Auto 8 mei 1999

Fiscale plannen kunnen lpg-branche helpen

Autogas verliest zijn charmes

Door H. de Boer
De Nederlandse veelrijder lijkt steeds minder gecharmeerd van lpg. Het aantal afgegeven kentekenbewijzen voor auto's met een gastank daalt in rap tempo. De achterstand op dieselaars wordt groter. Alle milieuvoordelen ten spijt is het uiteindelijk de portemonnee die bij de automobilist de doorslag geeft. Toch heeft de branche de moed niet verloren. „Het jaar 2000 wordt het jaar van de omslag”, weet voorzitter G. Schuijlenburg van de Vereniging Vloeibaar Gas zeker.

Recente cijfers geven op dit moment weinig reden tot optimisme. De Rijksdienst voor het Wegverkeer registreerde in de eerste 2 maanden van dit jaar 4720 kentekenbewijzen voor lpg-auto's. Zet die trend door, dan zal het aantal nieuwe gastanks dit jaar onder de 30.000 uitkomen.

„De lijn is een dalende”, moet Schuijlenburg –in het dagelijks leven directeur is van LP Gas– toegeven. Vorig jaar kwamen er nog 37.400 gasauto's bij. In 1997 en 1996 lagen die aantallen op respectievelijk 42.000 en 44.500. Anders gezegd, in Nederland rijden momenteel ruim 360.000 auto's met een lpg-tank rond. In 1990 waren er dat 650.000. Op een jaarlijkse afzet van ongeveer een half miljoen personenwagens bedraagt het aandeel met gastank nu nog een krappe 6 procent.

Principes
Schuijlenburg ziet aanwijsbare oorzaken. „De ontwikkeling van benzine- en dieselmotoren staat ook niet stil. Met name de dieseltechniek wordt de laatste jaren sterk gepromoot.” Dat is te zien aan de verkoopcijfers. Het marktaandeel van diesel groeide vorig jaar naar zo'n 20 procent. „Toch is er geen motor zo schoon als die op lpg”, vindt Schuijlenburg. „Helaas gaan principes nogal eens opzij voor geld.”

De Stichting Autogas Nederland doet er alles aan het imago van lpg onder de aandacht van de consument te brengen. Woordvoerder F. van Leeuwen somt een aantal voordelen op: een gunstige literprijs, minder schadelijke uitlaatgassen, minder lawaai dan bij een diesel, geen smerige handen bij het tanken. Ook de veelgehoorde klacht dat een gastank veel ruimte inneemt, gaat lang niet altijd meer op. „Er zijn al tanks die op de plaats van het reservewiel worden gemonteerd”, aldus Van Leeuwen.

Door middel van zogenaamde omslagpuntberekeningen probeert de stichting de automobilist te overtuigen van het kostenvoordeel dat hij kan behalen door van diesel of benzine over te stappen op lpg (zie kaders). Van Leeuwen: „Het gaat uiteindelijk toch om de knip. Als je op verjaardagen vraagt waarom iemand gas rijdt, hoor je praktisch nooit dat-ie het alleen voor het milieu doet.”

Besparen
Het rekenprogramma zet alle kosten op een rijtje –onder meer inbouw gastank en extra wegenbelasting– en laat per type auto zien bij welke kilometrage lpg voordeliger is. Van Leeuwen: „Gemiddeld is de overstap vanaf 19.000 kilometer per jaar te doen. Maar voor een prijsvoordeel van 100 gulden op jaarbasis loopt niemand warm, dus wij gaan ervan uit dat je met gas vanaf 25.000 kilometer een redelijk bedrag per jaar kunt besparen.”

Schuijlenburg is ervan overtuigd dat de politieke wil er in Nederland –en in Europa– is om de doelstellingen uit het Nationaal Milieubeleidsplan 3 te halen. Maar dan is er volgens de voorzitter van de Vereniging Vloeibaar Gas vooral op fiscaal terrein werk aan de winkel. De nog altijd hogere motorrijtuigenbelasting op lpg-auto's moet omlaag en de accijns op gas kan ook flink naar beneden, vindt hij. Staatssecretaris Vermeend van Financiën werkt aan een belastingplan voor het jaar 2000 waarin dit moet worden geregeld. Hoe de plannen er voor lpg uit komen te zien, is nu nog onduidelijk. De branche hoopt dat in ieder geval het gat tussen diesel en gas wordt vergroot, ten gunste van de laatste brandstofsoort uiteraard.

Verantwoord investeren
„De signalen van Vermeend zijn positief”, aldus Schuijlenburg. Dat is ook noodzakelijk, vindt hij. „De autogasbranche moet anders haar investeringen in research en ontwikkeling heroverwegen. We hebben een thuismarkt van 70.000 ingebouwde gasinstallaties per jaar nodig om verantwoord te kunnen investeren. Dit jaar bouwen we er ongeveer 40.000 in. Dat is te weinig.”

Nederland heeft een reputatie als het gaat om nieuwe ontwikkelingen en loopt voorop met ”heavy duty”- en G3-systemen, ”common rail” en snelvulinstallaties voor bussen. Schuijlenburg vindt het prima dat minister Jorritsma van Economische Zaken tijdens haar missie naar China hoog opgaf over de Nederlandse knowhow op lpg-gebied. „Maar als we niet kunnen investeren, lopen we zo lichtjaren achter.”

Diezelfde minister schreef begin februari een brief aan de Kamer waarin ze uiteenzet wat volgens haar de ”optimale brandstofmix” voor het wegverkeer is. In 2010 moet 7 tot 10 procent van de personenauto's op lpg rijden (nu nauwelijks 5 procent). Het aandeel diesels moet terug naar 5 procent (nu 20). Ook voor andere categorieën voertuigen zijn de lpg-doelstellingen opgesteld: 60 tot 75 procent van de stadsbussen, 30 tot 60 procent van de stadsbestelwagens, 40 tot 60 procent van de inzamelvoertuigen en 30 tot 40 procent van de taxi's. Schuijlenburg: „Gezien die ambitieuze doelstellingen ben ik niet pessimistisch. De omslag naar lpg zal snel komen. Ik reken erop dat er dit jaar duidelijke maatregelen worden afgekondigd zodat al volgend jaar een gunstige tendens zichtbaar is.”

Af fabriek
Ook de auto zelf is volop in ontwikkeling. Nog dit jaar komt de fabrieksmatig gebouwde lpg-auto op de Europese markt. Verschillende fabrikanten –waaronder PSA, Renault, Ford, Fiat, General Motors, Saab en Volvo– beschikken al over productiemodellen die af fabriek zijn voorzien van een lpg-installatie. Tot nu toe konden deze auto's alleen in het land van herkomst worden verkocht.

De Europese Commissie heeft de regels hiervoor per 1 januari aangepast, zodat de auto's op de hele EU-markt kunnen worden afgezet. Volvo start in juli met de productie van de Volvo S80 bi-fuel. Ford bouwt in de Focus 1.8 16V af fabriek een vloeibare gasinjectie. Dit model wordt in oktober verwacht in Nederland. Schuijlenburg is een groot voorstander van Europese reglementering voor lpg-auto's. „Standaardisatie is een voorwaarde. Lpg wordt op die manier een volwaardige brandstof. Dat moet beslist, anders zien de autofabrikanten er niets in.”

De komst van het nieuwe, uniforme autogasvulsysteem voor heel Europa moet ook een zet in de goede richting geven. In de tweede helft van dit jaar wordt een begin gemaakt met het ombouwen van alle autogaspompen. De Euronozzle maakt een einde aan het gedoe met vulverloopnippels op het moment dat er in het buitenland moet worden getankt.

Fiscale voordelen
Lgp mag dan in Nederland in de verdrukking komen, Europees gezien doet de brandstof het uitstekend. „In landen zoals Italië, Polen, Portugal, Frankrijk en Groot-Brittannië stimuleert de overheid het rijden op autogas enorm door fiscale voordelen te bieden en subsidies op investeringen te verstrekken”, vertelt Schuijlenburg. De groeicijfers spreken voor zich. Het marktaandeel van lpg zal alleen al in Engeland tussen nu en 2003 naar verwachting met 150 procent toenemen. Ook de Fransen schakelen in een hoog tempo om en zelfs in Duitsland –traditioneel zeker geen lpg-land– wint gas terrein.