Binnenland 25 januari 2000

„Op moeilijkheden na
abortus ligt groot taboe”

Door D. Gillissen
AMERSFOORT – „Drempelverlagend en versluierend”, is de mening van Josefine Boertjens, maatschappelijk werkster van de Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind (VBOK), over de abortuspil Mifegyna. Vanaf volgende week is de pil bij twee Nederlandse abortusklinieken te verkrijgen. „De invoering komt op een moment dat er een fikse groei te zien is van het aantal hulpvragen van vrouwen die een abortus hebben ondergaan. Ik verwacht nu een verdere stijging.”

Josefine Boertjens
„Een abortuspil innemen is waarschijnlijk een stap die vrouwen gemakkelijker en sneller zullen maken. Veel vrouwen klagen al dat ze te weinig zijn stilgezet bij de keuze waar ze voor stonden. Door de invoering van de abortuspil bestaat dan ook een grote kans dat het aantal hulpvragen bij de verwerking van de abortus zal stijgen. Een ander probleem is dat deze pil versluierend werkt. Veel vrouwen zullen het zien als een overtijdbehandeling en niet als een abortus. Een chirurgische ingreep is voor hun idee een stap verder.”

Ondoordacht
Uit een onderzoek blijkt dat 10 tot 20 procent van de vrouwen na een abortus hulp nodig heeft bij de psychische verwerking. Een groot aantal van deze vrouwen klopt bij de VBOK aan voor hulp. „Vaak kwamen ze na de behandeling in problemen doordat ze het besluit een abortus te laten uitvoeren overhaast genomen hadden. Ouders of partner zetten er soms zo veel druk achter, dat te weinig doordacht tot een abortus wordt besloten.”

Officieel is het zo geregeld dat een vrouw vijf dagen bedenktijd heeft voordat een abortus daadwerkelijk plaatsheeft. Die regel geldt ook voor iemand die een abortuspil wil innemen. „Meestal stelt die bedenktijd echter weinig voor. Een abortusaanvraag wordt over het algemeen gemakkelijk gehonoreerd”, is de mening van Boertjens.

„Eventuele alternatieven komen al helemaal niet aan bod. De vrouwen hebben er echt wel over nagedacht, is het verweer van voorstanders, maar degenen die zich bij ons melden vertellen een heel ander verhaal.”

De partner speelt bij de keuze tussen een abortus en het uitdragen van een zwangerschap een grote rol, weet Boertjens. „De angst die vrouwen hebben, weegt ook zwaar mee. Ze denken bijvoorbeeld dat ouders heel kwaad worden als ze vertellen dat ze zwanger zijn en dat de buren het wel vreemd zullen vinden als ze het kind houden. Begrip en meeleven uit de omgeving is dan ook belangrijk. Dat maakt de drempel om voor abortus te kiezen veel hoger.”

Impulsief
Als iemand spijt heeft van een abortus, helpt praten erg goed bij de verwerking. „Een tijd geleden had ik een vrouw in begeleiding die voor haar trouwen een abortus had laten uitvoeren. Haar ouders waren het eerst met haar eens de zwangerschap uit te dragen, maar toen haar vriend wegging, veranderden ze van mening. Onder druk van haar ouders heeft ze zich toen laten aborteren.”

„Jaren later liep ze met wrok rond in de richting van haar ouders, zonder dat haar huidige man van de abortus afwist. Op een gegeven moment klopte ze bij ons aan voor hulp. Toen ook haar ouders erbij werden betrokken, bleek dat zij er evenmin overheen waren. Ze hadden er alleen nooit over gepraat, omdat ze dachten dat hun dochter het al vergeten was. Ouders en kind wilden elkaar dus niet belasten.”

„Tien jaar geleden ben ik begonnen met de hulpverlening bij de VBOK. In het begin vond ik het best moeilijk om de verhalen die ik te horen kreeg van mij af te zetten. Ik was boos over het onrecht dat de vrouwen werd aangedaan doordat er te weinig hulp was bij het overdenken van de gevolgen van de keuze waar ze voor stonden. Tegenwoordig heb ik daar minder moeite mee. Ik probeer de vrouwen nu zo goed mogelijk te helpen bij het verwerken van de pijn die de abortus met zich mee heeft gebracht.”

Volgens Boertjens verkeren de vrouwen in een rouwproces. „Hun kind is overleden en daar hebben ze zelf aan meegewerkt. Er zijn meestal maar weinig mensen uit hun omgeving die van de abortus afweten. Dat maakt het nog moeilijker.”

„In de gesprekken komt aan de orde hoe ze na de abortus aankijken tegen zichzelf, het geaborteerde kind en tegen degene die op abortus heeft gewezen.” Ook wordt er gewerkt met verwerkingsopdrachten. „Het kind alsnog een naam geven en iets maken voor de baby geeft het een plek in het leven. Een vrouw nam afscheid van haar kind door een gedicht te schrijven. Een ander uitte zich in een schilderij.”

Taboe
„Er ligt nog steeds een groot taboe op de moeilijkheden die vrouwen kunnen hebben na een uitgevoerde abortus”, zegt mevrouw Boertjens. „De mening die nu leeft in de maatschappij is dat sterke vrouwen voor een abortus kiezen. Zij kiezen tenminste voor zichzelf. Dat is onzin. Ook als je voor je kind kiest, ben je sterk.”

Soms kan het lang duren voordat een vrouw in de gaten heeft waar haar klachten vandaan komen. „Ik heb eens iemand geholpen die twintig jaar na een abortus nog om hulp kwam vragen. Ze las iets over abortus en toen viel bij haar het kwartje pas. Eerder had ze niet begrepen waarom ze zo jaloers was als iemand een baby kreeg en waarom ze het moeilijk vond om op kraambezoek te gaan.”

„Veel onderzoeken suggereren dat vrouwen die hun ongewenste zwangerschap uitdragen niet goed terechtkomen. Het ligt er maar aan welke criteria je hanteert. Ik heb zelf onderzoek gedaan onder vrouwen die bij VBOK om hulp vroegen. Zij gaven aan dat hun leven misschien kwantitatief niet beter is, maar kwalitatief wel. Deze vrouwen vonden hun leven nu waardevoller en waren persoonlijk sterker geworden. En wat heb je nu aan een mooi huis en een goede baan als je emotioneel vreselijk ongelukkig bent?”