De Betuwe

Bloesem- en fruittochten leggen rivierengebied open

Slingerwegen op
een cassettebandje

Door L. Vogelaar
Veel bochten, veel bomen, veel boerenbedoeningen. Dat is de Betuwe voor wie de moeite neemt vanaf de A15 het land van fruit en Flipje in te trekken. Een tocht lang de bloesem- en fruitroute. In februari.

Een smalle weg slingert zich door plat polderland, langs prachtige oude boerderijen en een enkele bleke bungalow. Een waterig zonnetje trekt gele sporen door de natte winterlucht. De takken van de fruitbomen zijn nog donker doorwasemd van de mist die de hele nacht over de Betuwe gehangen heeft.

Die nevel kon soms een geheimzinnige waas leggen over het rivierenlandschap, waar het on- en bijgeloof welig tierde. Nadat het cassettebandje dat leiding geeft aan de bloesem- en fruittocht door het Gelders Rivierengebied ons uit Tiel heeft laten vertrekken, wordt het verhaal verteld van een heks die haar hart en lever redde uit een kookpan. In 1597, juist vier eeuwen geleden, werd voor het laatst zo'n vrouw uit de Waalstad verbannen, maar daarmee was het bijgeloof nog lang niet verdwenen.

Zoektocht
Een autorit aan de hand van een cassettebandje. Dat is best even wennen. Soms gaat het bandje wat te snel, soms de auto. Wie een zinnetje mist, raakt soms het spoor al bijster. De aanduidingen op het bandje zijn overigens duidelijk genoeg: „We sorteren links voor en slaan dus ook linksaf”.

Een paar kleine aanmerkingen: mensen die niet in Tiel van start gaan, moeten op een andere plaats op een bandje beginnen. Dat kan een enorme zoektocht worden. Aparte bandjes voor elke startplaats zouden dit ongemak uit de wereld helpen.

Na het starten adviseren de gidsen je op de meeste polderwegen 50 te rijden, waarschijnlijk tot verdriet van het achteropkomende verkeer. Tussen de routeaanduidingen door wordt veel waardevolle informatie verstrekt. Bij Beusichem laten de reisleiders je gewoon doorrijden; ze vertellen vervolgens dingen die je had kunnen zien... als je gestopt zou zijn.

Bongerds
De aanmerkingen laten we al rijdend snel achter ons, want wie zijn ogen de kost geeft, ziet onderweg veel moois. Dankzij het bandje passeren we het imposante gerechtsgebouw van Tiel en verlaten we zo snel mogelijk de stad. Het gaat langs dijken en dwarskaden, een terpschuur en een paardenmarkt, langs wielen, waaien en kolken (wat een drietal namen voor hetzelfde is) en later in het jaar ongetwijfeld ook langs bebloesemde boomgaarden.

Ondertussen wordt in compacte partjes duidelijke informatie over de fruitteelt verstrekt. Dat gebeurt op de langere weggedeelten, waar geen links-/rechtscommando's nodig zijn.

Vroeger was de Betuwe geplaveid met hoogstamboomgaarden. Het vee graasde er onder het fruit. In 1917 was nog 75 procent van de Betuwse boomgaarden gemengd: appels, peren, kersen, pruimen, alles door elkaar. Peren werden overigens alleen door mensen van de gegoede stand gegeten.

De hoogstam had veel nadelen: plukken was moeilijk en tijdrovend en je sjouwde de hele dag met ladders. De uitvinding van 'lage bomen' was voor de kwekers een flinke vooruitgang. Links en rechts van de weg doemt nu de ene na de andere laagstamboomgaard op.

Schuldeisers
Binnen enkele uren en 57 kilometers worden tal van weinig bekende plaatsen en wegen aangedaan. De twee gidsen voeren de routerijders door plaatsen als Beusichem en Asch, door Zoelen en Zoelmond, door Kerk- en Kapel-Avezaath en Beneden- en Boven-Leeuwen. Sommige van die plaatsen waren er in de Germaanse tijd al. Druten en Horssen, Appeltern en Maasbommel glijden voorbij. Bij Zaltbommel gaat het de brug weer over en via Waardenburg, Neerijnen, Ophemert en Wadenoijen komt Tiel weer in zicht.

De gidsen lassen bij de tingieterij in Kapel-Avezaath, de informatietuinen van Appeltern en restaurantjes in Beneden-Leeuwen en Maasbommel pauzes in. Wie daarvoor geen belangstelling heeft, rijdt gewoon door. Het bandje laat de oude centra van Buren en Culemborg links liggen, maar wijst wel op parkeerplaatsen aan de rand ervan. „Eigenlijk is het niet zo goed met u gesteld”, wordt nog even meegedeeld. „Als u naar Culemborg gaat, betekent dat volgens een oud Hollands gezegde dat u ervandoor gaat zonder uw schulden te betalen. Culemborg was vroeger namelijk een vrijstad. De wetten van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden golden er niet. Daarom was Culemborg een toevluchtsoord voor mensen die wegens misdaden of schulden gezocht werden”.

Hanneke
Bij Echteld gaat het de Prins Willem-Alexanderbrug over naar het Land van Maas en Waal. Een tolbrug is het inmiddels al enkele jaren niet meer.

Rust en ruimte kenmerken het weidse landschap. De weg gaat naar links, omhoog, rechtsaf en direct weer links; het bandje vertelt het allemaal precies, al is het constant opletten geblazen. Tussen de bedrijven door weerklinken gedichten over de Hollandse boeren, de Betuwelijn en het Land van Maas en Waal. Die Maas en Waal naderen elkaar soms. Heerewaarden is daardoor de enige plaats in Europa waar tegelijkertijd een gletsjerrivier en een regenrivier zichtbaar zijn.

Het bandje laat ook weten dat de rivieren elkaar soms te veel naderden en het tussenliggende land overspoelden. „Tijdens de watersnood van 1861 zijn volgens de kronieken 37 mensen verdronken. Het verhaal gaat dat de achtjarige Hanneke van Beek zes dagen in het ijskoude water ronddobberde. U gelooft het of niet, ze overleefde de watersnood en is zelfs wel 88 jaar geworden”. Koning Willem III kreeg een monument als dank voor zijn hulp na de vloed.

Dan is daar Zaltbommel, de stad van de moderne gootspoken. Een stenen paperazzi zit er met een camera in de aanslag, dag in, dag uit, te wachten op het nieuws. De Bommelse brug is een bijzonder ding, want volgens de encyclopedie is een brug „een constructie die dient om een weg die geen waterweg is heen te voeren over een lager gelegen hindernis die geen andere weg is”. Wie die definitie verzonnen heeft, mag een heldere denker genoemd worden.

Over-Betuwe
De Over-Betuwe is een streek apart. Vanuit Bemmel voert een afzonderlijke route door dit gebied, dat steeds meer bekneld raakt tussen Arnhem en Nijmegen. De Arnhemse Rijnsprong krijgt een vervolg in de Nijmeegse Waalsprong en het landschap ertussen wordt rigoureus omgeschoffeld. De VVV voert routerijders kriskras door de streek, zo'n 43 kilometer lang.

Wie de streek bebloesemd wil zien, moet wachten tot half april. Gedurende een maand ontvouwt zich dan op de soms grillig gevormde, bultige fruitbomen de ene bloesemkleur na de andere. Eerst komt de sneeuwwitte kersen- en pruimenbloesem voor de dag, daarna de witte peren- en uiteindelijk de roze appelbloesem.

Bij de VVV's in Tiel, Bemmel, Buren, Culemborg en Zaltbommel is voor ƒ 3,50 een boekje verkrijgbaar met zes auto- en fietsroutes door de Betuwe, de Bommelerwaard en het Land van Maas en Waal. Daarnaast is er ook een boekje met twee sagen- en legendenroutes beschikbaar voor fietsers, die gewapend worden met een walkman en een cassettebandje, waarop zachte orgelmuziek een geheimzinnige sfeer moet oproepen.