Auto 22 mei 1999

Fiat verjaart in Turijn

Fiat viert zijn honderdste verjaardag. De Italianen laten dit moment niet onopgemerkt voorbij gaan. Hét hoogtepunt van de festiviteiten vindt in juli plaats, wanneer Turijn –de moederstad– helemaal in het teken staat van de auto waarmee het bedrijf het derde millennium binnenrijdt: de nieuwe Fiat Punto.

Die ”Nuova Punto” krijgt overigens als eerste Fiats nieuwe merkteken (foto 1) op de neus. Op 12 juli 1899 werd in Turijn de basis gelegd voor het inmiddels wereldwijd opererende concern. ”F.I.A.T.” luidde de naam destijds, oftewel Fabbrica Italiana di Automobili Torino, dat in het jaar 1900 zijn eerste fabriek opende aan de Corso Dante. De 35 werknemers produceerden in dat jaar welgeteld 24 automobielen. Een aantal dat nu in luttele minuten van de band rolt...

De onderneming groeide onstuimig en bediende behalve de thuismarkt ook andere continenten, waaronder Australië (foto 2). Na een werkbezoek aan het land van Henry Ford besloot de directie in 1916 in Turijn een ”American-style factory” te bouwen. De Lingotto-fabriek werd de grootste in z'n soort in Europa. Daar liep in 1925 bijvoorbeeld de Fiat 501 van de band (foto 3). Acht jaar later bouwde het bedrijf de Balilla 508, met een brandstofverbruik van 8 liter per 100 kilometer een zuinig succesnummer (foto 4).

Dieptepunt
De productie bereikte tijdens de Tweede Wereldoorlog een dieptepunt, mede omdat de geallieerden hun bommen op de fabrieken lieten vallen. Dankzij het Marshall Plan kon Fiat met de herbouw beginnen. Ook buiten Italië –in Zuid-Afrika, Turkije, Joegoslavië, Argentinië en Mexico– kwamen vestigingen. Het concern produceert nu behalve auto's ook tractoren (foto 5), spoorwegmaterieel, dieselmotoren, gasturbines en vliegtuigen.

Kleine autootjes, daar was en is Fiat sterk in, zoals de Nuova 500 (foto 6), de Panda (foto 7) en de Cinquecento. De Multipla (foto 8) wist als laatste de tongen los te maken. Het wonderlijk gestileerde vehikel is zijn tijd optisch verder vooruit dan het gros van de omstanders kan vooruitblikken. Met dergelijke spraakmakende ontwerpen rijdt Fiat blijkbaar het nieuwe millennium in.

Opgepoetst
Fiat heeft de Marea en de Marea Weekend dan ook onlangs opgepoetst om beide wagens fris over de eeuwgrens heen te tillen. Fiat beweert dat de auto's op zo'n 1500 punten zijn verbeterd, maar op het eerste gezicht lijkt er maar weinig te zijn veranderd.

Het belangrijkste nieuws blijft aan het oog onttrokken en bevindt zich onder de motorkap. Net als de meeste andere modellen uit de modellenprogramma's van Fiat, Alfa Romeo en Lancia is nu ook de Marea leverbaar met twee direct ingespoten common rail turbodieselmotoren.

De kleinste van de twee telt vier cilinders met een gezamenlijke inhoud van 1,9 liter. Het maximumvermogen bedraagt 77 kW/105 pk bij 4000 tpm, terwijl het maximumkoppel van 200 Nm reeds bij 1500 tpm beschikbaar is. De grootste doet er een cilinder bij en schopt het tot een totale cilinderinhoud van 2,4 liter.

Gekieteld
Een en ander resulteert in een maximumvermogen van 96 kW/130 pk bij 4000 tpm en een maximumkoppel van liefst 304 Nm bij 2000 tpm. Ook de 2,0 liter twintigkleps vijfcilinder benzinemotor werd voor de gelegenheid gekieteld, hetgeen een vermogenswinst van zeven paardenkrachten betekende zodat deze machine maximaal 113 kW/154 pk levert.

Verder zijn abs en twee airbags voortaan standaard op alle Marea's en worden de auto's geleverd met hoofdsteunen op zowel de voorstoelen als de achterbank. Fiat investeerde bovendien in nieuwe kleuren, tapijten en bekledingsstoffen. De nieuwe Fiat Marea is leverbaar vanaf 36.450 gulden. Een vergelijkbaar uitgevoerde Marea Weekend kost 1500 piek meer.