Niet sober, wel degelijk

Opel heeft altijd zijn eigen karakter gehad. De fabrikant maakt niet de ”grote limousines” als Mercedes of ”roestbakken”, een etiket dat de Italiaanse en Franse wagens vaak krijgen opgeplakt. Nee, Opel zit altijd in het midden: zakelijk, degelijk en betrouwbaar, misschien zelfs wat saai. Gezien de verkoopcijfers is dat nu juist hetgeen een grote doorsnee van de autorijders wil.

Daarom is er geen enkel argument om over de Opel te schamperen, vindt P. de Jong, manager public relations van Opel Nederland. „Mensen kunnen soms neerbuigend doen over de Opel Kadett, maar als een model zo goed verkoopt, dan is dat onterecht. Vergeet niet dat wij met die auto een enorme bijdrage hebben geleverd aan de mobiliteit. Er zijn er uiteindelijk miljoenen van verkocht en zijn opvolger, de Astra, is al even succesvol. Voor de komst van de goedkope massawagen konden alleen de rijke mensen reizen, maar met de Kadett kon bij wijze van spreken die fabrieksmedewerker van zes hoog ook naar de Veluwe of naar Brabant. Reizen werd betaalbaar.” De Jong weet wat hij verkoopt.

„Vergis je niet: Opel en in het bijzonder de Kadett hebben veel mensen erg veel rijplezier gegeven. Eén voorbeeld. Enkele jaar geleden was ik bij twee bejaarden op bezoek. Jaren hadden ze in tweedehands Opels gereden, maar nu ze oud waren, hadden ze nog één wens: een nieuwe Kadett. Die avond kregen ze hem. Het was feest, er werd taart gedeeld, de buren kwamen feliciteren en gaven bloemen. Sentimenteel? Misschien wel, toch zegt het iets”, vertelt hij in het Sliedrechtse hoofdkantoor.

Niet vanzelf
Maar het succes kwam niet zomaar aanwaaien, benadrukt de manager. „Er is hard aan gewerkt. We staan nu dertig jaar aan de top in Nederland, maar onze directeur zegt altijd: „Vergeet niet dat de teller iedere eerste januari weer op nul staat”. Ook dit jaar moeten we er weer voor vechten.” Opel voelt steeds meer de hete adem van Volkswagen in zijn nek.

Overigens, Nederland is niet het enige land waar Opel zo succesvol is. Ook in Finland en Zwitserland staat het merk nummer één, zij het geen dertig jaar. In Denemarken, Duitsland, Italië, Oostenrijk, Portugal en het Verenigd Koninkrijk is Opel tweede. In België, Ierland en Noorwegen staat het merk op nummer drie.

Goed ondernemerschap is volgens De Jong de enige verklaring voor die populariteit van Opel. De wortels daarvoor dateren al van voor 1899. Adam Opel en zijn zonen hadden die eigenschap in zich en die mentaliteit is sindsdien in het bedrijf gebleven. Daar komt bij dat de fabrikant het belang van massaproductie vroeg inzag.

De brede modellenlijn is volgens de Opel-woordvoerder een ander sterk punt. „We hebben een breed pakket auto's. Zeker nu. Met de Corsa zitten we bijna helemaal onder in de markt. Dat loopt door tot de Omega MV 6-cilinder, een topmodel. Wie dat niet genoeg vindt, kan nog overstappen op andere merken van General Motors, het concern waar Opel deel van uitmaakt, zoals Cadillac en Chevrolet. Met de lichtere bedrijfswagens, de tereinauto Frontera en de nieuwe ruimteauto Zafira bedienen we weer andere bijzondere groepen autorijders. Voor iedereen is er wel een type en er komt nog meer aan.”

Kaal dashboard
Binnen en buiten Opel wordt ook de sterke dealerorganisatie onderstreept. De Jong: „Een van de beste, menen we zelf. Door aan een goed dealernetwerk te werken, zijn we een wereldmerk geworden. Goede begeleiding, ook na de verkoop, is uiterst belangrijk. Als je de loyaliteit van de klant hebt, moet je die ook houden. Verder krijgt de opleiding van het personeel veel aandacht.”

Is Opel ook niet succesvol door zijn sober en degelijk imago? „Opels zijn degelijk, betrouwbaar, maar sober, nee. Auto's met kale dashboarden bestaan niet meer. Kijk maar eens wat er tegenwoordig allemaal standaard op onze modellen zit.”

Daar kan Opel volgens De Jong ook niet meer om heen. De automobilist is steeds meer verwend. Bijzondere aandacht besteedt Opel momenteel aan de jeugd. Sportieve modellen en uitvoeringen moeten het 'burgerlijke' karakter wat opfrissen. Bij de Corsa lijkt dat aardig te lukken. Ook in de volgende eeuw moet iedereen kunnen zeggen dat zijn tante, buurman of kennis in een Opel rijdt.