Oranjeverenigingen royaal genodigd
Door Bea Versteeg
APELDOORN – De vanavond in het Amsterdamse Concertgebouw aanwezige Oranjeverenigingen zijn zo'n 120 man en vrouw sterk. Zij zijn door koningin Beatrix uitgenodigd voor het concert waarmee zij haar verjaardag voor vertegenwoordigers uit de samenleving viert.
„De Koningin geeft hiermee blijk van haar grote waardering voor het werk van de Oranjeverenigingen”, meent voorzitter mr. J. Pommer van de Bond van Oranjeverenigingen. Begin december kreeg de landelijke koepel te horen dat uit iedere provincie vijf bestuursleden en hun partners het concert bij mochten wonen. De bond had op een dermate ruimhartig uitnodigingsbeleid „niet gerekend”.
De royale geste ziet Pommer, in het dagelijks leven burgemeester van Ammerzoden, als een ontkrachting van de beweringen van Trouw-journalist Fred Lammers. Die beweerde dat de Oranjes –inclusief de Koningin– niets moesten hebben van de manier waarop Koninginnedag wordt gevierd. Met frisse tegenzin zouden zij op 30 april het land ingaan om de festiviteiten in twee gemeenten mee te vieren.
Belachelijk
Koningin Beatrix heeft die verhalen al in oktober als belachelijk afgedaan. Ook aan de Oranjeverenigingen heeft ze laten weten dat er niets van klopte. De organisatie van “Oranje-fans' had de geruchten ook niet kunnen geloven. En terecht, zoals bleek.
De bond ontstond drie jaar geleden uit een fusie van de Federatie van Oranjeverenigingen in Nederland en de Christelijke Bond van Oranjeverenigingen. Het samengaan vond plaats op vorstelijke aandrang. Het merendeel van de 1100 Oranjeverenigingen in ons land is bij de bond aangesloten.
Sinds 1995 heeft koningin Beatrix regelmatig laten blijken het werk van de nieuwe organisatie te waarderen. „Het is niet zo dat wij voor iedere activiteit een schouderklopje krijgen, maar tijdens het periodiek overleg met het hof krijgen wij signalen hoe zij over ons denkt”.
Nu de Koningin zo royaal uit de hoek komt, ligt het voor de hand dat de Oranje-organisatie iets terugdoet. Dat waren Pommer en de zijnen ook van plan. Uit contacten met de Rijksvoorlichtingsdienst bleek dat „het haar wens was om deze week” haar verjaardag min of meer privé te vieren. Op 30 april is het volk aan de beurt. De Oranjeverenigingen in Doesburg en Zutphen –deze Gelderse steden doet koningin Beatrix dan aan– zullen hun beste beentje voorzetten.
Evenement
Pommer heeft vrede met de beslissing van koningin Beatrix om haar verjaardag deze week in besloten kring te vieren. Hij geeft toe dat hij het leuk had gevonden om als bond een evenement in Den Haag of Amsterdam te organiseren. „Het seizoen en de wens van de Koningin waren voor ons aanleiding om ervan af te zien”.
Het is niet uitgesloten dat plaatselijke Oranjeverenigingen zaterdag iets organiseren om het jubileumjaar van Beatrix niet ongemerkt voorbij te laten gaan. „Het is mogelijk dat er lokaal een concertje of zoiets wordt gegeven. Bij het landelijk bestuur is niets concreet bekend”.
Nationaal geschenk
Of het tijdens de regering van koningin Beatrix nog ooit tot het geven van een nationaal geschenk komt, durft de voorzitter niet te zeggen. Nu is daarover ook niet serieus gedacht. „De melding dat zij haar zestigste verjaardag op grootse wijze zou vieren, kwam daarvoor een beetje laat”.
Maar ook bij eerdere gelegenheden liet het staatshoofd weten een nationale inzameling of een speciale munt of postzegel te harer ere niet nodig te vinden. De Oranjeverenigingen respecteren die mening. „Bij een nationale inzameling moet je controleren of je als gever en ontvanger op één lijn zit. Als blijkt dat de ontvanger er niets in ziet, moet je hem ook niet dwingen een cadeau in ontvangst te nemen”.
Waarom de Vorstin niets voor nationale geschenken voelt, is Pommer niet bekend. In het verleden waren dergelijke gebaren bij koninklijke huwelijken en andere jubilea de gewoonste zaak van de wereld. Toen koningin Beatrix en prins Claus in 1965 trouwden, zamelde een comité een miljoen gulden in. Het grootste deel ging naar organisaties voor gehandicapte kinderen, van de rest kreeg het bruidspaar een servies.
In 1991, bij het zilveren huwelijksjubileum, zat een gift van de natie er niet in. Het koninklijk paar verzocht nadrukkelijk dat niet te doen. Het spoorde de onderdanen aan een boom te planten. Zelf gaven zij tijdens de Nationale Boomplantdag het goede voorbeeld.
