Binnenland11 maart 2000

Voorstel bevordert integratie islamieten in samenleving niet

Van offerfeest
geen feestdag maken

Nederland telt inmiddels 700.000 islamieten, daarom zou het islamitische offerfeest –dit jaar op 16 maart– een officieel erkende feestdag moeten worden. Een groep islamieten deed een week geleden zo'n verzoek een premier Kok.Drs. J. J. Tigchelaaruit Putten, die dit artikel op persoonlijke titel schrijft, heeft veel redenen om tegen het voorstel te zijn. De oud-leger- en oud-zendingspredikant zat de commissie van het SGP-studiecentrum voor die een nota uitbracht over de positie van asielzoekers en allochtonen in onze samenleving.

De pas opgerichte Islamitische Universiteit Rotterdam (IUR) heeft een brief geschreven aan premier Kok om het zogeheten islamitische ”offerfeest” tot een officiële Nederlandse feestdag te verklaren. Lang niet ieder zal weten wat dit offerfeest is. We zullen zien wat de koran en de traditie van de islam hierover stellen. We voldoen hiermee aan de wens van de brief van de rector van de IUR, S. Damra, dat de Nederlandse bevolking zal weten wat het offerfeest is.

Het offerfeest van de moslims valt op de tiende dag van de twaalfde maand van de moslimkalender. Op onze Nederlandse kalender verschuift het feest elk jaar dus ongeveer tien dagen. Bovendien valt het offerfeest niet voor alle moslims op dezelfde dag. Dat maakt de gevraagde invoering van een voor ieder geldende vrije dag dus extra moeilijk.

Moslimtraditie
Het feest wordt door de moslims gevierd als een herinnering aan het offer van een ram door Abraham. Dat ram was door Gabriël, de engel van God, gegeven in plaats van het offer van zijn zoon Ismaël. Dit offer zou plaats hebben gehad in de buurt van Mekka. Hierover is echter nergens in de koran iets te lezen. Volgens de islam had Abraham in de bereidwilligheid zijn zoon te offeren zijn gehoorzaamheid aan God getoond.

Hiermee zitten we als christenen en als historici midden in het probleem. Het Oude Testament als Heilige Schrift van joden en (samen met het Nieuwe Testament) ook van christenen, en tevens ”Het Boek” van de islam, vermeldt in Genesis 22 dat niet Ismaël maar Izaäk door zijn vader geofferd zou worden. En dat niet bij Mekka, maar op de berg Moria, het tegenwoordige Jeruzalem. Dat klopt ook meer met de twee of drie dagreizen te voet vanuit het land der Filistijnen, Genesis 22:4. Want van Berseba naar Mekka is in een rechte lijn een afstand van 1200 kilometer.

Maar er is nog iets. Iets belangrijkers. Bij het gebeuren op de berg Moria toonde Abraham inderdaad zijn geloofsvertrouwen en zijn daarop gegronde gehoorzaamheid. Maar het gaat om wat diepers. De God van Abraham toonde iets van meer waarde dan Abraham kon tonen. Namelijk, dat Hij in een hopeloze positie in een offer zou voorzien. Op Moria is de kruisdood van Jezus Christus als offer voor de zonde van mensen reeds geprofeteerd. Genesis 22:14 zegt het zo duidelijk: „En Abraham noemde de naam van die plaats: De HEERE zal het voorzien! Waarom heden ten dage gezegd wordt: Op de berg des HEEREN zal het voorzien worden.” Daarom is deze geschiedenis christenen zo dierbaar en willen ze die niet verdraaid zien.

Inhoud
In de koran leest men dus niets van een offer van Ismaël. Maar dan zal een moslim mogelijk tegenwerpen dat ook het christelijke kerstfeest niet in de Bijbel wordt genoemd, en toch door veel christenen gevierd wordt. Dat klopt, maar de reden van en aanleiding tot het kerstfeest worden wel duidelijk in de Bijbel genoemd. Ook de islam getuigt toch van de geboorte van Jezus uit de maagd Maria? Voor het offerfeest worden de reden en de oorzaak –het eventuele offer van Ismaël– nergens in de koran vermeld.

Op grond van een ongeschreven en zelfs omstreden traditie in de islam wordt de minister-president van ons land, de heer Kok, gevraagd een officiële moslimfeestdag als vrije dag in te voeren. Daarbij gaat het dan ook nog om een traditie die bewust later controversieel tegen de joodse en christelijke godsdienst is ingevoerd.

Het valt te verstaan dat velen, zowel christenen als niet-christenen, zo'n verzoek als een poging tot islamisering van onze samenleving ervaren. Nederland kent behalve Nieuwjaar, Koninginnedag en Bevrijdingsdag geen andere officiële feestdagen dan die uit de christelijke traditie van ver voor de Reformatie stammen, en samen met de Roomse en de Orthodoxe Kerken worden gevierd. Ze stammen zelfs van voor het ontstaan van de islam. Pasen en Pinksteren gaan daarbij duidelijk nog verder terug, naar het Oude Verbond met Israël. Moet dat nu opeens door de heer Kok worden veranderd? Moet Nederland gaan doen wat nergens in West-Europa gebeurt?

Integratie
Het zou de integratie bevorderen, zo wordt gesteld. Wat moeten we ons daarbij voorstellen? Kunnen moslims, wanneer zij dat althans wensen, zich niet goed integreren in Nederland wanneer deze moslimfeestdag niet als vrije dag voor iedereen geldt? Kunnen zij dan de Nederlandse taal en gewoonten niet leren? Velen hebben dat gelukkig wel gedaan. Kunnen ze dan geen deel uitmaken van de cultuur van dit land met zijn dominante oude christelijke en zijn daarop gebaseerde humanistische wortels? Kunnen ze niet deelnemen aan de Nederlandse nationale feestdagen, Bevrijdingsdag en Koninginnedag, wanneer ze de Nederlandse nationaliteit hebben ontvangen? Is er geen plaats voor hen in het arbeidsproces, waarin ze, voorzover ze dat wensen, op de dag van het offerfeest een vrije dag mogen opnemen? Voor joden, hindoes en moslims is dat toch geregeld?

In onze samenleving weerhoudt niets de moslims ervan het offerfeest op eigen wijze te vieren, voorzover de Nederlandse wet niet wordt overtreden. Men denke hierbij aan het rituele slachten en eventuele geluidsoverlast.

Zo hebben in het verleden en heden allerlei groepen immigranten in Nederland gehandeld. Te noemen zijn Chinezen, joden, Indische Nederlanders, Ambonezen en anderen. Zij klaagden niet over gebrek aan integratie.

Joodse feestdagen werden vanaf de zeventiende eeuw op eigen wijze –zonder officiële vrije dag voor ieder– door joden gevierd. Evenzo deden de Chinezen met hun nieuwjaarsfeest. De bevrijdingsdag van het voormalige Indië, de dag van de capitulatie van Japan, 15 augustus, wordt door velen gevierd, maar geldt niet als een officiële vrije dag.

Ondanks het grote aantal aanhangers van de vroegere SDAP en nu van de Partij van de Arbeid is 1 mei als dag van de arbeid in ons land nooit een officiële feestdag geworden. Dat is wel het geval in onder andere België, Frankrijk, Italië, Oostenrijk en Spanje.

De Guido de Brès-stichting van de SGP heeft eind vorige maand een rapport laten verschijnen ”Over de grens?”, over asielzoekers en allochtonen. Daarin wordt gepleit voor „enerlei wet.” Moslims moeten nu niet vragen om een uitzonderingspositie. Andere en grotere groepen in de samenleving wordt zo'n privilege ook niet toegekend.

Recht op feestdag
We kunnen het ook anders benaderen. Heeft ieder in Nederland recht op grond van zijn religie officiële feestdagen te claimen? In 1853 werd de Roomse Kerk in Nederland weer officieel erkend met herstel van het bisschoppelijk systeem. Het percentage roomsen in ons land was toen vele malen hoger dan de ongeveer 5 procent moslims thans. Werden toen voor de roomsen vrije en voor ieder geldende feestdagen ingevoerd als Maria-Tenhemelopneming, Allerheiligen en Allerzielen? Nee immers.

Evenmin is Hervormingsdag op 31 oktober voor de protestanten zo'n dag. Toch is veel meer dan 5 procent van de Nederlandse bevolking protestant.

Wanneer iemand op bid- en dankdagen voor gewas en arbeid niet wil werken, om naar de kerk te kunnen gaan, dan is dat mogelijk zonder dat een algemeen erkende vrije dag voor ieder is ingevoerd.

Zo beschouwd heeft de IUR in haar brief aan de minister-president de redelijkheid ver overvraagd. Het valt te verwachten dat dit de integratie geen goed zal doen. Het zal alleen goed vallen bij de dromers en drijvers van het ideaal van een multiculturele samenleving. Nederland is niet multicultureel, maar wel multi-etnisch.

De protestantse kerken van de Reformatie hebben beleden en belijden nog steeds dat door de overheid geen godsdienstdwang mag worden toegepast. Maar als gevolg van de oorsprong en stichting van onze samenleving en staatsbestel kunnen andere (dat zijn op grond van dit belijden dus uiteraard valse) godsdiensten geen gelijkwaardige en officiële plaats opeisen.

Reactie
We hopen dat in de eerste plaats minister-president Kok, en uiteindelijk het parlement het onzinnige van dit verzoek zullen inzien. De acceptatie van de allochtonen moet door dit soort islamiserende acties niet worden verstoord.

Het is trouwens opvallend dat de begeerte naar integratie wordt uitgedrukt in een brief van een Islamitische Universiteit. Zou er dan ter wille van de integratie niet beter gestudeerd kunnen worden aan de bestaande Nederlandse onderwijsinstellingen?