Auto 26 januari 2001

Oude fietsband
in gymzaalvloer

Door C. van der Wind
Isolatie, dempingsmateriaal, vloeren in gymzalen of dakbedekking. Afgedankte fietsbanden krijgen vanaf volgend jaar een nieuwe toepassing. Het hergebruik van rubber en staal uit binnen- en buitenbanden is een initiatief van de stichting ”Inzameling Tweewielerbanden” (ITB).

De ruim 11 miljoen oude fietsbanden die nu nog jaarlijks op de vuilnisbelt of in de verbrandingsoven belanden, krijgen in de nabije toekomst een nieuwe bestemming. Het gaat om 230 miljoen kilo buitenbanden en 68 miljoen kilo binnenbanden. Het rubber, het staal en de nylon uit deze banden zijn goed te scheiden en te verwerken.

Hiervan kunnen nuttige producten worden gemaakt. Bekend zijn vooral de rubberen matjes die onder de tegels liggen op een dakterras van een flat of appartement. Ook de veiligheidsmatten onder kinderspeeltoestellen kunnen van het overgebleven rubber gefabriceerd worden.

Milieu
Ongeveer 400 fietsenmakers hebben nu al een systeem om afgedankte fietsbanden in te zamelen. Ze doen dat voor de bescherming van het milieu en om de fiets een groener imago te geven. Veel detaillisten –vooral de wat kleinere– vinden het geen probleem hun oude banden met het huisvuil mee te geven. Officieel is dat verboden. Dat het nog altijd gebeurt, komt door de loyale houding van veel gemeenten en provincies. De Wet milieubeheer en de (Europese) regels voor het gescheiden inzamelen van bedrijfsafval laten de oude praktijken echter niet meer toe.

Een andere mogelijkheid om de fietsbanden kwijt te raken, zoals het ophalen door een speciale bedrijfsafvaldienst, is vaak kostbaar. Dat loopt in de honderden guldens per jaar. Toch hebben veel gemeenten laten weten dat de fietsbranche wat moet doen aan haar afvalprobleem. De banden met het gewone huisvuil meegeven, is er in de toekomst niet meer bij.

Vredestein Fietsbanden zag drie jaar geleden al het afvalprobleem bij de detailhandel ontstaan. De bandenproducent nam het initiatief om de recyclingmogelijkheden te onderzoeken. „We hebben daarvoor de stichting Inzameling Tweewielerbanden opgericht, waarin de hele branche is vertegenwoordigd”, zegt algemeen directeur M. Struijs van Vredestein Fietsbanden. „Dat was wel een voorwaarde. Een dergelijk idee moet gedragen worden door de totale sector om het tot een succes te maken. We hopen 95 procent van alle fietsbanden opnieuw te gebruiken voor andere producten.”

Concurrenten
Zijn idee viel in goede aarde. Zelfs bij de concurrenten. „Inmiddels heeft het gros van de bandenleveranciers, fiets- en onderdelenproducenten, detailhandel en BFI-afvalverwerking zich bij de stichting ITB aangesloten. Ook brancheorganisaties als de Bovag en de RAI juichen het initiatief toe”, zegt Struijs.

De stichting wil met de inzameling de fiets een nog groener imago geven. Bovendien moet de detailhandel geen extra kosten hoeven te maken of er administratieve rompslomp bij krijgen als het afval in de toekomst gescheiden moet worden opgehaald. Struijs: „De markt voor fietsen staat wat de marges betreft onder druk. Daarom bieden we de detailhandel dit aan als een stukje service. Verder hopen we dat ons groene idee gewaardeerd wordt door de consument, waardoor er meer fietsen verkocht zullen worden.”

ITB is van plan bij alle fiets- en onderdelenhandelaren een cilindervormige container te plaatsen voor de binnen- en buitenbanden. „Op dit moment laat 65 procent van de fietsers hun banden vervangen bij de specialist. Dat percentage stijgt nog steeds. De mensen hechten steeds meer aan service. Om aan de gewenste 95 procent te komen, zullen we de rest van de consumenten moeten overtuigen hun versleten banden in te leveren. Ik heb daar wel vertrouwen in, ook vanwege de omvang van een buitenband. Die stop je niet zo gemakkelijk in de vuilniszak.”

Bellen
Om de investeringen in containers en het inzamelsysteem te financieren, gaat de detailhandel een kleine verwijderingsbijdrage vragen bij de aanschaf van een nieuwe band. Struijs: „Het is net als bij bruin- en witgoed en bij auto's. Een kwartje voor de binnenband en twee kwartjes voor de buitenband. Die worden doorberekend aan de consument. De fabrikanten dragen dat bedrag over aan de stichting ITB.”

ITB heeft een contract met de grote afvalverwerker BFI getekend om de banden bij de fietsenmaker op te halen en te zorgen voor de verdere verwerking. Het enige wat de detaillist moet doen, is bellen met het afvalverwerkingsbedrijf om de container te laten legen als die vol is. De stichting betaalt vervolgens de kosten.

Opgehaalde banden gaan een proces in van thermische recycling, waarin ze onder hoge temperatuur worden omgevormd tot brandstofmengsel of rubberpoeder. Omdat het een olieachtige grondstof is met een enorme warmtecapaciteit kan het als brandstof worden gebruikt voor bijvoorbeeld kalksteenovens.

Hergebruik is ook mogelijk. „Vredestein gebruikt nu al een bepaalde stof uit binnenbanden van vrachtauto's als bijmenging bij de productie van andere banden. Hetzelfde is mogelijk bij de fietsbanden. Tot poeder vermalen rubber kan worden gebruikt als vulmiddel tussen de verschillende draden in kabels. De BFI kan oude banden ook transformeren tot rubberwol. Dat is de grondstof voor bloembakken, rubbertegels en matten voor geluiddemping”, stelt Struijs.

Duitsland
Met een dergelijk systeem van gescheiden inzameling van fietsbanden loopt Nederland niet voorop. „In Duitsland kwamen enkele bandenproducenten al wat eerder op het idee. Daar loopt het echter niet geweldig. Het inleveren van een band kost de consument daar ongeveer 3 Duitse mark. Dat is een te hoge drempel. Wij proberen met een branchegerichte aanpak de inzamelings- en verwerkingskosten te drukken. Met slechts enkele kwartjes komen wij er goed uit.”

Desondanks duurt het directeur Struijs veel te lang voordat de hele organisatie van de stichting en de inzameling op orde is. „De Nederlandse Mededingingsautoriteit bekijkt nu of wij niet te ver zijn gegaan met verticale prijsvorming. Als de hele keten van grondstof tot aan eindproduct afspraken heeft gemaakt, moet zij eerst de juistheid controleren. Dat zit volgens mij wel goed, maar het kost veel tijd. We hopen binnen enkele maanden de vaart erin te hebben. In het voorjaar 2002 hopen we bij de meeste fietsenhandelaren een container te hebben.”