De Betuwe

Wachten op de ontmanteling

Door G. Th. A. Janssen
Een van de meest beeldbepalende bouwwerken langs de Waal is ongetwijfeld de kerncentrale in Dodewaard. De majestueuze uitstraling geldt echter alleen nog de buitenkant. Sinds 26 maart vorig jaar, 28 jaar na het begin, ligt de omstreden elektriciteitsproductie stil. Definitief. En wie denkt dat de bevolking van Dodewaard daar blij mee is, heeft het goed mis.

Een fotoboek moet de herinnering aan de Gemeenschappelijke Kernenergiecentrale Nederland (GKN) straks levend houden. Het is gemaakt na het besluit om de stoppen. Dat is de zien aan de mensen op de platen. Sombere, strakke gezichten. De antikernenergielobby heeft uiteindelijk gewonnen van de kleine elektriciteitsopwekker aan de Waalbandijk in Dodewaard.

Het lichte gebrom van de machines bestaat niet meer. Een van de veiligste kerncentrales ter wereld wacht op haar ontmanteling. Dat gebeurt over veertig jaar, als de straling van het reactorvat voldoende is afgebroken. Talloze prijzen en certificaten op het gebied van productie en veiligheid wist de centrale de afgelopen 28 jaar in de wacht te slepen. Maar kernenergie had de publieke opinie tegen. De ramp in Tsjernobyl gaf bij die discussie de doorslag, denkt ook directeur ir. J. Hoekstra.

Daarnaast heeft men vooral moeten opboksen tegen de fabel dat er geen oplossing gevonden kon worden voor het kernafval. „Het was inderdaad een politieke dooddoener. Het afval is technisch goed aan de pakken. Je kunt radioactiviteit namelijk insluiten. In Frankrijk, in Engeland, overal doen ze dat”.

Verslagenheid
Opmerkelijk is de twee-eenheid Dodewaard-GKN. De middenstand in het Betuwse dorp profiteerde van de aanwezigheid van de centrale. Die gaf Dodewaard internationale bekendheid, werkgelegenheid en het verenigingsleven financiële steun. En als de GKN het moeilijk had, vormde de bevolking één front. Actievoerders konden een pak slaag krijgen. Iedereen in Dodewaard herinnert zich nog de demonstratie van 1981. Duizenden „malloten” sloegen hun tenten op in een weiland vlak bij de centrale. Tegen kernenergie en voor een veilig en schoon milieu. En wat ze achterlieten... een complete vuilnisbelt. Het grasland kon bovendien jarenlang niet gebruikt worden voor het vee, vanwege de achtergebleven stukjes plastic, glas en blik.

Die demonstratie heeft burgemeester Harinck van Dodewaard niet meegemaakt. Kleinere wel. Hij lag er niet wakker van. Ook hij betreurt het besluit om te stoppen. „Het sloeg hier in als een bom. Op het gemeentehuis heerste grote verslagenheid. Het is toch onze centrale. De mensen hier in het dorp hebben zich nooit onveilig gevoeld. De verhoudingen tussen gemeentebestuur en directie zijn altijd voortreffelijk geweest en er was regelmatig onderling overleg. Je kon altijd een beroep op hen doen”.

Wegstervend geluid
Hoekstra beschrijft hét moment als volgt: „Een simpele druk op de knop maakte in een fractie van een seconde een eind aan 28 jaar kernenergie. Gevoelens van trots, woede, ongeloof, doffe berusting en verdriet verenigden ons even allemaal. Maar het wegstervende geluid van de uitlopende turbine maakte ons weer alleen. Het is voorbij”. En in 2004 is Borssele aan de beurt.