Binnenland 17 februari 2000

„Ik voelde me de meneer die z'n
hoed opzet en 't leed achterlaat”

Door J. Visscher
BOVENKARSPEL – Een beladen bloemententoonstelling. Zo zou je de Westfriese Flora 2000, die morgen begint, kunnen noemen. Een jaar geleden brak op de bloemenshow in Bovenkarspel de veteranenziekte uit. Bij de ramp verloren 28 mensen het leven; meer dan 240 mensen raakten ziek.

Nauw betrokkene is burgemeester J. W. Haanstra van Stede Broec, tevens voorzitter van de Stichting Westfriese Flora. Hij leidde de nazorg en sprak met de meeste nabestaanden van de slachtoffers.

Hoe zou u het afgelopen jaar willen typeren?

„Drie zaken zijn mij het meest bijgebleven. Machteloosheid, saamhorigheid en begrip. Eerst die machteloosheid. Er zijn mensen gestorven op een manier die je niet voor mogelijk hield. Je hoort schrijnende verhalen. Mensen die nog volop kansen in het leven hadden, vielen weg. Kostwinners overleden. Partners moesten hun rol overnemen. Ik kan hooguit troosten. Na het bezoek aan een nabestaande voelde ik me vaak de meneer die zijn hoed opzet, zijn jas aantrekt en het leed achterlaat. Dat vreet aan je.

Dan die saamhorigheid en het begrip. Ik voel dat mensen merken dat ik betrokkenheid toon. Ik vind het opzienbarend hoe veel medeleven er is betoond. Niet alleen vanuit Bovenkarspel en omgeving, ook uit de kring van vroegere collega's. Ik kreeg honderden telefoontjes en brieven. Ook van getroffenen ontving ik brieven. Die koester je dan ook, die krijgen een eigen plekje.”

De ramp zal altijd aan de Flora blijven kleven?

„Die kans loop je. Ik hoop op een schitterende bloemententoonstelling, al zal die niet helemaal vreugdevol kunnen zijn. Het wordt een gedenkwaardige expositie. We zullen 1999 niet vergeten.”

U hebt overwogen de Flora 2000 af te gelasten uit piëteit voor de nabestaanden. De expositie vindt toch doorgang. Is dat wel verstandig?

„We hebben lange tijd geaarzeld. Dat de expositie toch doorgaat, houdt verband met het feit dat het heel moeilijk is om een jaar over te slaan. In alle oprechtheid: Niemand heeft ons gevraagd de tentoonstelling dit jaar over te slaan. Ik moet wel zeggen dat de secretaris van de Stichting Veteranenziekte wel dergelijke meldingen zegt te hebben gekregen.”

De organisatie heeft strenge hygiënemaatregelen getroffen. Recent noemde u de Flora 2000 het veiligste plekje op aarde. Zijn die woorden niet wat wrang?

„Ik kan me voorstellen dat mensen denken: Als het kalf verdronken is, dempt men de put. Maar niemand had toch voorzien dat die legionellabacterie zo'n verwoestende uitwerking heeft? We wisten nauwelijks van het bestaan van de bacterie.

Voor de komende Flora hebben we al het mogelijke gedaan om de bacterie buiten de deur te houden. Zaken waarbij water tussen 20 en 60 graden aanwezig is, komen niet meer binnen. De hallen zijn binnenstebuiten gekeerd. We hebben niet alleen gelet op de aanwezigheid van de legionellabacterie, maar onze aandacht ook gericht op brand- en explosiegevaar.”

Hoe reageerden de geweigerde standhouders?

„Ook daar merkte ik begrip en saamhorigheid. Dat heeft ook te maken met de manier waarop je de communicatie regelt. Wij hebben geen kil briefje gestuurd, maar de mensen persoonlijk aangesproken. We hebben besloten om ook geen wateractiviteiten toe te laten als standhouders een bordje met ”alles is gecholeerd” of iets dergelijks ophangen. We willen een duidelijk signaal afgeven.”

De Consumentenbond spant alsnog een proces aan tegen de Staat, de Westfriese Flora en twee bubbelbadverkopers. De bond wil een schadevergoeding. Wat vindt u van die actie?

„Ik vind dat niet leuk, al was ik erop voorbereid. Ik kan me voorstellen dat de Consumentenbond redeneert: Als er geld te halen is, zullen we dat niet nalaten. Het proces wordt in ieder geval een moeilijke, langlopende kwestie. Maar ik heb nog steeds het vertrouwen dat de rechter zal oordelen dat de Westfriese Flora niet verwijtbaar heeft gefaald.

Voor getroffenen is op de nieuwe Flora een bijeenkomst geregeld. Daar zal wellicht ook minister Borst van Volksgezondheid spreken. Ik hoop dat ze concrete toezeggingen doet over het financiële gebaar dat de regering aan getroffenen heeft beloofd.”