Binnenland5 januari 2000

Vergoeding voor
hemofiliepatiënten
met besmet bloed

AMSTERDAM – Hemofiliepatiënten die zijn besmet door donorbloed van HIV-dragers, kunnen gezamenlijk een vergoeding van 5 miljoen gulden ontvangen. Dat aanbod is afkomstig van drie producenten van bloedproducten. Voorwaarde voor de uitkering is dat de ongeveer 130 patiënten afzien van juridische stappen.

Dat is het resultaat van jarenlang overleg dat de Nederlandse Vereniging van Hemofiliepatiënten met de farmaceutische industrie heeft gevoerd. De NVHP is tevreden met het onderhandelingsresultaat. De vereniging adviseert de leden akkoord te gaan met aanbod. „Het was het beste wat we konden bereiken”, zei voorzitter J. Hulst vandaag.

Het gaat om de groep patiënten die vier jaar geleden een vergoeding van 2 ton per persoon kregen van minister Borst van Volksgezondheid. Borst besloot daartoe nadat de Nationale Ombudsman had geoordeeld dat de overheid in het begin van de jaren '80 ernstig tekort is geschoten toen duidelijk werd dat hemofiliepatiënten het risico liepen via bloedproducten besmet te raken met HIV.

Het Centraal Laboratorium van de Bloedtransfusiedenst van het Rode Kruis en de Amerikaanse bedrijven Baxter en Armour (tegenwoordig Centeon) leverden tussen 1979 in 1987 in Nederland bloedproducten. De bedrijven namen onvoldoende en niet tijdig maatregelen om besmetting te voorkomen.

Van de 1300 Nederlandse hemofiliepatiënten raakten er naar schatting 170 besmet. Uiteindelijk ontvingen 130 patiënten de uitkering van Borst. De patiënten of hun nabestaanden moeten voor 1 maart reageren of zij ingaan op het aanbod. „Een vergoeding van tussen de 35.000 en 40.000 gulden per persoon brengt Nederland op een aardig gemiddelde”, zegt Hulst. Afgezien van de schadevergoeding van Borst ontvingen de patiënten eerder 25.000 gulden uit een fonds. „In Amerika hebben de patiënten nog niets ontvangen. Hemofiliepatiënten in Engeland, Ierland, Duitsland en Frankrijk kregen wel een uitkering.”

Hemofilie is een ernstige afwijking in de bloedstolling. Een van de factoren die nodig is voor stolling, ontbreekt. Daarom krijgen patiënten regelmatig bloedproducten met die ontbrekende stollingsfactoren toegediend. Die producten worden bereid uit donorbloed.