Auto 23 oktober 1999

Mercedes E-klasse opgefrist

Door Arno Witvliet
Vier grote ronde ogen deden pakweg vier jaar geleden een veelheid aan stof opwaaien. Onnodig, zo bleek reeds kort na het debuut van de Mercedes E-klasse. Het succes bleef immers niet uit en veel exemplaren wisten hun weg over het rond der aard te vinden. Thans staat de E-klasse licht gewijzigd in de showroom. Met een keur aan fijne en beresterke dieselmotoren.

Hoewel de E-klasse bij zijn debuut reeds een controversieel uiterlijk werd toegeschreven, heeft de stilering van het koetswerk talloze kopers niet weerhouden om tot aanschaf over te gaan. Deze variant uit het leveringsprogramma nam de afgelopen jaren meer dan eenderde van de totale afzet voor zijn rekening, hetgeen neerkomt op een totale productie van pakweg een miljoen exemplaren. Gezien de stevige prijskaartjes die Mercedes-Benz aan zijn producten pleegt te hangen, is dat geen geringe prestatie.

De bewezen betrouwbaarheid en de hoge restwaarde alsmede het ijzersterke imago speelden de E-klasse ongetwijfeld in de kaart. Een en ander neemt niet weg dat de wagen zelf meer dan voldoende kwaliteiten bezit om deze positie voor zichzelf te bevechten. Inmiddels is de auto de tweede fase van zijn levenscyclus ingegaan. Mercedes-Benz volstond optisch met een paar bescheiden retouches. Onderhuids veranderde er echter meer. Alle tot dusver beschikbare dieselmotoren werden opgewaardeerd dan wel zonder pardon aan de kant geschoven.

Common rail
De statige E-klasse oogt thans dynamischer dan de eerste editie. De oorzaak ligt in het feit dat de grote ovale koplampen dankzij de voortschrijding van de lichttechniek konden worden afgevlakt terwijl eenzelfde hoeveelheid licht beschikbaar bleef. Een en ander had tot gevolg dat de spatborden spitser naar voren konden aflopen, waardoor de motorkap eveneens onder een grotere hoek gesloten kon worden. Nieuwe en dikkere bumpers à la Mercedes CLK deden de rest.

Onderhuids is de vernieuwingsdrang echter sterker tot uitdrukking gebracht. Hoewel het leverbare palet aan benzinemotoren nagenoeg ongewijzigd is overgenomen, werd het gehele magazijn dieselmotoren grondig onder handen genomen. De basis werd tot dusver gevormd door de viercilinders E 200 CDI en E 220 CDI, waarvan het acroniem aangeeft dat zich een direct ingespoten common rail turbodiesel onder de motorhuif bevindt. Toepassing van een nieuwe turbocompressor heeft het maximumvermogen opgestuwd tot respectievelijk 85 kW/116 pk en 105 kW/143 pk.

Indrukwekkender zijn echter de cijfers die de hagelnieuwe E 270 CDI en E 320 CDI neerzetten. De E 270 CDI stampt met vijf cilinders maximaal 125 kW/170 pk bij elkaar en imponeert met een maximumkoppel van 400 Nm tussen 1600 en 2800 tpm. De E 320 CDI maakt van deze indrukwekkende cijfers simpelweg gehakt door daar een maximumvermogen van 145 kW/197 pk en 470 tussen 1800 en 2600 tpm tegenover te stellen.

Krachtig
Ter kennismaking werd de redactie voorzien van laatstgenoemde variant. Een blik op de cijfers spreekt feitelijk voor zich. De E 320 CDI is onthutsend krachtig en snel. De 1560 kilogram wegende krachtpatser speert in 8,3 seconden vanuit stilstand naar 100 km/h en blaast desgewenst door naar zijn topsnelheid van 230 km/h.

Hoewel deze kille cijfers de grenzen van de E 320 CDI markeren, zijn ze geenszins in staat om de sensatie van het rijden uit te drukken. De krachtbron is ongelooflijk soepel en sterk en hangt bijzonder lekker aan het gas. De E 320 CDI overweldigt zijn bestuurder met onverschrokken gevoel. Daarbij draait de machinerie fraai en zeer regelmatig haar rondjes, zonder dat akoestische begeleiding daarvan de trommelvliezen onnodig beroert. Pas met de slurf in de vulmond blijkt dat de E 320 CDI zich bovendien slechts gematigd laaft. Een gemiddelde brandstofconsumptie van 1 op 12,3 is voor een dergelijke geweldenaar zonder meer correct te noemen.

Uitrusting
De vernieuwde E-klasse rijdt als voorheen. Het weggedrag, in casu het comfort, is van hoog niveau, zij het dat de wagen nog altijd meer isoleert dan informeert, wat de liefhebber van autorijden minder zal aanspreken. De kwaliteit van de materialen en de afwerking van een en ander zijn simpelweg top. Net als de uitrusting trouwens, want zelfs de Classic is in basisuitvoering standaard reeds voorzien van twee airbags, sidebags voor, windowbags, abs, elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP), vier elektrisch bedienbare ramen voor en achter, elektrisch verstelbare voorstoelen, airconditioning, cruise control, multifunctioneel stuurwiel, regensensor en een radio met acht luidsprekers. Mercedes-Benz levert de E-klasse desgewenst ook als Elegance dan wel Avantgarde en voor de stevige investeerders is het goed om te weten dat de lijst met allerhande opties nog altijd lang en begeerlijk is.

Met de opfrisser heeft Mercedes-Benz de bezem door de prijslijst gehaald. De twee 'instappers' E 200 en E 200 CDI doen inmiddels respectievelijk 89.250 en 90.650 gulden. De E 320 CDI verlaat vanaf 120.550 gulden de showroom. Een automatische vijftraps transmissie is dan inbegrepen.