Een braaf rijdende hybrideHet is 1998 en het regent. Onder grote mediabelangstelling stapt milieuminister mevrouw Margreeth de Boer achter in de hybride Toyota Prius en luidt daarmee een proefperiode van twee weken in. Als de schrijver van deze autotest twee jaar later voor in de hybride Toyota Prius stapt, regent het opnieuw. Maar hij moet het met heel wat minder belangstelling doen. Raar dat Nederland zo lang op de Prius heeft moeten wachten. Ruim twee jaar geleden werden immers de eerste proefexemplaren al voor een kortstondige logeerpartij naar Nederland verscheept. In Japan reed de Prius toen al een tijdje rond. Zodoende kon het gebeuren dat toenmalig milieuminister De Boer tijdens de klimaattop in het Japanse Kyoto de Prius in het vizier kreeg.
Als minister met hart voor de zaak stak ze haar fascinatie voor de hybride Toyota niet onder stoelen of banken. De publiciteitsmachines van haar ministerie en Toyota deden de rest. Ruim voor de publieksintroductie mocht mevrouw De Boer zich op de achterbank van de Prius vleien. Dat de grote massa nog twee jaar geduld zou moeten opbrengen, was toen nog niet te voorzien. Geheim Op het eerste gezicht is de Toyota Prius geen opzienbarend voertuig. Integendeel zelfs. Gedurende de week dat wij de Prius ter beschikking hadden, oogstte de vormgeving niet veel waardering. De verhouding kloppen dan ook niet helemaal. Zo is de auto voor het mooi te kort en is de inzet van de ramen te hoog. Verder zijn de wielen te klein voor dit formaat auto. De Prius moet het daarom niet van zijn uiterlijk hebben. Het geheim schuilt onderhuids. Daar draagt Toyota's hybride systeem zorg voor de aandrijving. Het concept is simpel en complex tegelijk. Elektrisch aangedreven auto's kampen technisch gezien met dezelfde problemen. De actieradius is extreem kort en het prestatiepotentieel laat te wensen over. Bovendien moeten de batterijen met behulp van externe bronnen worden opgeladen. De auto moet 's avonds aan het stopcontact. Het opladen is eerder een kwestie van uren dan van minuten. Toyota heeft de elektromotor echter gecombineerd met een traditionele aandrijfbron op benzine. De elektromotor wordt voorzien van energie afkomstig van de benzinemotor of van de zogenaamde Nickel-Metaalhybridebatterij, en heeft dus geen uitwendige energiebron nodig. Efficiënt In het Toyota Hybride Systeem regelt een geavanceerd controlemechanisme de harmonische samenwerking tussen de benzine- en de elektromotor. Als de vraag naar vermogen laag is, zoals bij wegrijden en stapvoets rijden, drijft de elektromotor de Prius aan. Bij normale snelheden start de benzinemotor. Die vult niet alleen het vermogen van de elektromotor aan, maar drijft bovendien de generator aan die op zijn beurt weer de batterij oplaadt. Het controlemechanisme bepaalt de verhouding dusdanig dat er altijd een maximaal efficiënt energieverbruik wordt gerealiseerd. Zo levert de batterij tijdens vol accelereren een extra vermogensimpuls. Wanneer er vervolgens gas wordt teruggenomen of zelfs geremd, vloeit de bewegingsenergie van de wielen via de elektromotor terug naar de batterij, die zich hiermee kan opladen. Als de auto stopt, slaat de benzinemotor automatisch af tenzij de batterij onvoldoende opgeladen is. Het Toyota Hybride Systeem is permanent op zoek naar de efficiëntste combinatie van energieverbruik. Een fraai scherm op het dashboard geeft gedurende het rijden een dynamische presentatie van de energiestromen. Het resultaat van alle elektronische afwegingen is een consumptie van een liter euroloodvrij per 17,8 verreden kilometers, een knap staaltje van spaarzaamheid. Zwaar De 1,5 liter zestienkleps benzinemotor vormt de basis van het hybride aandrijfsysteem. Hij weet met behulp van variabele kleptiming een maximumvermogen te genereren van 53 kW/72 pk bij 4500 tpm. Het maximumkoppel van deze krachtbron bedraagt 115 Nm bij 4200 tpm. De benzinemotor krijgt assistentie van de elektromotor, die goed is voor een maximumvermogen van 33 kW/45 pk tussen 1040 en 5600 tpm en een maximumkoppel van 350 Nm tussen 0 en 400 tpm. De complexe techniek maakt de Prius zwaar. Daarom is de 1645 kilogram wegende auto niet tot grootse daden in staat. Maar dat hoeft ook niet. Mensen die deze hybride aanschaffen, zullen geen energieverslindende topsnelheden realiseren en evenmin met spinnende wielen bij het stoplicht wegsprinten. Voor hen is een topsnelheid van 160 km/h ruimschoots toereikend en een tijd van 13,4 seconden kort genoeg om vanuit stilstand naar 100 km/h te versnellen. De elektromotor is muisstil, de benzinemotor echter niet. Vooral bij voluit versnellen is de krachtbron goed hoorbaar. Met name in druk verkeer maakt de Prius daardoor een wat onrustige indruk. Optrekken en remmen wisselen elkaar dan veelvuldig af, waardoor de benzinemotor aanslaat dan wel afslaat. Veel voel je er overigens niet van. Het aandrijfsysteem werkt soepel en nagenoeg schokvrij, net als de continu variabele automatische transmissie. Braaf De Prius is een braaf rijdende auto. In Europa wordt de wagen geleverd met wat straffere dempers dan in Japan. Dat neemt niet weg dat het onderstel niet bijzonder communicatief is. De Prius is allereerst een comfortabel voertuig. Op sportieve aspiraties zul je de spaarzame Japanner niet snel betrappen. Dat neemt echter niet weg dat de Prius zich fatsoenlijk en betrouwbaar door een curve laat sturen, waarbij een gedoseerd opkomend onderstuur de fysieke grenzen markeert. De Toyota Prius stuurt bevredigend, al zou wat meer gevoel welkom zijn. Remmen is een verhaal apart. Normaliter remt een auto bij gas loslaten af op de motor. In de Prius is dat geen vanzelfsprekende zaak. Afremmen op de motor geeft onnodig snelheidsverlies en daarmee dus onnodig energieverbruik. De automatische transmissie biedt de bestuurder echter nadrukkelijk de mogelijkheid de auto op de motor te laten afremmen, wel zo handig tijdens bergritten. De Toyota Prius is geen grote auto, maar biedt voldoende plaats aan vier volwassenen. Voorin is er voldoende ruimte voor hoofd en onderdanen, achterin is het minder royaal maar met enige inschikkelijkheid is het er wel goed uit te houden. Het interieur ziet er beter uit dan het koetswerk. Vloeiende lijnen en kwalitatief hoogwaardige materialen zetten de toon. Alleen de suffe kleurstelling gooit wat roet in het eten. Het prominent in het midden gepositioneerde touch screen doet het goed. Vanaf dit scherm kunnen de functies van de muziekinstallatie, de boordcomputer en tegen meerprijs van het navigatiesysteem worden geactiveerd.
De zit achter het stuur is goed. Zowel het stuurwiel als de bestuurdersstoel is in hoogte verstelbaar. Jammer genoeg ontbeert het stuur een lengteverstelling. De stoelen zijn goed vormgegeven en voorzien in voldoende ondersteuning. Voor bagage is er genoeg ruimte voorhanden. Een laadruim van 390 liter is voor dit formaat auto normaal. Niet onbetaalbaar De Toyota is er in één uitvoering. Standaard is de hybride Japanner voorzien van ABS, elektronische remkrachtverdeling, twee airbags, boordcomputer, elektrische bedienbare ramen voor en achter, elektrisch verstelbare buitenspiegels, centrale portiervergrendeling met afstandsbediening alsmede van een audiosysteem met radiocassettespeler en vier speakers. Slechts een navigatiesysteem en lederen bekleding behoren tot de leverbare opties. Cruise control is opvallend genoeg niet leverbaar. De Prius is een dure auto. De twee motoren drijven de kostprijs aanzienlijk op. Het is aan de Nederlandse regering te danken dat de wagen niet onbetaalbaar is geworden. Tot 1 juli 2002 is voor de Toyota Prius een vrijstelling voor de afdracht van de BPM geregeld. Bovendien werkt het extra hoge wagengewicht niet door in de houderschapsbelasting. Zonder deze maatregelen zou de Prius 70 mille hebben gekost en het is de vraag of hij hier dan in het leveringsprogramma zou zijn opgenomen. De Prius is echter een feit, en vormt een blauwdruk voor de toekomst. Alleen daarom al verdient de Toyota Prius alle respect. Het is de eerste hybride auto op vaderlandse bodem die in serie wordt geproduceerd. En het is de eerste auto die in deze rubriek wordt gepresenteerd zonder de gebruikelijke vergelijking met drie alternatieven. Die zijn er gewoon niet. |