Auto 1 juni 2001

Aantal motorrijexamens neemt ieder jaar fors toe

Tijd om op te stappen

Door C. J. Kaai
Nederland stapt massaal op de motor. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Volgens dat bureau is het aantal examenaanvragen voor het motorrijbewijs vorig jaar explosief gestegen. Deels is dat een inhaalslag, deels komt dat doordat de motor wapen in de filestrijd wordt.

Het CBR nam vorig jaar ruim 30 procent meer motorpraktijkexamens af dan in 1999. Toen waren er 26.726 kandidaten, vorig jaar 35.078. Anjo Joostens, motorrijinstructeur bij Verkeersschool Kruispunt in Slochteren, merkt de toename van motorlessers dagelijks. Het valt hem op dat de meesten daarvan wel wat ouder zijn. Binnen zijn huidige lesgroep is maar één kandidaat 19 jaar, de rest is ouder. „De lesser van nu is begin twintig en heeft dus een paar jaar gewacht met rijden. Opvallend is dat vrouwen vaak nog later beginnen, zo rond hun dertigste.” Een duidelijke reden hiervoor weet hij niet.

Zware motor
Dat mannen niet gelijk op hun achttiende gaan rijden, heeft volgens het CBR een oorzaak. Volgens het bureau wachten jongeren met lessen en het afleggen van examen totdat ze de leeftijd hebben om een zware motor te mogen rijden. Het gaat om de groep jongeren die in 1996 nog geen 21 waren, zo blijkt uit de cijfers. In dat jaar werd een wet van kracht die bepaalde dat jongeren tussen hun 18e en 21e levensjaar uit veiligheidsoverwegingen alleen op een lichte motor (tot 125cc) mogen rijden. Vorig jaar was ruim 20 procent van de kandidaten 21 of 22 jaar. Daardoor lijkt het erop dat deze aspirant-motorrijders inderdaad hebben gewacht, om zo gelijk op een zware motor te kunnen stappen.

Mensen die een paar jaar kunnen wachten, zullen hun motor meestal niet zakelijk gebruiken. Joostens herkent dat. „Een zakelijke motorrijder kom je hier zelden tegen. Misschien omdat er niet zoveel files staan rond Slochteren? De meeste rijders hier uit de buurt zijn pure liefhebbers die hun machine hebben voor hobby, vrije tijd of ontspanning.” Het zijn de wat oudere motorrijders, zo rond de veertig jaar. Een van hen wil wel kwijt dat hij „nu pas tijd heeft voor de motor. Ik was druk met mijn kinderen en mijn werk, en nu ik een beetje ruimte heb, wil ik wat ontspanning.” Hij werd aangestoken door mensen in zijn omgeving: „Het begint met een keertje achterop, en dan geniet je van het bochtenwerk. Als je eenmaal weet hoe dat voelt, dan weet je wat de volgende hobby wordt.”

Zomerkriebels
Volgens de instructeur beginnen de meeste mensen laat in het seizoen met hun lessen. „Waarschijnlijk zijn het de zomerkriebels die mensen doen besluiten te gaan lessen. Maar dan doen ze wel in oktober, november examen. Dan is de motorrijtijd voorbij. Ze kunnen beter in maart of april gaan lessen. Als ze dan hun rijbewijs hebben, kunnen ze daar nog de hele zomer van genieten.”

De cijfers van het CBR onderstrepen Joostens woorden: het merendeel van de examens wordt in de herfstmaanden afgelegd. Hoewel dat in Slochteren anders is, lijkt de zakelijke rijder landelijk gezien steeds meer geïnteresseerd in de motor. Zeker in streken waar veel files zijn, is dit merkbaar. Rob Homberg bijvoorbeeld van de gelijknamige rijschool in Ede ziet steeds meer zakelijke rijders naar zijn rijschool komen. „Bij vijftig procent van hen gaat het om woon-werkverkeer.” De aspirant-motorrijders bij Homberg zijn dan ook heel divers. „Zowel mannen als vrouwen van 18 jaar tot ruim 50 jaar proberen bij mij hun A-rijbewijs te halen. Het verhaal dat jongeren even wachten met rijden, klinkt mij dan ook onbekend in de oren.”

Leasemotor
Een andere reden voor de toename van het aantal examens kan het fenomeen ”leasemotor” zijn. Het GAK in Amsterdam neemt dat erg serieus. Een aantal werknemers gaat deelnemen aan een project waarbij ze enige tijd een leasemotor krijgen in plaats van een auto van de zaak. Naast de tijdwinst die het rijden op een motor oplevert, is er ook nog een fiscaal voordeeltje: de auto is fiscaal niet-aftrekbaar, de leasemotor is dat echter wel.

De fabrikanten merken de toename van het aantal examens uiteraard ook. Opvallend in de cijfers is de verkoopscore van de motorscooter. In 1994 was het marktaandeel daarvan 15 procent, vorig jaar ruim 40. „Vooral bij de jeugdige rijders is de scooter helemaal in”, aldus een rapport van de RAI Vereniging. „Daarnaast is de scooter vaak onderhoudsarm, makkelijk te bedienen en slim in het gebruik. Deze combinatie verklaart dan ook de populariteit van de scooter.”