MPV zonder mogelijkhedenWie zich vandaag de dag bezint op de aanschaf van een multi purpose vehicle (MPV) en zich daarbij financieel enigszins beperkt weet, kan niet om Kia heen. Deze Aziatische fabrikant biedt een uitgebalanceerde serie modellen tegen stuk voor stuk scherp gecalculeerde prijzen. Met de Carens hoopt Kia een passend antwoord te hebben op het oprukkende geweld in het segment van de midsize MPV's. Hardlopers zijn doodlopers. Daewoo, net als Kia van Koreaanse origine, ligt na een kleine tien jaar als een wervelstorm in de automarkt gewoed te hebben, financieel op apegapen. De rustige, maar gestage opmars van Kia lijkt daarentegen steeds meer vruchten af te werpen. Het programma dat ooit uit twee modellen bestond, omvat vandaag de dag negen modellen waarmee Kia bijna in elk volumesegment aanwezig is. Zo loste de Mentor recent de Sephia af en werd de Magentis als nieuwe en luxueuze sedan welkom geheten. Laatstgenoemde combineert een royale hoeveelheid binnenruimte met een zoevende zescilinder onder de kap, terwijl het prijskaartje pakweg gelijk is aan die van de goedkoopste Volkswagen Passat. Verder werd het aanbod multi purpose vehicles naar beneden afgerond met de Carens. Geen aandachttrekker De Kia Carens is een nette verschijning, die echter niet in staat is om de aandacht van de grote schare medeweggebruikers naar zich toe te trekken. Kia heeft de Carens voor de gelegenheid in twee metallic contrastkleuren gespoten; dat is wel opvallend maar vergroot de attractiewaarde van de Carens hoegenaamd niet. Kia heeft weliswaar pogingen ondernomen om in zijn modellijn een zekere mate van herkenbaarheid aan te brengen, maar de Carens is nu niet bepaald in één oogopslag als een Kia te herkennen. Het meest in het oog springende stijlelement is de uit het lood geplaatste C-stijl, die onder meer ook de Toyota Picnic karakteriseert. In het algemeen zijn Europese fabrikanten beter in staat om harmonie en consistentie in het assortiment aan te brengen. Herkenbaarheid is immers geen kwestie van het monteren van dezelfde grille. De Kia Carens is trouwens wel een uit de kluiten gewassen auto. Hij is langer dan bijvoorbeeld de Opel Zafira en de Nissan Almera Tino en slechts 9 centimeter korter dan de eerder genoemde Toyota Picnic. Eén motor Kia heeft het aanbod van motoren voor de Carens uiterst beperkt gehouden. Elke Carens wordt aangedreven door een 1,8 liter viercilinder zestienklepper die een maximumvermogen van 81 kW/110 pk bij 5750 tpm via de voorwielen op het wegdek weet te brengen. Het maximumkoppel bedraagt 152 Nm en wordt bij 4500 omwentelingen per minuut gerealiseerd. Met deze krachtbron weet de 1264 kilogram wegende Carens een topsnelheid van 190 km/h te bereiken. De documentatie zwijgt opvallend genoeg in alle talen over de benodigde tijd om vanuit stilstand een snelheid van 100 km/h te halen. Gevoelsmatig is dat echter wel in orde. De Carens is namelijk geenszins een langzame jongen. De wagen komt heel verdienstelijk uit de startblokken en heeft over de gehele toerenlinie meer dan voldoende adem om goed met de rest van het verkeer mee te kunnen komen. Dat neemt niet weg dat de Carens er de voorkeur aan geeft om lekker op toeren gereden te worden. Minder prettig is het geluid waarmee de machinerie zijn inspanningen begeleidt. De motor klinkt nogal rauw. Bij het benzinestation leert een snelle rekensom dat de Carens gemiddeld elke 9,3 kilometer een liter euroloodvrij verbruikt, voor dit autosegment simpelweg gulzig. De Kia Carens is eerst en vooral een comfortabele auto. Wie enige sportieve ambities koestert zal in de Kia ernstig teleurgesteld worden. Het onderstel absorbeert met verve de onregelmatigheden in het wegdek maar informeert verder nauwelijks. De besturing reageert redelijk direct, maar gevoelloos op uitslagen van het stuurwiel. De Carens is geen liefhebber van snel ingestuurde bochten; hij gaat nadrukkelijk op het buitenste voorwiel hangen, wat gepaard gaat met een bijbehorende dosis onderstuur. De Carens is verder voorzien van een prettig schakelende vijfversnellingsbak die zich eenvoudig en trefzeker laat bedienen. Ook de reminstallatie stemt tot tevredenheid. Niet creatief Het interieur van de Carens is niet door de meest creatieve geesten ontwikkeld. Het geheel ziet er naar Aziatische traditie grijs en weinig fantasievol uit; frivoliteiten heeft men zich kennelijk niet kunnen permitteren. Voor de liefhebbers is er plakhout beschikbaar. Er is wel goed over de bediening van het dashboard nagedacht. Het geheel is overzichtelijk ingedeeld en laat zich eenvoudig en probleemloos bedienen. In interieurruimte worden de inzittenden niet teleurgesteld. Zowel voorin als achterin is er meer dan voldoende bewegingsruimte voor hoofd en ledematen. Met een inhoud van 1150 liter, eventueel uit te breiden tot 2800 liter, is er genoeg bagageruimte. De kwaliteit van het meubilair is goed. De voorstoelen zijn goed verstelbaar en voorzien in een voldoende dosis ondersteuning. Storender is het gebrek aan variabiliteit in het interieur. In dit segment steekt de ene fabrikant de andere de loef af met nog meer slimme bergvakken of nog eenvoudiger te variëren interieurconfiguraties. Kia lijkt zich niet bewust te zijn geweest van het belang van multifunctionaliteit. De Carens is gewoon lekker ruim; de leuning van de achterbank kan in ongelijke delen neergeklapt worden. In de Koreaan geen uitneembare en individueel verstelbare achterstoelen maar gewoon een achterbank die niet verstelbaar is, laat staan uitneembaar. Als beoogd uitdager van auto's als de Renault Scénic en de Citroën Xsara Picasso mis je dan wel een belangrijke slag. Uitvoeringen Kia levert de Carens in twee uitvoeringen. Vanaf 38.990 gulden levert de fabrikant de Carens RS, die voor dat bedrag standaard voorzien is van een bestuurdersairbag, stuurbekrachtiging, elektrisch bedienbare voorramen, twee luidsprekers en hoofdsteunen op de voorstoelen en de achterbank. De prijslijst meldt nadrukkelijk dat deze variant enkel op speciale bestelling leverbaar is. Hetzelfde document maakt duidelijk waarom. Voor 1500 piek meer levert Kia namelijk de Carens LS, die ten opzichte van de Carens RS voorzien is van centrale portiervergrendeling, airconditioning, passagiersairbag, elektrisch bedienbare buitenspiegels, chromen grille, roofrack, elektrisch bedienbare achterramen, vier speakers, toerenteller, getint glas, een rolhoes in de bagageruimte alsmede extra binnenverlichting. De lijst met extra's vermeldt enkel metaallak voor 898 gulden terwijl voor ABS 2008 gulden wordt gefactureerd. De vraag lijkt gerechtvaardigd of de Kia Carens een verrijking is van het aanbod van midsize multi purpose vehicles. De auto is redelijk comfortabel en opvallend ruim, en is bovendien sympathiek geprijsd, zodat er op het eerste gezicht voldoende potentieel voor zou moeten zijn. Maar behalve de wat teleurstellende mate van verfijning, valt vooral het gebrek aan multifunctionaliteit op. Auto's als de Nissan Almera Tino en de Renault Scénic zijn weliswaar duurder, maar bieden behalve meer kwaliteit vooral meer variabiliteit. Stationwagen De Carens is in de kern van de zaak dan ook een afwijkend geproportioneerde stationwagen. De auto heeft niet alleen een onduidelijke positie in de markt, maar zelfs binnen het assortiment van Kia is de plaats van de Carens niet onbetwist. Met uitzondering van zijn afwijkende proporties onderscheidt de Kia Carens zich nauwelijks van de Clarus Wagon. Wie toch een MPV prefereert, kan bij Kia ook voor de Joice kiezen. Die is weliswaar 3500 gulden duurder, maar stelt daar meer binnenruimte, twee extra zitplaatsen en een sterkere motor tegenover. |