorden over voor degenen die de invloed van het koningshuis willen beperken: „Er liggen meer problemen bij degenen die naar het koningshuis kijken dan bij het koningshuis zelf.” In hetzelfde artikel spreken ook oud-minister d'Ancona (PvdA) en oud-staatssecretaris Van der Reijden (CDA) hun waardering uit voor de manier waarop de Koningin haar taken vervult.

Paars
Oud-premier Lubbers verdedigt in hetzelfde vraaggesprek de keuze voor het eerste paarse kabinet in augustus 1994. Lubbers geeft de schuld daarvan aan de toenmalige CDA-leider Brinkman. Er was geen „effectieve chemie” tussen Brinkman en Bolkestein (VVD) en tussen Brinkman en Kok (PvdA): „Dan is het niet totstandkomen van een coalitie met het CDA een kwestie van tijd.”

Volgens Lubbers zag de Koningin een kabinet van PvdA, VVD en D66 niet als een breuk met het verleden: „Ik denk niet dat de Koningin iets had van: er moet iets totaal anders komen. Ik geloof niet dat zij paars als een breuk met het verleden beschouwde. In Kok zag ze continuïteit die haar wel beviel.”

Zie ook:
Van der Meiden uit kritiek op rol pers in monarchie

Commentaar

Ook in België discussie over rol koningshuis